Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Deurningerbeek
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1774.BPDeurningerbeek-0401

4.8 Flora & fauna

De bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten wordt in de Flora- en faunawet (1998) geregeld. Bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen dient uitdrukkelijk rekening te worden gehouden met de eventuele aanwezigheid van beschermde soorten, als ook met beschermde gebieden op grond van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn (resp. 1979 en 1992).
Het plangebied ligt ten westen van de kern Oldenzaal, op korte afstand van Natura 2000-gebied Lemselermaten. Het gebied de Lemselermaten is door Nederland als lidstaat van de Europese Unie in 2003 vanwege de Habitatrichtlijn aangemeld bij de Europese Commissie. Omdat de Lemselermaten formeel nog niet is aangewezen onder de Habitatrichtlijn, is de Natuurbeschermingswet 1998 nog niet van toepassing op het gebied, en gaat er rechtstreekse werking uit van de Europese Habitatrichtlijn. Deze rechtstreekse werking houdt concreet in dat plannen of projecten in of in de nabijheid van een Habitatgebied die de kwaliteit van de instandhoudingsdoelstellingen kunnen verslechteren of een storend effect kunnen hebben op soorten, getoetst moeten worden op hun gevolgen voor het Habitatgebied.
Ecogroen Advies uit Zwolle heeft voor het Landinrichtingsplan Saasveld-Gammelke een zgn. 'Habitattoets' (subtitel: Voortoets procedure Habitatrichtlijn artikel 6, projectcode: 08139, datum: 14 oktober 2008) uitgevoerd. Daarin is het volledige maatregelenpakket uit het Landinrichtingsplan als één samenhangend project, dat uit onlosmakelijk met elkaar verbonden maatregelen bestaat, beschouwd.
Uit de Habitattoets blijkt dat de maatregelen uit het Landinrichtingsplan netto geen negatieve effecten veroorzaken op de instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied Lemselermaten. Diverse maatregelen voor beekherstel en waterberging dragen er juist aan bij dat de grondwaterstand in de regio stijgt en verdroging afneemt. Daarnaast is door verplaatsing van agrarische bedrijven een netto-afname van vermestende en verzurende stoffen op Lemselermaten bewerkstelligd. De conclusie is dan ook dat de maatregelen zelfs in positieve mate bijdragen aan de opgave voor Natura 2000-gebied Lemselermaten om verdroging en eutrofiering terug te dringen middels lokale en regionale maatregelen. Er zijn derhalve met zekerheid geen negatieve effecten – laat staan significante negatieve gevolgen - op Natura 2000-gebied Lemselermaten te verwachten, waardoor er geen Passende Beoordeling ingevolge de Habitatrichtlijn hoeft te worden opgesteld.
 
In juli 2011 is door Ecogroen Advies in het kader van de Flora- en faunawet eveneens een Ecoscan uitgevoerd (zie bijlage 2) om na te gaan wat mogelijke effecten van de plannen voor de Deurningerbeek op beschermde soorten zijn.
Geconcludeerd wordt dat het gebied rond de Deurningerbeek leefgebied vormt van enkele beschermde soorten. De verwachting is dat de geplande ingrepen bij de herinrichting van het beekdal, een verstorende werking kunnen hebben op deze soorten. Tevens kan leefgebied van soorten vernietigd worden. Geadviseerd wordt dan ook om onderzoek uit te voeren naar de aanwezigheid van beschermde soorten in en rond het plangebied. Bij aanwezigheid kan dan bepaald worden hoe de inrichting en de werkzaamheden het beste uitgevoerd kunnen worden, zodat geen tot weinig verstoring optreedt. Dit onderzoek zal zich (in ieder geval) moeten richten op de volgende soort(groepen):
  • flora onderzoeken in april/mei;
  • broedvogels onderzoeken in februari/maart;
  • vissen onderzoeken in april - november;
  • vleermuizen onderzoeken in april – september;
  • overige zoogdieren onderzoeken in februari - september.
De onderzoeksaanbevelingen worden opgevolgd en zullen in 2012 worden uitgevoerd. Eventueel uit het nader onderzoek voortvloeiende maatregelen zullen worden uitgevoerd.