direct naar inhoud van 6.2 De watertoets
Plan: Wonen Rijssen, Julianaschool De Stroekeld
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRW2012001-0401

6.2 De watertoets

De watertoets - zoals deze in het kader van ruimtelijke plannen dient te worden uitgevoerd - is het gehele proces van vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water. De watertoets vormt de verbindende schakel tussen het waterbeheer en de ruimtelijke ordening.

In de waterparagraaf wordt aangegeven of en op welke wijze de waterhuishouding wordt beïnvloed en op welke wijze negatieve effecten worden voorkomen of gecompenseerd. Daarnaast bevat de waterparagraaf het wateradvies van de waterbeheerder. Indien wordt afgeweken van het wateradvies moet hiervoor een motivatie worden afgegeven.

Het voorliggende projectgebied valt binnen de grenzen van het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel

Als uitgangspunten van het waterschap gelden de volgende principes:

  • De kwantiteitstrits "vasthouden - bergen - afvoeren". Bij de ruimtelijke inrichting wordt rekening gehouden met de waterhuishoudkundige situatie. Vertrekpunt is dat de huidige situatie niet nadelig wordt beïnvloed.
  • De kwaliteitstrits "schoon houden - scheiden - schoon maken". Om eventuele verontreiniging van bodem, grond- en oppervlaktewater te voorkomen worden duurzame, niet-uitlogende bouwmaterialen en een milieuvriendelijk beheer en onderhoud toegepast.

Concreet betekent dit:

  • geen afvoer van hemelwater naar het riool, maar infiltratiemogelijkheden worden maximaal benut en verhard oppervlak zoveel mogelijk afgekoppeld;
  • in principe geen directe afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater;
  • hemelwater zoveel als mogelijk binnen het projectgebied vasthouden en/of bergen en dit tevens planologisch regelen;
  • ophogen van het terrein indien onvoldoende ontwateringsdiepte aanwezig is;
  • voorkomen van grondwateroverlast binnen en buiten het projectgebied;
  • geen toepassing van uitlogende bouwmaterialen.
6.2.1 Situatie plangebied

In de wijk Veeneslagen ligt een gescheiden rioolstelsel. Het regenwater afkomstig van verhardingen dient geloosd te worden op het hemelwaterafvoer (HWA). De rest (vuilwater) dient geloosd te worden op de droogweerafvoer (DWA). Er dient een waterplan te worden opgesteld zodat afspraken kunnen worden gemaakt over de aansluitmogelijkheden op de bestaande uitleggers. Dit waterplan dient akkoord te zijn bevonden voordat overgegaan kan worden tot vergunningverlening.

Er worden geen uitlogende bouwmaterialen gebruikt. Het terrein is overigens niet gelegen in een grondwaterbeschermingsgebied of waterwingebied.

6.2.2 Conclusie

De waterparagraaf zal in het kader van het vooroverleg worden voorgelegd ter goedkeuring aan het waterschap. Gezien de beperkte schaal van het plan en de geringe toename aan bebouwde/verharde oppervlakte mag worden verwacht dat er geen belemmeringen zijn.