7. 6. 1.
Het is verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemming(en):
- het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
- het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 40 cm;
- het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 40 cm;
- het aanleggen of verharden van andere oppervlakteverhardingen;
- het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 40 cm.
7. 6. 2.
Het in lid 7.6.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
De in lid 7.6.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder en er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan een doelmatig en veilig functioneren van de leidingen.