Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Deurningerbeek
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1774.BPDeurningerbeek-0401

Artikel 19 Algemene wijzigingsregels

Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen in dié zin dat:
  1. enige bestemming wordt gewijzigd voor wat betreft de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-,ontvangst- en antennemasten voor de telecommunicatie, mits:
    1. de antenne niet geplaatst kan worden op een bestaand hoog bouwwerk, zoals een hoogspanningsmast, een re­clamemast, een torensilo, of een daarmee gelijk te stellen hoog bouwwerk;
    2. de antenne niet geplaatst kan worden op een bedrijventer­rein;
    3. de antenne vervolgens geplaatst moet worden in aanslui­ting op grote infrastructuurlijnen;
    4. de mast radiografisch noodzakelijk is;
    5. de hoogte van een mast ten hoogste 45,00 m zal bedra­gen;
    6. het aantal masten binnen de gemeente niet meer mag be­dragen dan strikt noodzakelijk is voor de realisatie van een adequaat dekkend netwerk van voldoende capaciteit;
    7. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur­lijke en landschappelijke waarden, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  2. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Ver­keer’ dan wel de bestemming ‘Verkeer’ wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:
    1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor incidentele verbredingen, bochtafsnijdingen, e.d. van wegen en pa­den;
  3. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Verkeer - Fiets- en voetpaden’ dan wel de bestemming ‘Verkeer -Fiets- en voetpaden’ wordt gewijzigd in enige bestemming, mits:
    1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor de aanleg van nieuwe fiets- en voetpaden, incidentele verbredingen, bochtafsnijdingen, e.d. van paden;
  4. enige bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Water - 2’ dan wel de bestemming ‘Water - 2’ wordt gewijzigd in enige be­stemming, mits:
    1. deze wijziging uitsluitend wordt toegepast voor de inciden­tele aanleg van opvaarten, verbredingen van waterlopen ten behoeve van waterberging en/of de aanleg van natuur­vriendelijke oevers, bochtafsnijdingen, kleine verleggingen, e.d. van vaarwegen c.a.;
    2. na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 5 van overeenkomstige toepassing zijn;
  5. de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 2’ wordt verwijderd, mits:
    • na voldoende onderzoek van de vindplaats en het inwin­nen van deskundigenadvies blijkt dat voor de archeolo­gisch waardevolle gebieden de waardebepalende ele­menten niet zijn te handhaven in relatie tot de functie van de gronden en de gebouwen, en de aanwezige bodem­vondsten naar elders zijn overgebracht;
  6. de dubbelbestemming ‘Waarde - Archeologie 2’ wordt aangebracht, mits:
    • door aanvullend historisch en/of archeologisch onderzoek archeologische waarden van terreinen naar voren komen, waarbij de aanwezigheid van archeologische resten is aangetoond;
  7. de dubbelbestemming ‘Waarde - Landschap’ wordt verwijderd, mits:
    1. een waardevol landschapselement vanwege natuurlijke om­standigheden, dan wel vanwege een noodzakelijke land­bouwkundige ingreep niet is te handhaven. Indien er sprake is van een landbouwkundige ingreep of landinrich­tingswerkzaamheden, dient het te verwijderen waardevol landschapselement in de directe omgeving te worden ge­compenseerd door middel van de aanleg van een nieuw waardevol landschapselement, waarbij de structuur van het landschap niet wordt aangetast en tevens de wijziging van lid h. wordt toegepast;
    2. indien sprake is van een houtwal, deze wijzigingsbevoegd­heid uitsluitend wordt toegepast ter realisering van een doorgang van perceel naar perceel ten behoeve van het landbouwkundig gebruik, met een maximale breedte van 10,00 m;
    3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur­lijke en landschappelijke waarden van het waardevol land­schapselement;
  8. de dubbelbestemming ‘Waarde - Landschap’ wordt aangebracht, mits:
    1. door herstel- en/of ontwikkelingswerkzaamheden of door mid­del van natuurlijke aanwas, de waarde van een landschapselement in omvang en natuurlijke en/of landschappelijke waarden toeneemt, dan wel de wijziging wordt toegepast als gevolg van verplaatsing van een bestaand waardevol landschapselement;
    2. er geen sprake is van onevenredige schade voor de aan­grenzende agrarische bedrijven, in dié zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
    3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur­lijke en landschappelijke waarden van het waardevol land­schapselement.