direct naar inhoud van Artikel 10 Horeca
Plan: Wonen Holten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPHW2011000-0401

Artikel 10 Horeca

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. horeca, overeenkomstig de bestaande categorie 1, 2, 3 en 4 vermeld in de bij deze regels behorende Categorie-indeling horecabedrijven;
  • b. verkeers- en verblijfsvoorzieningen;
  • c. bestaande dienstwoningen;
  • d. nieuwbouw van dienstwoningen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • e. het behoud, herstel en versterking van de karakteristieke bebouwing, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek'.

10.2 Bouwregels
10.2.1 gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. de gebouwen worden gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen mag per bouwvlak 100% bedragen, dan wel niet meer bedragen dan de ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' aangegeven oppervlakte;
  • c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen bedragen niet meer dan de bestaande goot- en bouwhoogte verhoogd met maximaal 10%, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek' dienen de goot- en bouwhoogte van gebouwen niet meer dan de bestaande goot- en bouwhoogte te bedragen alsmede dient de bestaande kapvorm te worden gehandhaafd;
  • d. het aantal (dienst)woningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' de nieuwbouw van een bedrijfswoning is toegestaan;
  • e. in aanvulling en afwijking van vorenstaande regels gelden voor de gronden ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak' de volgende regels;
    • 1. het aaneengesloten terreinoppervlak per bedrijf bedraagt ten minste 7.500 m²;
    • 2. de minimum inhoud van een hoofdgebouw bedraagt ten minste 1.000 m3;
    • 3. het vloeroppervlak van de bij het hoofdgebouw behorende bijgebouwen, inclusief dienstwoning, niet meer mag bedragen dan 200% van het vloeroppervlak van het hoofdgebouw;
    • 4. dat voor een dienstwoning een maximum inhoud van 750 m3 is toegestaan, danwel de bestaande inhoud indien deze groter is.

10.2.2 bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen en carports zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen en carports zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2 m;
  • b. de hoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 6 m;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

10.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

  • a. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de verschijningsvorm van karakteristieke panden;

nadere eisen stellen aan:

  • 1. de plaats en de bouwhoogte van gebouwen en andere bouwwerken ten behoeve van het behoud van de karakteristieke verschijningsvorm van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';
  • 2. de plaats van gebouwen in die zin dat de gebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;
  • 3. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 10.2.1, onder e, sub 1: bij bestaande bedrijven tot een minimum oppervlakte gelijk aan die van het huidige oppervlakte;
  • b. lid 10.2.1, onder e, sub 2: bij bestaande bedrijven tot een minimum inhoud gelijk aan die van de huidige inhoud;
  • c. lid 10.2.1, onder c, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het bebouwingsbeeld en de verschijningsvorm van karakteristieke panden, voor het verhogen van de maximale goothoogte met 30% en/of een afwijkende kapvorm.

10.5 Specifieke gebruiksregels

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in elk geval wordt begrepen het gebruik van de gronden en bouwwerken als horecabedrijven in de vorm van bar-dancings, nachtclubs en discotheken.