3.6 Flora en fauna
Sinds 1 april 2002 regelt de Flora- en faunawet de bescherming van in het wild voorkomende inheemse planten en dieren. Indien plannen ontstaan voor ruimtelijke ingrepen, dient vooraf te worden beoordeeld of er mogelijke nadelige consequenties voor beschermende inheemse soorten zijn.
Onderhavig plan voorziet in de vergroting van het woonperceel ten behoeve voor het realiseren van een kapschuur. Deze wijziging gaat ten koste van een deel van een agrarisch perceel. Het plan is dermate beperkt, dat geen nadelige invloed op soortenrijkdom van flora en fauna verwacht wordt en er worden ook geen leefgebieden verstoord door het plan. Omdat het plan bouwplan geen invloed heeft op flora en fauna, hoeft er geen aanvullend onderzoek te worden uitgevoerd en hoeven er geen maatregelen te worden genomen.