direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd
Plan: Wonen Rijssen, Haarstraat 100-102
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRW2012004-0401

Artikel 3 Gemengd

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voor zover het de begane grond betreft;
  • b. voor zover het de verdiepingen betreft;
    • 1. wonen in appartementen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit.

een en ander met bijbehorende;

  • c. groenvoorzieningen en water;
  • d. verkeers- en parkeervoorzieningen;

met dien verstande dat:

  • e. in de bestemming inrichtingen als bedoeld in artikel 1 juncto artikel 40 van de Wet geluidhinder en risicovolle inrichtingen niet zijn begrepen.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de bouw- en goothoogte van gebouwen bedragen niet meer dan de bestaande bouw- en goothoogte verhoogd met maximaal 10%;
  • c. het aantal woningen per bouwvlak bedraagt niet meer dan het aantal dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • d. het dak van een gebouw mag worden ingericht en gebruikt als dakterras, met dien verstande dat:
    • 1. dakterrassen alleen zijn toegestaan op daken die plat zijn afgedekt;
    • 2. hekwerken of soortgelijke afscheidingen zijn toegestaan, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 2,5 m mag bedragen gemeten vanaf de te realiseren terrasvloer;
    • 3. dakterrassen mogen uitsluitend direct aangrenzend aan een verdieping van een gebouw worden ingericht;
    • 4. de oppervlakte aan dakterrassen per gebouw niet meer mag bedragen dan 50 m².

3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen en carports zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen en carports zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorste bebouwingsgrens ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 4 m;
  • b. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

3.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

    • 1. de plaats en bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3.4 Afwijken van de gebruiksregels

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1 sub a onder 2 ten behoeve van bedrijfsactiviteiten welke niet genoemd worden in de Staat van bedrijfsactiviteiten opgenomen in Bijlage 1, niet zijnde detailhandel, maar die naar aard en omvang gelijk zijn te stellen met de aangegeven categorie van activiteiten, met dien verstande dat het niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en/of bouwwerken;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de fysieke veiligheid.