Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22e Wonen Holten, starterswoningen Hakkertsweg |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.TAMHW2024001-0301 |
Dit TAM-omgevingsplan is gericht op het faciliteren van gebiedsontwikkeling op de locatie Hakkertsweg ong., Holten en is als nieuw hoofdstuk 22e opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente Rijssen-Holten. Dit hoofdstuk is op grond van artikel 11.1, lid 2 besluit elektronische publicaties bekend gemaakt en beschikbaar gesteld met de landelijke voorziening www.ruimtelijkeplannen.nl. Het is met deze landelijke voorziening niet mogelijk dit hoofdstuk conform de juridische vormgeving van het omgevingsplan in STOP-TPOD beschikbaar te stellen.
De in dit op www.ruimtelijkeplannen.nl uitgegeven deel van het omgevingsplan (hierna: dit deel) weergegeven hoofdstukken moeten gelezen worden als paragrafen van hoofdstuk 22e van het omgevingsplan van de gemeente Rijssen-Holten. In de artikelkop van de in dit deel weergegeven artikelen moet na het woord 'Artikel', na de spatie en direct voor het artikelnummer '22e' gelezen worden. In de kop van de bijlagen bij het in dit deel weergegeven hoofdstuk moet na het woord 'Bijlage', na de spatie en direct voor het nummer van de bijlage '22e' gelezen worden.
TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22e Wonen Holten, starterswoningen Hakkertsweg met identificatienummer NL.IMRO.1742.TAMHW2024001;
Het omgevingsplan van de gemeente Rijssen-Holten;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (een van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn en geen betrekking hebbend op detailhandel of horecagerelateerde activiteiten, die op kleine schaal in een woning en/of daarbij behorende bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse;
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijgevel, op meer dan 1 m van de voorkant van het hoofdgebouw;
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de regels of op de verbeelding aangegeven percentage dat de grootte van het gedeelte van het bouwvlak of bouwperceel aangeeft, dat ten hoogste mag worden bebouwd, tenzij in de regels anders is bepaald;
het bieden van de, ten opzichte van de woonfunctie ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt met maximaal drie kamers aan niet meer dan zes personen die hun hoofdverblijf elders hebben, mits dit geen onevenredige afbreuk doet aan de parkeersituatie. Hieronder wordt niet verstaan overnachting, noodzakelijk in verband met het verrichten van tijdelijke of seizoensgebonden werkzaamheden, studie en/of arbeid of permanente kamerverhuur;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik en/of verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van bedrijfs- of beroepsactiviteiten;
een erker is een ronde, vierkante of veelhoekige gesloten uitbouw aan een gevel, die uitsteekt of uitkraagt langs één of meer bouwlagen; een erker kan gezien worden als een uitgebouwd venster;
een gebruik dat ondersteunend is aan de primaire woonfunctie, zoals een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, garage, berging, bijkeuken, atelier, tuinhuisje, fietsenberging of hobbyruimte;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn indeling of afmetingen, dan wel gelet op de bestemming, als belangrijkste gebouw valt aan te merken, met inbegrip van aan- en uitbouwen en aangebouwde carports;
de samenlevingsvorm van één gezin of een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen de inwoning van één ander huishouden met eigen voorzieningen, al dan niet bij wijze van mantelzorg;
intensieve zorg of ondersteuning, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een hulpbehoevende, ten behoeve van zelfredzaamheid of participatie, rechtstreeks voortvloeiend uit een tussen personen bestaande sociale relatie, die de gebruikelijke hulp van huisgenoten voor elkaar overstijgt, en waarvan de behoefte met een verklaring van een huisarts, wijkverpleegkundige of andere door de gemeente aangewezen sociaal-medisch adviseur kan worden aangetoond.
een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten;
een bouwwerk in de vorm van een constructie bestaande uit maximaal drie wanden waarvan maximaal twee tot de constructie zelf behoren;
een gebouw, voer- of vaartuig, dan wel enig gedeelte daarvan, geheel of gedeeltelijk bestemd, dan wel in gebruik voor het daar uitoefenen van prostitutie; prostitutie is het tegen betaling hebben van seksuele omgang met anderen op een naar buiten toe kenbare wijze;
een inrichting, bestaande uit één of meer voor publiek toegankelijke, besloten ruimten, waarin bedrijfsmatig of op een daarmee vergelijkbare wijze seksuele handelingen worden verricht; onder een hiervoor bedoelde inrichting wordt in elk geval verstaan een bordeel;
deel van het erf dat geen achtererfgebied is;
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt;
de aan een bouwwerk, gebied of specifiek element in een gebied toegekende kenmerkende waarde op het gebied van cultuurhistorie, archeologie, geografie, aardkunde, natuur en/of ecologie;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden, zijnde de samenlevingsvorm van één gezin of een met een gezin gelijk te stellen samenlevingsverband, waaronder mede wordt begrepen de inwoning van één ander huishouden met eigen voorzieningen, al dan niet bij wijze van mantelzorg.
De meet- en rekenbepalingen uit artikel 22.24 van het omgevingsplan zijn van overeenkomstige toepassing op het meten van de waarden die in dit hoofdstuk in m, m2 of m3 zijn uitgedrukt, voor zover hiervan niet is afgeweken in het bepaalde in 3.1 tot en met 3.5.
De kortste afstand tussen bouwwerken onderling alsmede van bouwwerken tot de perceelsgrens, gemeten vanaf elk deel van het bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen, antennes, technische installaties en naar de aard en omvang daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Daar waar een gevellijn staat aangegeven op de verbeelding wordt de goothoogte gemeten in de gevellijn.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, technische installaties, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw- c.q. functiegrenzen niet meer dan 0,75 meter bedraagt
b. Voor zover de begripsbepalingen en de wijze van meten van de in sub a genoemde plannen afwijken van de bepalingen uit dit hoofdstuk, gaat dit hoofdstuk voor.
Het is verboden om gronden of bouwwerken te gebruiken anders dan overeenkomstig de aan de locatie toegedeelde functies en activiteiten.
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als 'Groen'.
De voor 'Groen' aangewezen gronden hebben de volgende functies:
met dien verstande dat:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van het omgevingsplan gelden tevens de volgende beoordelingsregels, behorende bij de binnenplanse vergunning omgevingsplanactiviteiten bouwwerken.
Het bouwen van gebouwen is niet toegestaan.
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
De regels in dit artikel zijn van toepassing op de locaties die op de verbeelding zijn aangewezen als 'Wonen - Aaneen'.
Een als 'Wonen - Aaneen' aangewezen locatie heeft de volgende functies:
met de daarbij behorende:
In aanvulling op het bepaalde in artikel 22.29 van het omgevingsplan gelden tevens de volgende beoordelingsregels, behorende bij de binnenplanse vergunning omgevingsplanactiviteiten bouwwerken.
Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen geldt de volgende regel:
Voor de bouw van hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken tussen de voorste voorgevel (en het verlengde hiervan) en de 15 m er achter, dan wel niet meer dan de bestaande afstand van het hoofdgebouw indien deze meer bedraagt, geldt dat:
Voor de bouw van bijbehorende bouwwerken achter de 15 m vanaf de voorste voorgevel (en het verlengde hiervan), dan wel achter de bestaande (het verlengde van de) achtergevel van het hoofdgebouw indien deze meer bedraagt, geldt dat:
In afwijking van het gestelde onder 6.3.1 mag een uitbouw aan het hoofdgebouw, zoals een erker, toegangspartij, luifel of balkon ook buiten het bouwvlak worden gebouwd tot maximaal 1,5 m daarbuiten en met dien verstande dat:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredig aantasting van:
Maatwerkvoorschriften stellen aan:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Onder strijdig gebruik met deze functies en activiteiten wordt begrepen:
Het gebruik van de gronden zoals bepaald onder Artikel 6 Wonen - Aaneen is uitsluitend toegestaan onder voorwaarden dat:
Het gebruik van de gronden zoals bepaald onder Artikel 6 Wonen - Aaneen ter plaatse van de aanduiding 'voorwaardelijke verplichting - 1' is uitsluitend toegestaan onder voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.6 ten behoeve van de vestiging van bijzondere woonvormen, waaronder verpleging en verzorging, al dan niet in samenhang met gezamenlijke voorzieningen, mits geen onevenredige aantasting plaats vindt van:
Onder strijdig gebruik wordt in elk geval begrepen:
Onder strijdig gebruik met de functie Wonen - Aaneen wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de functieomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de gebruiksregels voor het gebruik van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk ten behoeve van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit voor zover de woonfunctie in overwegende mate wordt gehandhaafd en geen ernstige hinder of afbreuk aan het woonmilieu wordt gedaan. Dit betekent dat:
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning en overeenkomstig de geldende parkeernormen (zie 'Nota Parkeernormen Rijssen-Holten 2018') afwijken van het bepaalde in artikel 7.3.1 onder a en b inzake de eis dat in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen en ruimte voor laden en lossen moet worden voorzien, mits in dat geval sprake is van een integrale afweging en daarmee een ander, zwaarder wegend belang wordt gediend en dit niet leidt tot een onevenredige aantasting van de kwaliteit van de openbare ruimte.
Ter plaatse van de aanduiding 'Milieuzone - grondwaterbeschermingsgebied' geldt dat die gronden - naast de andere voor die gronden aangewezen functies en activiteiten - tevens bestemd zijn voor het behoud van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en voor de waterhuishouding, met daarbij behorende bouwwerken.
Er mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijn worden gebouwd ten dienste van het behouden van de kwaliteit van het grondwater als onderdeel van de drinkwatervoorziening en van de waterhuishouding.
Ter plaatse van deze aanduiding mogen uitsluitend worden gebouwd:
Het is verboden zonder omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde uit te voeren:
Het in 8.1.4 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde die:
Uitvoering van de werken, geen bouwwerken zijnde is in strijd met de toegestane functie(s) en/of activiteit(en) indien daardoor dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen een onevenredige aantasting van de kwaliteit van het water kan plaatsvinden.
Alvorens te beslissen over een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden worden de grondwater- en leidingbeheerder gehoord, alsmede het waterschap.
Ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn de gronden behalve voor de daar geldende functies en activiteiten, mede aangewezen voor:
Op de in 8.2.1 bedoelde gronden mag de bouwhoogte van bouwwerken die worden verleend met een omgevingsvergunning in afwijking van hetgeen elders in de regels is bepaald, niet meer bedragen dan:
Met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.2.2 ten behoeve van het bouwen overeenkomstig de betreffende andere functies en activiteiten van deze gronden, mits:
Tot een met het omgevingsplan strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van de gronden ten behoeve van bomen en beplanting met een hoogte van meer dan:
met dien verstande dat bestaande gebruik is toegestaan, indien het betreft bestaand gebruik met een grotere hoogte.
Ter plaatse van de betrokken gronden en/of functies en activiteiten in onderhavig omgevingsplan is het niet toegestaan om nieuwe risicobronnen in de vorm van opslagtanks ten behoeve van ruimteverwarming toe te voegen.
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om af te wijken van het gestelde onder artikel 8.3.1 voor het toevoegen van een risicobron in de vorm van een opslagtank ten behoeve van ruimteverwarming, onder de voorwaarde dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
De onder 9.1 bedoelde omgevingsvergunningen mogen niet leiden tot een onevenredige aantasting van: