direct naar inhoud van Regels
Plan: TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22i Kern Rijssen, herontwikkeling Grotestraat 26 Rijssen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.TAMRC2024002-0401

Regels

Dit TAM-IMRO omgevingsplan is gericht op het faciliteren van de voorgenomen herontwikkeling op de locatie Grotestraat 26 te Rijssen (locatie Spekhorst) en is als een nieuw hoofdstuk (hoofdstuk 22i) opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Rijssen-Holten. Dit hoofdstuk is bekend gemaakt en digitaal beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van het Besluit ruimtelijke ordening. Het is met de landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.

De in dit op https://www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22i van het omgevingsplan van de gemeente Rijssen-Holten. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '[22i]' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '[22i]' gelezen worden.

In de in dit deel weergegeven artikelen moet in de artikel kop na het woord 'Artikel' en de spatie '22i' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22i.' gelezen worden.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begrippen

Voor de toepassing van dit hoofdstuk gelden de volgende begripsbepalingen:

1.1 TAM-omgevingsplan

Het TAM-omgevingsplan "TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22i Kern Rijssen, herontwikkeling Grotestraat 26 Rijssen" met identificatienummer NL.IMRO.1742.TAMRC2024002-0401 van de gemeente Rijssen-Holten.

1.2 omgevingsplan

Het omgevingsplan van de gemeente Rijssen-Holten.

1.3 aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (een van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn en geen betrekking hebbend op detailhandel of horecagerelateerde activiteiten, die op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse.

1.4 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens

De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.7 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.8 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

1.9 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.10 bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.11 bouwperceelgrens

De grens van een bouwperceel.

1.12 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.13 bouwwerk

Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.14 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.15 dienstverlening

Het bedrijfsmatig verlenen van diensten aan derden, waarbij afnemers rechtstreeks (al dan niet via een balie) te woord wordt gestaan en geholpen.

1.16 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.17 hoofdgebouw

Gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige functie van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die functie het belangrijkst is.

1.18 horeca

Een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.

1.19 horecabedrijf

Het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verschaffen van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, met uitzondering van een discotheek.

1.20 huishouden

de samenlevingsvorm van één gezin, waaronder mede wordt begrepen:

  • a. de inwoning, al dan niet bij wijze van mantelzorg, met eigen voorzieningen van ten hoogste 2 verwanten of andere personen;
  • b. een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband;
1.21 kantoor

Een gebouw dat dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige c.q. financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een (publiekgerichte) baliefunctie.

1.22 overkapping

Een bouwwerk in de vorm van een constructie bestaande uit maximaal drie wanden waarvan maximaal twee tot de constructie zelf behoren.

1.23 peil
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdingang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse.
1.24 prostitutiebedrijf

Een gebouw, voer- of vaartuig, dan wel enig gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk bestemd, dan wel in gebruik voor het daar uitoefenen van prostitutie; prostitutie is het tegen betaling hebben van sexuele omgang met anderen op een naar buiten toe kenbare wijze.

1.25 seksinrichting

Een inrichting, bestaande uit één of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel.

1.26 standplaatsen

Het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel diensten, gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel.

1.27 woning

Een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden, zijnde de samenlevingsvorm van één gezin of een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen de inwoning van één ander huishouden met eigen voorzieningen.

Artikel 2 Toepassingsbereik

  • 1. a. Het bestemmingsplan Kern Rijssen 2010 (NL.IMRO.1742.BPRC2010000-0401) is niet van toepassing op de locatie, bedoeld in het derde lid.
    b. voor zover de begripsbepalingen en de wijze van meten van plannen op de locatie bedoeld in het derde lid afwijken van de bepalingen uit dit hoofdstuk, gaat dit hoofdstuk voor;
  • 2. de regels in afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3 zijn niet van toepassing op de locatie, bedoeld in het derde lid, voor zover die regels in strijd zijn met regels in dit hoofdstuk.

    Als de regels uit afdeling 22.2, met uitzondering van paragraaf 22.2.7.3, en afdeling 22.3, in de toekomst een andere plek in de structuur van het omgevingsplan krijgen, blijven die regels van overeenkomstige toepassing met inachtneming van de daarop doorgevoerde wijzigingen.
  • 3. de regels in dit hoofdstuk zijn van toepassing op "Grotestraat 26 Rijssen", waarvan de geometrische bepaalde planobjecten zijn vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1742.TAMRC2024002-0301 zoals vastgelegd op https://www.ruimtelijkeplannen.nl.
  • 4. de aanvraagvereisten, bedoeld in paragraaf 22.5.2 van dit omgevingsplan, zijn van overeenkomstige toepassing op een omgevingsvergunning die is vereist op grond van dit hoofdstuk.

    Als de regels uit paragraaf 22.5.2 in de toekomst een andere plek in de structuur van het omgevingsplan krijgen, blijven die regels van overeenkomstige toepassing met inachtneming van de daarop doorgevoerde wijzigingen.

Artikel 3 Meet- en rekenbepalingen

3.1 meetbepalingen

In aanvulling op en indien van toepassing in afwijking van het bepaalde in artikel 22.24 van dit omgevingsplan, gelden de volgende meetbepalingen:

3.2 de dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

3.3 de goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

3.4 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

3.5 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, liftschachten, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes, dakinstallaties zoals een gaskoeler, warmtepomp of luchtbehandelingskast, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

3.6 de oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. Bij balkons, luifels en overstekende daken die geen ondergeschikte bouwdelen zijn wordt een fictieve gevel neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

3.7 afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens

Tussen de zijdelingse grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is;

3.8 peil
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de bouwhoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde bouwhoogte van het aansluitende, afgewerkte terrein ter plaatse.
3.9 ondergeschikte bouwdelen

Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 0,75 m bedraagt.

3.10 maatvoering

Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:

  • a. voor lengten in meters (m);
  • b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
  • c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
  • d. voor verhoudingen in procenten (%);
  • e. voor hoeken/hellingen in graden (º).

Artikel 4 Algemeen gebruiksverbod

Het is verboden om gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde functies.

Hoofdstuk 2 Functies en activiteiten

Artikel 5 Centrum - 2

5.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Centrum - 2.

5.2 Functieomschrijving

In een als Centrum - 2 aangewezen locatie zijn de volgende functies toegestaan:

  • a. detailhandel op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - commerciële functies';
  • b. wonen in appartementen, met dien verstande dat:
    • 1. aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten in hoofdgebouwen zijn toegestaan;
    • 2. het aantal woningen/appartementen niet meer dan 20 woningen/appartementen per bouwperceel mag bedragen;
    • 3. minimaal 30% van het aantal woningen/appartementen dient te voldoen aan de 'verordening doelgroepen woningbouw gemeente Rijssen-Holten 2021' of diens rechtsopvolger;
  • c. horeca op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - commerciële functies', overeenkomstig categorie 1 vermeld in de bij deze regels behorende 'Categorie-indeling horecabedrijven' (Bijlage 1);
  • d. dienstverlening en kantoren met balie op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van centrum - commerciële functies';
  • e. verblijfsgebied met bijbehorende voorzieningen;
  • f. een en ander met bijbehorende bebouwing, (on)bebouwde terreinen, parkeervoorzieningen en overige voorzieningen ten behoeve van de bestemming.
5.3 Bouwactiviteiten - beoordelingsregels
5.3.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de maximum bouwhoogte bedraagt de hoogte ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)';
  • c. gebouwen ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen worden gerealiseerd in ten hoogste 1 bouwlaag en mogen in afwijking van het bepaalde onder a zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
5.3.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 m bedragen met dien verstande dat:
    • 1. de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties en lichtmasten mag maximaal 8 m bedragen;
5.4 Beoordelingsregel - sloopactiviteiten

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning bestaande bouwwerken geheel of gedeeltelijk te slopen, tenzij:

  • a. nader onderzoek heeft plaatsgevonden naar beschermde diersoorten, en;
  • b. de onderzoeksrapportage als bedoeld onder a namens het bevoegd gezag is goedgekeurd door een ter zake deskundige, en;
  • c. eventueel uit het nader onderzoek voortvloeiende verplichte vervolgstappen zijn genomen, waaronder wordt verstaan het treffen van mitigerende maatregelen en het verkrijgen van een ontheffing voor een flora- en fauna-activiteit betreffende de beschermde diersoorten, en de effectiviteit van eventuele mitigerende maatregelen is aangetoond door een ter zake deskundige.
5.5 Specifieke gebruiksregels
5.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik, strijdig met deze functie wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van bijgebouwen ten behoeve van zelfstandige bewoning;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van perifere detailhandel.

Artikel 6 Verkeer - Verblijfsgebied

6.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Verkeer - Verblijfsgebied.

6.2 Functieomschrijving

In een als Verkeer - Verblijfsgebied aangewezen locatie zijn de volgende functies toegestaan:

  • a. verblijfsgebied alsmede bijbehorende parkeer- en groenvoorzieningen en bebouwing;
6.3 Bouwactiviteiten - beoordelingsregels
6.3.1 Gebouwen

Bebouwing dient te voldoen aan de volgende regels:

  • a. gebouwen in de vorm van fietsenbergingen met een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • b. gebouwen ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen worden gerealiseerd in ten hoogste 1 bouwlaag;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met een maximale bouwhoogte van 5 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals lichtmasten, verwijsborden, kunstwerken en fonteinen maximaal 9 m mag bedragen;

Artikel 7 Waarde - AMK terreinen

7.1 Toepassingsbereik

De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die zijn aangewezen als Waarde - AMK terreinen.

7.2 Oogmerk

De regels in deze afdeling zijn gesteld met het oog op de bescherming (behoud in situ) en veiligstelling (behoud ex situ) van de op of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.

7.3 Bouwen - bouwwerken archeologie

In het gebied dat is aangewezen als Waarde - AMK terreinen mogen alleen bouwwerken worden gebouwd als het gaat om:

  • a. een bouwwerk met een oppervlakte van maximaal 50 m2.
7.4 Bouwen - bouwwerken archeologie - omgevingsvergunning
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.3;
  • b. bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning als bedoeld in a wordt aangetoond dat geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de archeologische waarden van het gebied;
  • c. bij de beoordeling van het bepaalde onder b wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden.
7.5 Aanleggen - archeologie - omgevingsvergunning
  • a. In het gebied Waarde - AMK terreinen is het verboden om zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
    • 2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
    • 3. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen en het aanbrengen van drainage;
    • 4. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
    • 5. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen van gronden en het rooien van bos of andere houtgewassen waarbij de stobben worden verwijderd;
    • 6. het scheuren van grasland.
  • b. alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in lid a wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden;
  • c. lid a is niet van toepassing als:
    • 1. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen, mits de gronden niet dieper dan 0,5 m worden geroerd;
    • 2. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een reeds verleende omgevingsvergunning;
    • 3. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden als onderdeel van een ingreep in de bodem met een oppervlakte van maximaal 50 m2;

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Algemene bouwregels

9.1 Bouwenactiviteiten - beoordelingsregels

In het algemeen gelden de volgende bouwregels:

  • a. voor bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde;
    • 1. de bouwhoogte van terreinafscheidingen voor de voorgevel bedraagt ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m, met dien verstande dat voor hoeksituaties gericht op de openbare weg of openbaar groen geldt dat 3 m achter het verlengde van de voorgevel van de woning de bouwhoogte ten hoogste 2 m bedraagt en daarvoor ten hoogste 1 m;
    • 2. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
    • 3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 2,5 m bedragen.
  • b. voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van wegen en openbare nutsvoorzieningen;
    • 1. de inhoud per gebouw mag niet meer dan 40 m³ bedragen, dan wel de bestaande inhoud, indien deze meer bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer dan 4 m bedragen.
  • c. voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, buiten een bouwperceel;
    • 1. de bouwhoogte van de bouwwerken mag niet meer dan 3 m bedragen;
    • 2. de bouwhoogte van de lichtmasten mag niet meer dan 10 m bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van speelvoorzieningen bedraagt ten hoogste 6 m.
9.2 Bouwactiviteiten - beoordelingsregels parkeren
  • a. een omgevingsvergunning voor het bouwen of gebruiken van gronden, waarbij sprake is van een parkeerbehoefte, wordt niet eerder verleend dan nadat in voldoende mate is voorzien in parkeergelegenheid voor auto's en fietsen, overeenkomstig de geldende parkeernormen zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen Rijssen-Holten 2018;
  • b. een omgevingsvergunning voor het bouwen of gebruiken van gronden, waarbij sprake is van een behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, wordt niet eerder verleend dan nadat in voldoende mate is voorzien in ruimte voor het laden en lossen van goederen zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen Rijssen-Holten 2018;
  • c. het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde onder a en b inzake de eis dat voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen en ruimte voor laden en lossen moet worden voorzien conform de Nota Parkeernormen Rijssen-Holten 2018, mits in dat geval sprake is van een integrale afweging en daarmee een ander, zwaarder wegend belang wordt gediend en dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de openbare ruimte;

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

10.1 Algemeen strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van gronden en/of bebouwing als:

  • a. stort- en/of opslagplaats van aan het gebruik onttrokken goederen en materialen, anders dan als tijdelijke opslag ten behoeve van het normale gebruik en onderhoud;
  • b. stalling- en/of opslagplaats van een of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen, met uitzondering van een zodanig gebruik voor het normale op de functie gerichte gebruik of onderhoud;
  • c. horecabedrijven in de vorm van bar-dancings, of nachtclubs en/of discotheken;
  • d. seksinrichting of prostitutiebedrijf;
  • e. industriële bedrijvigheid;
  • f. vuurwerk- opslag en verkoop;
  • g. detailhandel in explosieve goederen;
  • h. grow-, smart- en headshop;
  • i. het innemen van standplaatsen;
  • j. overnachtingen op een evenemententerrein;
  • k. het gebruik van gronden en bouwwerken met een parkeerbehoefte dan wel een behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen zonder dat hierin in voldoende mate is voorzien overeenkomstig de geldende parkeernormen zoals opgenomen in de Nota Parkeernormen Rijssen-Holten 2018.

Artikel 11 Algemene aanduidingsbepalingen

11.1 overige zone - bodemsanering

Het uitvoeren van de activiteiten en functies zoals toegelaten ter plaatse van het gebied overige zone - bodemsanering is uitsluitend toegestaan indien invulling is gegeven aan:

  • a. het uitvoeren van een nader bodemonderzoek conform de resultaten van het in Bijlage 2 opgenomen bodemonderzoek, om de ernst en omvang van de zinkverontreiniging te bepalen;
  • b. de sanering van de bodem die noodzakelijk is op basis van de resultaten van het onder a bedoelde nader bodemonderzoek, waarbij geldt dat bij het verrichten van de bodemsanering wordt voldaan aan de regels over het saneren van de bodem, zoals bedoeld in paragraaf 4.121 Besluit activiteiten leefomgeving;