In hoofdstuk 1 wordt de aanleiding voor onderhavig bestemmingsplan en de ligging en begrenzing van het plangebied aangegeven. Verder wordt een opsomming gegeven van de bij het plan behorende stukken en wordt het vigerende bestemmingsplan genoemd dat met voorliggende herziening partieel wordt herzien.
Hoofdstuk 2 geeft de bestaande ruimtelijke en functionele structuur weer van het plangebied.
In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op het relevante Rijks-, provinciale, regionale en gemeentelijke beleid ten aanzien van de ruimtelijke en functionele structuur.
Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 ingegaan op de verschillende milieutechnische en overige ruimtelijke aspecten. Bekeken wordt of het onderhavige plan geen belemmeringen daartoe oplevert danwel ondervindt.
In hoofdstuk 5 wordt het beleid, alsmede de gehanteerde uitgangspunten en doelstellingen opgenomen en wordt aangegeven hoe deze vertaald zijn in het bestemmingsplan.
Hoofdstuk 6 gaat in op hoe het beleid en de planuitgangspunten/-doelstellingen zijn verwoord in de regels. Op deze regels wordt een toelichting gegeven.
Als laatste wordt in hoofdstuk 7 ingegaan op de economische uitvoerbaarheid, handhaving van het plan en de maatschappelijke uitvoerbaarheid.