direct naar inhoud van Artikel 4 Maatschappelijk
Plan: Wonen Rijssen, herontwikkeling Eltheto
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPRW2011001-0401

Artikel 4 Maatschappelijk

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. (sociaal-)medisch instellingen;
  • b. sociaal-culturele instellingen;
  • c. het aantal zorgplaatsen is onbeperkt;
  • d. in afwijking op het bepaalde onder c, geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aantal zelfstandige wooneenheden voor extramurale zorg niet meer mag bedragen dan het op de plankaart aangegeven aantal;
  • e. recreatieve voorzieningen;
  • f. als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van de bestemming;
  • g. wonen, al dan niet in samenhang met centrale voorzieningen, ten behoeve van verzorging en verpleging;
  • h. groenvoorzieningen en water.
4.2 Bouwregels
4.2.1 gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. het maximum bebouwingspercentage van het bouwvlak mag per bouwvlak 100 % bedragen, dan wel niet meer dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage per (deel van het) bouwvlak;
  • c. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste 7 m, danwel de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' aangegeven hoogte, danwel de bestaande bouwhoogte van hoofdgebouwen als deze hoger is, met uitzondering van (kerk)torens.
  • d. in afwijking van het bepaalde onder sublid 4.2.1 onder c, mag de bouwhoogte van een dakopbouw ten behoeve van luchtbehandeling en technische installaties ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - technische installaties' maximaal 3 m meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
  • e. de afstand van de gebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt minimaal 2,5 m, dan wel ten minste de afstand van het bestaande gebouw tot de zijdelingse perceelgrens, indien deze minder bedraagt.
4.2.2 bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m;
  • b. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan: de plaats en bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.