Plan: | Partiële herziening Aa Broek 5 Agelo |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1774.BUIBPAABROEK5AGELO-0401 |
Bij externe veiligheid in het kader van een bestemmingsplanherziening is het noodzakelijk inzicht te hebben in de kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten en de plaatsgebonden groepsrisico´s. Kwetsbare objecten zijn onder andere woningen (met uitzondering van verspreid liggende woningen met een dichtheid van maximaal twee per hectare en dienst- of bedrijfswoningen) en andere objecten waar zich gedurende een groot deel van de dag grote groepen mensen bevinden of een deel van de dag kwetsbare groepen mensen bevinden.
Onder beperkt kwetsbare objecten worden onder anderen verstaan hotels, restaurants, kantoren en winkels voor zover deze objecten niet tot de kwetsbare objecten behoren en bedrijfsgebouwen en vergelijkbare objecten. Van de ramptypes die verband houden met externe veiligheid zijn met name ongevallen met brandbare/explosieve of giftige stoffen van belang. Deze ongevallen kunnen nader worden onderscheiden in ongevallen met betrekking tot:
vervoer gevaarlijke stoffen over weg, spoor en water.
Inrichtingen
De risico’s waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld door activiteiten met gevaarlijke stoffen in inrichtingen dienen tot een aanvaardbaar minimum te worden beperkt. Daartoe zijn in het besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna Bevi) regels gesteld. Bij het toekennen van bepaalde bestemmingen dient onderzocht te worden:
Op ruim 500 meter van de locatie ligt ten oosten de procesinstallatie Agelerbrug aan de Aa Broek. De hoofdactiviteit is het winnen van aardolie en aardgas. Op basis van informatie van de Risicokaart van Overijssel dient de afstand van het groepsrisico tot aan de grens van het risicogebied 13 meter te bedragen. Hieraan wordt voldaan.
Buisleidingen
Met ingang van 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden met uitzondering van:
Afbeelding 4: Uitsnede Risicokaart povincie Overijssel met groen gemarkeerd de locatie.
Het plangebied ligt nabij een buisleiding met risicocontour als bedoeld in het Bevb (zie afbeelding 4). Een risicocontour (ofwel plaatsgebonden risico) geeft aan hoe groot in de omgeving de overlijdenskans is door een ongeval met een risicobron: binnen de contour is het risico groter, buiten de contour is het risico kleiner. Binnen deze risicocontour mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht. Het gebouw met daarin de nieuwe functie wordt niet aangemerkt als een kwetsbaar object. Op ruim 120 m ligt een buisleiding van Defensie Pijpleiding Organisatie. Deze afstand is voldoende ruim.
Vervoer gevaarlijke stoffen over weg, water of spoor
Voor vervoer gevaarlijke stoffen geldt de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (cRvgs). Op basis van dit beleidsstuk gelden er normen voor het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. In de omgeving van het plangebied zijn geen wegen aangewezen waarover transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. De beoogde ontwikkeling is daarom vanuit een oogpunt van externe veiligheid aanvaardbaar.
Groepsrisico
Naastgelegen buisleiding van de Gasunie heeft een groepsrisico contour van 50 meter. Voor nieuwe ontwikkelingen binnen deze contour dient een groepsrisicoberekening en -verantwoording te worden uitgevoerd. Het plangebied ligt binnen de betreffende risicocontour. Dit plan voorziet in een functieverandering van het bestaande kantonniergebouw tot werkplaats voor het ambachtelijk vervaardigen van bronzen beelden. Doorgaans zal daarbij slechts één persoon aanwezig zijn, de kunstenaar zelf. Ook wanneer de kunstenaar bezoek ontvangt voor bijvoorbeeld educatieve doeleinden zullen er niet meer dan 10 personen tegelijkertijd aanwezig zijn, het gebouw is tenslotte slechts 130 m² groot. Tot slot is de omgeving zeer dunbevolkt. Deze ontwikkeling zal dan ook geen toename van het groepsrisico danwel een overschrijding veroorzaken van de oriëntatiewaarde opleveren. Het uitvoeren van een berekening en verantwoording is daarom niet aan de orde.
Plaatsgebonden risico
Het plaatsgebonden risico is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtsreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats permanent en onbeschermd verblijft. Het plaatsgebonden risico wordt gebruikt bij de toetsing of een risicovolle activiteit op een bepaalde plek mag plaatsvinden en wat in de directe omgeving ervan gebouwd mag worden. De geldende regels zijn vastgelegd in het Besluit milieukwaliteitseisen Externe veiligheid inrichtingen en in de nota Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. In het plaatsgebonden risico zijn in het kort twee verschillende kansen verwerkt:
- De kans dat er daadwerkelijk een zwaar ongeval of ramp, zoals het ontsnappen van een gevaarlijke stof, plaatsvindt.
- De kans dat een persoon daadwerkelijk overlijdt als gevolg van dit zwaar ongeval of ramp.
Bij een plaatsgebonden risico van 10-6 is de kans dat er daadwerkelijk een zwaar ongeval plaatsvindt 1 op de miljoen. Een PR van 10-6 wordt in de regels voor ruimtelijke ordening en externe veiligheid echter als een relatief hoog risico beschouwd. Het plangebied heeft een plaatsgebonden risico van 10-6. Bij een PR van 10-6 is de kans dat een persoon op die afstand van het ongeval daadwerkelijk overlijdt nog redelijk groot. Wegens dit soort relatief grote overlijdenskansen mogen er binnen de contour van 10-6 in principe geen kwetsbare objecten staan. Dit geldt voor situaties die (zijn) ontstaan na het moment waarop de betreffende norm is uitgebracht, te weten 1989 voor inrichtingen en 1996 voor transport. Omdat het gebouw nu en in de toekomst niet wordt aangemerkt als kwetsbaar object wordt voldaan aan de eisen wat betreft externe veiligheid.