direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Veegplan Wonen Holten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPHW2017000-0401

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

De actualiseringslag van bestemmingsplannen ligt achter ons. De afgelopen jaren zijn alle bestemmingsplan binnen de gemeente Rijssen-Holten herzien. Per 1 juli 2013 moesten de bestemmingsplannen actueel zijn. Dit was een grote klus. Dit is gelukt met als gevolg dat alle bestemmingsplannen nu digitaal zijn en voorzien van actuele regels.

Nu ervaring is opgedaan met de nieuwe bestemmingsplannen blijkt dat de plannen op enkele punten verbetering vragen. Het gaat om relatief kleine verbeteringen zoals; de versoepeling van wat te starre regelgeving, betere afstemming tussen de verschillende regels en het herstellen van foutjes of onnauwkeurigheden. Veel gemeenten pakken deze zaken op en gaan 'Veegplannen' maken. Zo ook de gemeente Rijssen-Holten.

Nu wordt het bestemmingsplan Wonen Holten opgepakt. De gemeenteraad van de gemeente Rijssen-Holten stelde op 4 juli 2013 dit bestemmingsplan vast. Dit plan trad per 11 juni 2014 onherroepelijk in werking. Sindsdien maken burgers, ondernemers en de gemeente zelf gebruik van de geharmoniseerde bouwregels. De regeling wordt als prettig ervaren. Toch zijn er nog punten in het bestemmingsplan voor verbetering vatbaar. Het gaat in grote lijnen om de volgende zaken:

  • 1. groenstroken die in de afgelopen jaren zijn verkocht door de gemeente en die in gebruik zijn genomen als tuin bij woningen;
  • 2. de begrippen 'hoofdgebouw' en 'bijbehorende bouwwerken' uit het besluit Omgevingsrecht zijn overgenomen en verwerkt in de woonbestemmingen;
  • 3. ontbrekende nieuwbouw mogelijkheden en of ontbrekende / onvolledige bouwvlakken in het bestemmingsplan;
  • 4. ontwikkelingen die via een afzonderlijke procedure afwijkingen / ontheffingen mogelijk zijn gemaakt en die nog niet in een bestemmingsplan zijn verwerkt;
  • 5. de uitbreiding van het afwegingskader bij afwijkingsbevoegdheden die nodig zijn voor een zorgvuldige afweging in het kader een goede ruimtelijke ordening en een goed woon- en leefklimaat;
  • 6. een betere afstemming tussen enkele begrippen en bestemmingen;
  • 7. dubbele of ontbrekende regels die noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gebouwde omgeving

Al deze zaken vragen om geveegd te worden en moet leiden tot aanpassingen van het bestemmingsplan Wonen Holten. De aanpassingen hebben een beperkte ruimtelijke impact, danwel dat de gemeente al heeft besloten over dat onderwerp. Beleidsmatig gezien kent dit plan dan ook geen nieuwswaarde. Voorliggend bestemmingsplan (veegplan) heeft tot doel al deze relatief kleine aanpassingen in een bestemmingsplan op te nemen.

1.2 Ligging van het plangebied

Het plangebied bestaat uit de woongebieden van Holten met uitzondering van De Kol. Voor een aantal locaties wordt de plankaart herzien of aangevuld. In het volgende hoofdstuk komen de verschillende locaties één voor één aan bod.

De bestemmingsplannen die binnen het plangebied na vaststelling van het bestemmingsplan Wonen Holten onherroepelijk zijn geworden maken geen onderdeel uit van dit plan. Het gaat om de volgende bestemmingsplannen;

  • Wonen Holten, Koninginnepage De Liesen
  • Buitengebied Holten, belevingspad Holterenk en fietspad Beukenlaan - Molenbelterweg

1.3 Partiële- en algehele herziening op onderdelen

Dit bestemmingsplan betreft een partiële herziening van het bestemmingsplan Wonen Holen en voor enkele gebieden een algehele herziening. Dat houdt in dat voor de in dit plan genoemde onderwerpen het bestemmingsplan Wonen Holten wordt aangepast.

Met betrekking tot de partiele herziening zijn, om het zo leesbaar mogelijk te houden, in dit bestemmingsplan ALLE regels van het bestemmingsplan Wonen Holten overgenomen. De inhoudelijke wijzigingen in de regels zijn met een kleuraccent aangegeven en toegelicht in paragraaf 2.2.

Daarnaast worden voor enkele gebieden / percelen ook de verbeelding/plankaart herzien of aangevuld. Dit betreft een algehele herziening. Voor welke gebieden of percelen dit geldt wordt in paragraaf 2.1 omschreven.

Onderstaande figuur 1 geeft aan wat het plangebied is voor dit plan. Voor de zwarte 'bolletjeslijn' geldt dat het de plangrens is. De gekleurde vlakken geven de nieuwe locaties weer die voorzien zijn van een nieuwe enkelbestemming. Daar komt het bestemmingsplan Wonen Holten dus te vervallen.

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPHW2017000-0401_0001.jpg"

figuur 1. plangrens en gebieden van het Veegplan Wonen Holten

Op de analoge verbeelding van de plankaart zijn zowel de bovenstaande afbeelding goed te zien als ook de verschillende deellocaties.

Artikel 39.2 uit dit bestemmingsplan regelt juridisch gezien de relatie met het onderliggende bestemmingsplan Wonen Holten.

Hoofdstuk 2 Beschrijving van het plan

2.1 Wijzigingen ten aanzien van de verbeelding

Dit bestemmingsplan betreft een algehele herziening van op de verbeelding (plankaart) aangegeven locaties. Voor deze locaties komt het voorliggende bestemmingsplan Wonen Holten te vervallen. Deze locaties worden in onderhavig bestemmingsplan Veegplan Wonen Holten opgenomen. Het gaat om de volgende locaties / gebieden of percelen:

  • 1. Het perceel Forthaarsweg 13 en Holterbergweg 11a kenden in het voorgaande bestemmingsplan geen beperking ten aanzien van de maximale bebouwde oppervlakte. Dit wordt nu hersteld. Daarnaast is de bestemmingsgrens van de Forthaarsweg 13 in noordelijke richting verplaatst, om de afstand ten opzichte van de woningen aan de Enkweg te vergroten.
  • 2. Het perceel Kolweg 55 betreft een vrijstaande woning en krijgt de bestemming Wonen - Vrijstaand.
  • 3. De woningen aan de Atalanta 7 - 19a en 25 - 47 zijn dubbele woningen en krijgen de bestemming Wonen - Aaneen.
  • 4. De groenstroken die zijn verkocht kennen veelal nog groen- of verkeersbestemmingen. Deze stroken krijgen een woonbestemming om het gebruik als tuin mogelijk te maken. Het gaat om de volgende adressen; Ab Jansenstraat 2, 17-21, 27 en 32, Canadastraat 1, 2, 12, 21, 28, 54 en 74. Churchillstraat 21, 68-72, Citroenvlinder 2, De Wheeme 11-13, Diessenplasstraat 48, Erve Broekhuis 7, Erve Wiegmannink 7 en 14, Houtweg 19, Houtweg 32, Kenemansstraat 3 en 7, 10-12, 20, 23, 34-36, 51, Köllingserf 21, Kieftenbelt 2, Larenseweg 81 en 86, Looikolkstraat 4 en 14, Mossinkserf 29-33, Nagelhoutstraat 15 en 33, Oranjestraat 37-39, Pannenbakkersstraat 2, Pastoriestraat 2 en 47, Reilinksweg 49, Rijssenseweg 20, Waardenborchstraat 27.

2.2 Wijzigingen ten aanzien van de regels

Dit bestemmingsplan betreft een partiele herziening van de regels zoals opgenomen in het bestemmingsplan Wonen Holten. Deze regels gelden voor zowel het bestemmingsplan Wonen Holten als voor het bestemmingsplan Veegplan Wonen Holten. Het gaat om de volgende wijzigingen in de regels.

  • 1. De regels zijn geheel in lijn gebracht met de laatste versie van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012). Verder is de manier waarop de regels zijn opgesteld soms wat anders opgeschreven waardoor het korter is geworden en daardoor duidelijker. Veel van deze aanpassingen hebben géén inhoudelijke gevolgen. Alléén aan de regels met een inhoudelijke wijziging wordt een kleuraccent toegevoegd.
  • 2. Het begrip 'bebouwing' is verkort door 'geen gebouwen zijnde' te laten vervallen en het begrip 'bebouwingspercentage' is aangepast aangezien dit percentage ook op de verbeelding wordt vermeld en veelal verwijst naar het bouwvlak.
  • 3. De begrippen 'hoofdgebouw' en 'bijbehorende bouwwerken' en 'mantelzorg' zijn overgenomen uit het 'Besluit omgevingsrecht'. Dit komt vanwege de praktische en juridische wens om dezelfde termen bij vergunningsvrij bouwen en vergunningsplichtig bouwen te hanteren.
  • 4. Bij het begrip 'overkapping' is het woord 'overkapping' vervangen door 'constructie'.
  • 5. Het begrip 'huishouden' is komen te vervallen en ondergebracht onder het begrip 'woning' om de inwoning beter te reguleren. Het gaat in de nieuwe situatie om het aantal huishoudens en niet om de beperking van het aantal personen.
  • 6. De bestemmingen 'Bedrijf' en 'Bedrijventerrein' verwijzen nu naar de bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in bijlage 2 van de regels en niet meer naar de bedrijfsnaam. De lijst van bestaande bedrijven in bijlage 2 is aangevuld met de betreffende bedrijfsactiviteiten.
  • 7. Bij het bouwen van erf- en terreinafscheidingen gaat het om de 'voorgevel' en niet om de 'voorste bebouwingsgrens' Dit is aangepast in de bestemmingen 'Bedrijf', 'Cultuur en Ontspanning', 'Horeca', 'Kantoor' en 'Maatschappelijk'.
  • 8. De toevoeging met de mogelijkheid om nadere eisen te stellen aan het aantal en de situering van parkeerplaatsen en laad- en losruimtes in verband met de verkeersveiligheid in de bestemmingen Bedrijf, Cultuur en ontspanning, Detailhandel, Horeca, Kantoor, Recreatie-Dagrecreatie.
  • 9. De bepaling over het verwijderen of beschadigen van houtopstanden in de bestemming 'Bos' en 'Wonen - Landhuis' zijn op elkaar afgestemd en volgen de begrippen van de nieuwe Wet natuurbescherming. De bestemmingsomschrijvingen van beide bestemmingen zijn meer op elkaar afgestemd.
  • 10. Het woord 'geen' bij overkappingen is toegevoegd bij de bestemming Cultuur en ontspanning en Detailhandel
  • 11. In de bestemming Horeca zijn hotels en pensions weer mogelijk gemaakt conform vorige bestemmingsplan. 'In aanvulling en afwijking van' is vervangen door 'daarnaast'. De 'voorgevelrooilijn' is vervangen door 'voorste bebouwingsgrens'.
  • 12. Bij de bestemming Recreatie - Dagrecreatie en Maatschappelijk - Zorg is het 'maximum bebouwd oppervlak' komen te vervallen conform het vorige bestemmingsplan. In laatst genoemde bestemming is de bouwregel voor bijgebouwen en afstand tot onderlinge gebouwen komen te vervallen.
  • 13. De bouwhoogte voor speelvoorzieningen wordt binnen de bestemming Maatschappelijk, Recreatie - Dagrecreatie, Verkeer - Verblijf op maximaal 6 meter gelijkgetrokken.
  • 14. Binnen de bestemming Sport wordt de bouwhoogte van erfafscheidingen verhoogt naar 3 meter en de bouwhoogte voor vlaggenmasten tot maximaal 6 meter ingevoegd.
  • 15. De inhoud en bouwhoogte van openbare nutsvoorzieningen binnen de bestemmingen Verkeer - Verblijf, Verkeer - Wegverkeer en Water worden gelijk getrokken naar maximaal 40 m3 respectievelijk 4 meter.
  • 16. Om een toename van het aantal garageboxen te voorkomen is een bepaling opgenomen om niet meer garageboxen toe te staan dan het bestaande aantal.
  • 17. Binnen de bestemming Water gaat het om 'bijbehorende voorzieningen'. Dit is herschreven. Daarnaast zijn bouwregels voor nutsvoorzieningen toegevoegd.
  • 18. Door het overnemen van de begrippen 'hoofdgebouw' en 'bijbehorende bouwwerken' uit het 'Besluit omgevingsrecht' wijzigt de opzet van de woonbestemmingen enigszins. Uitgangspunt is om hetzelfde mogelijk te blijven maken.
    • a. De oude bepalingen over 'hoofdgebouwen' zijn nu ondergebracht onder 'hoofdgebouwen en bijbehorende bouwwerken tussen de voorgevel en de 15 of 18 meter grens'.
    • b. De oude bepalingen over 'bijgebouwen' en 'overkappingen' zijn in elkaar geschoven en hebben de titel 'bijbehorende bouwwerken achter de 15 of 18 meter grens'. Aangezien 'bijgebouwen' altijd functioneel ondergeschikt waren is dit nu opgenomen als begrip en regel in de woonbestemmingen. Door de samenvoeging is het gezamenlijke oppervlak evenredig verhoogt.
  • 19. Bij de woonbestemmingen zijn 'bijbehorende tuinen en erven' en 'bed en breakfast' toegevoegd. Daarnaast zijn vanwege de nieuwe begrippen (zie punt 18) bij 'aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit' en 'bed en breakfast' toegevoegd 'in hoofdgebouwen en onderling toegankelijke aangebouwde bijbehorende bouwwerken'.
  • 20. Bij de algemene woonregels zijn de woorden 'ten behoeve van wonen' komen te vervallen, want die voegen niets toe. Bij 'Wonen - Aaneen' is het bebouwingspercentage verhoogt naar 70% bij drie woningen of meer.
  • 21. Bij hoofdgebouwen mag de afstand tussen een voor- en achtergevel maximaal 15 of 18 meter bedragen. In enkele gevallen zijn in het verleden woningen gebouwd met een grotere diepte. Om deze mogelijkheid te behouden mag een bestaande grotere afstand tussen de voor- en achtergevel ook terug worden gebouwd.
  • 22. Vanwege de introductie van de nieuwe begrippen (zie punt 18) gaat het bij de goot- en bouwhoogte nu naast hoofdgebouwen ook om aangebouwde bijbehorende bouwwerken. Bij de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens gaat het naast hoofdgebouwen ook om bijbehorende bouwwerken.
  • 23. Het woord 'minimaal' is toegevoegd aan de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens, omdat er ook tussen de 2,5 meter en 0 meter tot de perceelsgrens mag worden gebouwd. In deze strook is ook een maximale bouwhoogte die 1 meter lager dient te zijn dan de hoofdmassa opgenomen.
  • 24. De introductie van de 'voorste' voorgevel en de 'achterste' achtergevel bij bestemmingen met vrijstaande woningen aangezien vrijstaande woningen meerdere voorgevels of achtergevels kunnen hebben.
  • 25. Bijbehorende bouwwerken, waaronder overkappingen kunnen ook binnen de voorste hoofdgebouwen zone worden gebouwd, waardoor een bepaling hieromtrent is opgenomen. Bij bijbehorende bouwwerken mag de bestaande afstand tot het verlengde van de voorste voorgevel terug worden gebouwd, als deze minder dan 3 meter bedraagt.
  • 26. Vanwege de juridische uitleg van begripsbepalingen in combinatie met de regels van de woonbestemmingen ontstaat een ongewenste belemmering voor de bouw van carports (overkappingen) tot 1 meter achter het verlengde van de voorgevel. Het bestemmingsplan had al tot doel om dit mogelijk te maken. Het begrip van de carport komt te vervallen en maakt onderdeel uit van het begrip overkappingen.
  • 27. De juridische afstemming tussen een bouwvlak en het bouwen in de voorste perceelsgrens in straten met een 'omgekeerde' voor- en achterkantbenadering is onjuist. Het gaat om de woonbestemmingen in straten zoals de Kenemansstraat en de Nagelhoutstraat in Holten. Het doel is om, net als bij andere bouwvlakken, de bouw van gebouwen, overkappingen en bouwwerken toe te staan. In de betreffende bouwvlakken is al sprake van bebouwing. Dit was in het vorige bestemmingsplan wel mogelijk en wordt nu weer hersteld.
  • 28. Voor een uitbouw zoals een erker geldt een afstand tot naar de weg gekeerde perceelsgrenzen en niet naar alle perceelsgrenzen. Dit is hersteld. Daarnaast is toegevoegd conform de bestemming Wonen - Karakteristiek dat een uitbouw zoals een erker uit tenminste 50 % van de gevels uit doorzichtig materiaal moet bestaan.
  • 29. Bij Wonen - Karakteristiek is de bevoegdheid opgenomen om de bouwhoogte met maximaal 10 % te verhogen, waarbij er wordt getoetst aan het afwegingskader. De verplichting om altijd een sloopvergunning aan te vragen is komen te vervallen. De regeling wordt als onnodig ervaren.
  • 30. De mogelijkheid om erfafscheidingen toe te staan op een afstand van minimaal 3 meter achter het verlengde van de voorgevel van het hoofdgebouw ontbreekt. Gebouwen mogen ook tot deze afstand achter het verlengde van de voorgevel worden gebouwd. Binnen deze afstand is het ook mogelijk om gebouwen op te richten tot aan de perceelsgrens. De realisatie van een erfafscheiding heeft ruimtelijk gezien minder impact dan een gebouw. Hierdoor moet het mogelijk zijn om in plaats van een gebouw hier ook een erfafscheiding te plaatsen.
  • 31. Bij Wonen - Patio is de afstand van een hoofdgebouw tussen de voor- en achtergevel komen te vervallen. Dit vergroot de mogelijkheid om de begane grond te bebouwen. Hierdoor is
  • 32. Opgenomen is de nadere eis om de oriëntatie van de voorste voorgevel in de naar de weg gekeerde bouwgrens mogelijk te maken. De nadere eisen ten aanzien van 'de plaats en de bouwhoogte van gebouwen en andere bouwwerken' en 'de plaats van bijgebouwen binnen een afstand van 3 m uit de perceelsgrens' zijn komen te vervallen.
  • 33. De specifieke gebruiksregels en het afwijken van de gebruiksregels zijn voor alle woonbestemmingen gaan gelden. Hierbij gaat het om bijzondere woonvormen met 'gezamenlijke' voorzieningen. Daarnaast is een afwegingskader toegevoegd aan de afwijkingsbevoegdheid.
  • 34. De dubbelbestemming 'Leiding - Gas' is op enkele punten aangepast aan de wensen van de Gasunie en in lijn gebracht met de bestemming uit het bestemmingsplan voor de bedrijventerreinen.
  • 35. De gebruiksregels voor een aan huis verbonden bedrijfsactiviteit en een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit zijn in elkaar geschoven. Dit in verband met de grote overlap van de twee activiteiten en het feit dat het bestemmingsplan hier ook slechts één begrip voor gebruikt.
  • 36. Bij de Algemene afwijkingsregels is de afwijkingsbevoegheid voor het verleggen van de bestemmingsgrenzen komen te vervallen in verband met ontstane jurisprudentie. Hiervoor in de plaats is een Algemene wijzigingsregel opgenomen, om met een wijzigingsplan alsnog 5 meter af te wijken van de bestaande bestemmingsgrenzen.
  • 37. De bepaling over de mogelijkheid om bij nieuwbouw tussen de bestemmingen Wonen - Aaneen, Wonen - Patio of Wonen - Vrijstaand te kunnen kiezen, is herschreven.
  • 38. Bij de toetsing van een binnenplanse algemene afwijkingsregels is het wenselijk om beter te kunnen toetsen aan het begrip 'een goede ruimtelijke ordening'. Het gaat om het afwegingskader. Het doel is om de planologische opzet van een straat of wijk te handhaven en om een goed woon- en leefklimaat te blijven waarborgen. Een deel van deze bepaling komt uit het bestemmingsplan Wonen Holten. Vanwege de gewenste eenduidigheid in bouwregels is afstemming met het bestemmingsplan Wonen Holten gezocht. Door deze wens is het afwegingskader voor een binnenplanse algemene afwijkingsregels uitgebreid. De volgende bepalingen zijn toegevoegd aan het afwegingskader:
    • a. het 'straat- en bebouwingsbeeld'; bijvoorbeeld het niet toestaan dat de belangrijkste naar de weg gekeerde gevel, anders dan door erkers, wordt overschreden. Of bijvoorbeeld bij hoeksituaties uitbouwen terugleggen tot tenminste 3 meter achter het verlengde de voorgevel.
    • b. de 'stedenbouwkundige structuur'; bijvoorbeeld de afweging of wegen kunnen worden verlegd of groenzones wel of niet waardevol zijn.
    • c. de 'landschappelijke en natuurlijke waarden'; bijvoorbeeld de aantasting van ecologische zones of open gebieden zoals parken en essen.
    • d. de 'milieusituatie'; bijvoorbeeld de afweging kan plaatsvinden geluidsaspecten, zoals weg- en spoorlawaai of in het kader van de flora- en faunawetgeving.
    • e. de 'externe veiligheid', waarbij de afweging ontstaat om in de directe omgeving van bestaande en geprojecteerde risicobronnen wel of geen (beperkt) kwetsbare objecten en verblijfsobjecten te vergroten of te introduceren.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

Voor alle onderdelen van dit bestemmingsplan zoals hiervoor benoemd geldt dat het geen noemenswaardige toets aan het beleid vraagt. Dit komt omdat de hiervoor genoemde onderdelen een relatief beperkte impact hebben hetzij een beperkte tot geen nieuwswaarde hebben.

De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet ingevolge de Wet ruimtelijke ordening (Wro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 lid 1 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, water, externe veiligheid ect.) maar ook de economische uitvoerbaarheid van het plan. Voor de onderwerpen zoals deze in het vorige hoofdstuk zijn besproken geldt dat ze geen significant effect hebben op de ruimtelijke ordening en dat het uitvoerbaarheidsvraagstuk volgens de Wro dan ook buiten beschouwing kan blijven: hetzij het project is al uitgevoerd hetzij de uitvoerbaarheid is in een eerdere Wro-procedure al aangetoond.

Ingevolge de Wro moet bij vaststelling van een bestemmingsplan verhaal van plankosten zeker zijn gesteld. Voor dit bestemmingsplan geldt dat er geen andere plankosten zijn dan het opstellen en in procedure brengen van dit plan. Dit bestemmingsplan is in eigen beheer opgesteld. Voor de uren zijn binnen de dagelijkse begrotingen gelden beschikbaar. Hierdoor kan bewust afgezien worden van het opstellen van een exploitatieplan.

Hoofdstuk 4 Wijze van bestemmen

Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding (plankaart), planregels en een toelichting. De verbeelding (plankaart) en de planregels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de plankaart zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.

De bestemmingssystematiek in dit bestemmingsplan vindt zijn basis in het bestemmingsplan Wonen Holten. Alle gebruikte bestemmingen komen uit dat plan. Voor het overige kent dit plan geen specifieke bijzonderheden op het vlak van de wijze van bestemmen. Dit bestemmingsplan is wel bijzonder: de bijzonderheid is dat voor grote delen van Holten zowel het bestemmingsplan Wonen Holten geraadpleegd moet worden als ook dit bestemmingsplan Veegplan Wonen Holten. Voor enkele delen, geldt alléén dit bestemmingsplan. Voor welke gebieden of percelen dit geldt wordt in paragraaf 2.1 omschreven. Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.

Hoofdstuk 5 Procedure

5.1 Inspraak

Voor alle onderdelen van dit bestemmingsplan zoals hiervoor benoemd geldt dat er geen noemenswaardige wijzigingen gaan plaatsvinden. De genoemde onderdelen hebben een beperkte nieuwswaarde. Van een volledig inspraaktraject wordt dan ook afgezien. Wel komt er een projectpagina op de gemeentelijke website met extra informatie over het bestemmingsplan. Hiervan wordt openbaar en algemeen kennis gegeven.

5.2 Vooroverleg

Gezien de beperkte ruimtelijke impact van het bestemmingsplan wordt afgezien van vooroverleg met de provincie. Er worden geen nationale belangen geschaad. Het plan heeft geen gevolgen voor de waterhuishouding, waardoor geen overleg met de verschillende waterschappen noodzakelijk is.

5.3 Zienswijzen

Mochten er tijdens de terinzagelegging van het ontwerpplan zienswijzen binnenkomen dan worden deze door de gemeenteraad bij de vaststelling van het bestemmingsplan afgewogen. De eventuele weerlegging van de zienswijzen worden ter zijner tijd bij het vaststellingsbesluit gevoegd.

Er zijn geen zienswijzen ingediend.