Ten noorden van Hengelo ligt het landinrichtingsgebied 'Saasveld-Gammelke'. Gedeputeerde Staten van de provincie Overijssel hebben in oktober 1998 voor dit karakteristiek Twentse landbouwgebied een landinrichtingsplan vastgesteld, bedoeld om meer ruimte te bieden voor landbouw, natuur, landschap en leefbaarheid. De hoofddoelstellingen van dit plan zijn: versterken van de harmonie tussen landbouw en natuur en het verbeteren van de leefbaarheid in het betreffende gebied.
Op 8 december 2008 is een integrale wijziging van het landinrichtingsplan door Gedeputeerde Staten vastgesteld. De belangrijkste aanleiding daartoe was het veranderde beleid op zowel Europees, op nationaal als op provinciaal niveau met betrekking tot het oppervlaktewater. Maar ook het reconstructieplan Salland-Twente (2004) en de invoering van de Wet inrichting landelijk gebied (Wilg) waren reden om het landinrichtingsplan te actualiseren.
De vaststelling van het gewijzigde landinrichtingsplan viel zo ongeveer samen met de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Dinkelland. Mede omdat bij de voorbereiding van dit bestemmingsplan nog niet geheel duidelijk was of en welke gevolgen het gewijzigde landinrichtingsplan voor het bestemmingsplan zou hebben, heeft geen afstemming plaats gevonden tussen beide plannen. Deze gevolgen zijn eigenlijk pas concreet geworden bij de vaststelling van het ruilplan in januari 2011.
Met name wat het beloop van de beken in het buitengebied van Dinkelland betreft, zijn enige aanpassingen van het bestemmingsplan noodzakelijk gebleken. Het gaat voornamelijk om de gevallen waarin het nieuwe trace van de beek is komen te liggen buiten de strikte begrenzing van de bestemming ‘Water’ in het bestemmingsplan. Hoewel in dit bestemmingsplan wel enige flexibiliteit zit voor het in geringe mate overschrijden van bestemmingsgrenzen, werd het wenselijk geacht om de regeling van de nieuwe begrenzing van de bestemmingen vast te leggen in partiële bestemmingsplannen voor de beken in het landinrichtingsgebied. De Deurningerbeek is één van deze projecten.
Het in het landinrichtingsplan uitgewerkte en nog nader in het kader van de watervergunning te concretiseren project dient te leiden tot de volgende doelen:
- hogere grondwaterstanden in de omliggende (deels nieuwe) natuurgebieden ten behoeve van natuurdoelen;
- natuurlijk functionerende beek;
- maximale waterberging.
Hoewel in deze toelichting nader wordt ingegaan op de achtergronden, de gemaakte keuzes en de inrichting van de Deurningerbeek, wordt er nadrukkelijk op gewezen dat het bestemmingsplan geen andere strekking heeft dan het planologisch mogelijk maken van een meer natuurlijke loop van de beek en het realiseren van nieuwe natuur. Het waterbeleid en de technische uitvoering daarvan is geen onderwerp van regeling in dit bestemmingsplan. Deels heeft dat al plaats gevonden in de wijziging van het landinrichtingsplan en zal het verder worden uitgewerkt in de besluitvorming van het Waterschap Regge en Dinkel.
Een belangrijk uitgangspunt van het landinrichtingsplan is dat de huidige landbouwkundige situatie als gevolg van de herinrichting en dus ook als gevolg van het nieuwe waterbeleid, niet mag verslechteren. De Uitvoeringscommissie staat er voor in dat zij in actie zal komen en passende maatregelen zal treffen voor het geval zich niettemin een onaanvaardbare vernatting mocht voordoen. Met het waterschap en de gemeente is gezocht naar een werkbare continuëring van dit beleid voor de beheerperiode nadat het landinrichtingsplan zal zijn afgerond en de Uitvoeringscommissie zal ophouden te bestaan. Hiertoe is inmiddels een convenant gesloten waarin werkafspraken tussen de betrokken instanties zijn vastgelegd.
De herinrichting van de Deurningerbeek is zoals gezegd op een aantal plaatsen niet in overeenstemming met het vigerende bestemmingsplan Buitengebied 2010 (vastgesteld 18 januari 2010). Het vigerende bestemmingsplan wordt daarom partieel herzien voor de delen van de Deurningerbeek die gelegen zijn binnen het landinrichtingsgebied 'Saasveld-Gammelke'.