Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Lemselerbeek
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1774.BUIBPLemselerbeek-0401

4.6 Waterhuishouding

Van oudsher zijn de watersystemen in het landelijk gebied voornamelijk afgestemd op de landbouw, zo ook binnen het gebied Saasveld-Gammelke. Dit heeft op veel plaatsen geleid tot water dat niet voldoet aan de normen voor biologisch gezond water, eutrofiëring, onvoldoende waterbergend vermogen en/of verdroging van natuurgebieden. De wateropgaven in dit gebied zijn; vergroting van het waterbergend- en conserverend vermogen, vermindering van de verdroging, waar mogelijk verminderen van de drooglegging, tegengaan van ongezuiverde lozingen en natuurvriendelijke oeverinrichting. Daarbij zal waar mogelijk, worden ingespeeld op de ontwikkeling naar meer duurzame landbouw, natuur en recreatie.
De belangrijkste herstelmaatregelen voor de Lemselerbeek zijn beekbodemophoging en het verwijderen van stuwen, zodat minder water wordt onttrokken aan de omliggende percelen en vismigratie mogelijk wordt. Actieve meandering wordt niet nagestreefd, alleen herprofilering van oevers en bevordering van lichte slingerwerking. Aanvullend is hierbij de bedoeling om de beek zo natuurlijk mogelijk in te richten met beekbegeleidende beplanting aan weerszijden van de beek. Hierbij wordt in acht genomen dat de beek wel goed te onderhouden blijft.
De beekbodem wordt opgehoogd en versmald, belangrijk daarbij is dat de opgebrachte grond niet teveel erodeert of wegspoelt. Door het aanbrengen van bodemmateriaal in de waterlopen worden eroderende processen beperkt. Ter hoogte van de natuurgebieden worden de beken bekleed met ondoorlatend materiaal (leem), omdat de drainerende werking van de beek verdrogend voor natuurgebieden werkt. De resterende ophoging vindt plaats met zand om de morfologische processen en een gunstige leefomgeving voor vissen te krijgen. Wanneer waterlopen grenzen aan landbouwgebied worden deze opgehoogd met zand om extra vernatting op landbouwpercelen te voorkomen.
Door de beekbodemophoging kunnen ook alle bestaande stuwen worden verwijderd. Om de afvoer van water te garanderen worden duikers in het gebied vervangen en op de goede hoogte gelegd. Door de stuwen te verwijderen wordt de gewenste veelal hogere grondwaterstand gehaald en kunnen kleinere vissoorten zoals bermpje en riviergrondel weer vrij migreren.
De Lemselerbeek is grotendeels een gegraven waterloop. Oude meanders zijn op historische kaarten dan ook niet aanwezig. Door beekbodemophoging en verondieping ontstaan beeklopen waarin morfologische processen weer enigszins plaats kunnen vinden. Binnen agrarisch gebied worden deze processen (horizontaal) toegestaan binnen de 5 meterzone. Morfologische processen die verticaal voorkomen (verdieping van de loop) moeten grotendeels worden voorkomen door het plaatsen van obstakels in de vorm van boomstammen en/of takkenbossen, zodat de stroomsnelheid niet groter dan 0,5 m/sec wordt.
Langs de Lemselerbeek wordt in de beekbegeleidende stroken beplanting aangelegd. Dit ter bevordering van de waterkwaliteit in de bufferzone en het verminderen van het beheer en onderhoud door de schaduwwerking van de beplanting. In landbouwgebied is 5 meter aan weerszijden gereserveerd om de ecologische kwaliteit van de beeklopen te verbeteren en morfologische processen de ruimte te geven. Er wordt een 3 meterzone gebruikt voor inplant (vanaf insteek van de beek) en een 2 meterzone voor het onderhoudspad bestaande uit kruidenrijk grasland. In de beekbegeleidende beplanting worden openingen naar de beek aangebracht om beheer en onderhoud van de beek mogelijk te houden.
Een gedetailleerde beschrijving is te vinden in paragraaf 5.2 en in het rapport “Inrichtingsplan Saasvelder- en Lemselerbeek en aangrenzende nieuwe natuurgebieden, ARCADIS juni 2011”.
 
De hiervoor beschreven watermaatregelen hebben een positief effect op het watersysteem en de waterkwaliteit en -kwantiteit. De effecten van de maatregelen worden gemonitord en waar nodig worden aanpassingen verricht ter voorkoming of beperking van negatieve effecten. Geconcludeerd wordt dat de waterhuishoudkundige doelstellingen in dit plan voldoende gewaarborgd zijn.
Deze waterparagraaf is samen met het waterschap Regge en Dinkel opgesteld. In het voortraject van het bestemmingsplan zijn diverse overlegmomenten geweest en heeft afstemming plaatsgevonden over de inhoud van het plan.