direct naar inhoud van 4.5 Flora en fauna
Plan: Buitengebied, Westenveldweg 13 in Tilligte
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1774.BUIBPWESTENVLDWG13-0401

4.5 Flora en fauna

De bescherming van de flora en fauna in Nederland is opgedeeld in gebiedsbescherming en de soortbescherming. Gebiedsbescherming vindt zijn grondslag in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur. De soortenbescherming komt voort uit de Flora- en faunawet. In het kader van deze wet is het van belang dat er een onderzoek wordt gedaan of de geplande ruimtelijke ingreep een risico vormt voor voorkomende planten- en diersoorten. In dit kader is er een Quickscan natuurwaardenonderzoek Flora- en Faunawet en pré-toets Natuurbeschermingswet uitgevoerd. De quickscan is opgenomen in bijlage 6.

Gebiedsbescherming - Natuurbeschermingswet
Vanaf oktober 2005 is de gebiedsbescherming geregeld via de gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998. De Natuurbeschermingswet kent de volgende beschermde gebieden:

  • de Natura2000-gebieden (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden);
  • de Beschermde Natuurmonumenten;
  • de Ecologische hoofdstructuur.

De projectlocatie ligt niet in en oefent geen invloed uit op een Natura2000-gebied, een Beschermd Natuurmonument of de Ecologische hoofdstructuur. Om deze reden wordt dit onderwerp verder buiten beschouwing gelaten.

Soortbescherming - Flora en faunawet
De Flora- en faunawet regelt de bescherming van kwetsbare en bedreigde inheemse planten en diersoorten. Er geldt een algemene verbodsbepaling voor handelingen die negatieve gevolgen hebben voor planten en dieren.

Het plangebied is onderzocht om vast stellen of er besschermde planten en dieren aanwezig zijn. De functionaliteit van het plangebied voor vleermuizen is onbekend. Het uitgevoerde onderzoek is ongeschikt om daarover duidelijkheid te verschaffen. Vervolgonderzoek naar het voorkomen van verblijfplaatsen, de betekenis als foerageergebied en het mogelijke effect op vliegroutes is noodzakelijk. Onduidelijk is of er ook vogelsoorten in het plangebied broeden waarvan de nesten, nestplaatsen en vaste rust- en verblijfplaats jaarrond beschermd zijn, zoals de Huismus. Nader onderzoek is nodig om daarover met zekerheid wat te kunnen zeggen. Als voorwaarde in de Quickscan wordt gesteld dat de gebouwen en beplanting buiten het broedseizoen worden gesloopt en gerooid.

Er zijn verder geen andere soorten van tabel 2-3 in het plangebied vastgesteld. Het plangebied vormt geen essentieel onderdeel van een beschermd leefgebied. Vervolgonderzoek in dit kader wordt niet noodzakelijk geacht.

De quickscan is uitgevoerd in het kader van een 'ruimtelijke ontwikkeling'. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een paardenzorgboerderij met gebouwen en voorzieningen. Voor het slopen en rooien waarin in de quickscan over wordt gesproken, moet een andere procedure worden gevolgd. Inmiddels is er voor de sloop van de bestaande bedrijfswoning en gebouwen een sloopvergunning door de gemeente Dinkelland verleend. De sloop wordt uitgevoerd voor het broedseizoen begint. Nader onderzoek is hierna niet meer mogelijk en nodig.