Plan: | Buitengebied Rijssen-Holten, Broekweg 24 Holten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPB2016004-0401 |
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML- NL.IMRO.1742.BPB2016004-0401 met bijbehorende regels (en eventuele bijlagen);
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, uitgevoerd door (één van) de hoofdbewoner(s) van de woning, waarvan de activiteiten in hoofdzaak niet verkeersaantrekkend of milieuhinderlijk zijn, en geen betrekking hebbend op detailhandel of horeca-gerelateerde activiteiten, dat op kleine schaal in een woning en/of daarbij bijbehorend bouwwwerk wordt uitgeoefend, waarbij de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving ter plaatse;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een op de kaart blijkens de daarop voorkomende verklaring als zodanig opgenomen aanduiding, die aangeeft welke bestemming/aanduiding van toepassing is op de aangepijlde gronden;
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 m van de voorkant, van het hoofdgebouw;
een recreatiewoning, gastenverlijf of bijgebouw, welke een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, die voor mantelzorg geschikt is en waarbij sprake is van één huishouden op het perceel;
een economische eenheid met een minimale omvang van meer dan 11 NGE dat is gericht op het voortbrengen van produkten door het telen van gewassen "kwekerijen en houtteelt, daaronder niet begrepen" en/of door middel van het houden van dieren, niet zijnde een glastuinbouwbedrijf, een vis- of wormenkwekerij;
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
binnen de woning het bieden van de, ten opzichte van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan niet meer dan vier personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren, inzamelen en verhandelen van goederen, waarbij eventueel verkoopactiviteit uitsluitend plaatsvindt als ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop dan wel levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, enkel slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
ten aanzien van bebouwing:legaal aanwezige bebouwing, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning. Ten aanzien van gebruik:het legaal gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan.
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. Indien en voor zover meerdere bestemmingsvlakken middels een aanduiding met elkaar zijn verbonden worden deze aangemerkt als één bestemmingsvlak;
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
een (deel van) een agrarisch gebouw behorende bij een in werking zijnd agrarisch bedrijf met dien verstande dat het ondergeschikt is aan het agrarische bedrijf, niet groter dan 50 m2 per boerderijkamer en 300 m2 in totaal, waarbij wordt overnacht in zelfstandige eenheden, waarin keuken en/of sanitair zijn ondergebracht, al dan niet in combinatie met een dagverblijf. Het gaat om een vorm van verblijfsrecreatie die mede tot doel heeft de agrararische c.q. plattelandsomgeving te ervaren;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct hetzij indirect steun vindt in of op de grond;
een stallingsruimte voor caravans, campers en vouwwagens;
een plaatsgebonden gebouw, bestaande uit een lichte constructie, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning, dat geen vaste verankering in de grond heeft en binnen 24 uur demontabel is;
extensief medegebruik van gronden zoals niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen medegebruik;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
de verbeelding (plankaart) van het bestemmingsplan, bestaande uit de kaart(en) met identificatienummer NL.IMRO.1742.BPB2016004-0301;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, (waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop), het verkopen en/of leveren van goederen, geen motorbrandstoffen zijnde, aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; onder detailhandel vallen geen afhaalzaken en maaltijdbezorgdiensten;
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
een bedrijf dat is gericht op het telen van fruit;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
het bestemmingsplan Buitengebied Rijssen-Holten, Broekweg 24 Holten met indentificatienummer NL.IMRO.1742.BPB2016004-0301 van de gemeente Rijssen-Holten;
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend de functie houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de melding- en herplantplicht ex artikel 2 en 3 van de Boswet;
een tent, tentwagen, een kampeerauto, niet zijnde een stacaravan of een chalet;
een in of op het terrein aangegeven, zichtbaar gemarkeerde plek, door middel van nummering, stroomvoorziening, erfafscheiding of anderszins, voor het plaatsen of geplaatst houden van een kampeermiddel. Een bijzettentje voor bijvoorbeeld de kinderen wordt hierbij niet als afzonderlijk kampeermiddel aangemerkt;
een gebouw, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend tot het kweken van vruchten, groenten, bloemen of planten;
een gedeelte van een gebouw, dat aan de bovenzijde wordt afgedekt door de begane grondvloer van datzelfde gebouw;
een terrein of plaats geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van maximaal 25 stuks kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, met dien verstande dat stacaravans niet zijn toegestaan;
het voortbrengen van houtige en niet-houtige siergewassen, fruitbomen, struiken en vaste planten, onder meer bestemd voor tuinen en parken, één en ander in de vorm van vollegrondsteelt dan wel pot- of containerteelt;
het oppervlak (of de hoogte daarvan) van het land of de bovenkant van het terrein dat een bouwwerk omgeeft;
het bieden van zorg in een woning aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
melkvee met bijbehorend vrouwelijk jongvee, dat overwegend wordt gehouden voor de melkproductie, met inbegrip van dieren die in de mestperiode worden gemolken, tijdens de lactatie worden gemest dan wel zijn droog gezet en worden afgemest en vrouwelijk vleesvee ouder dan 2 jaar met bijbehorend vrouwelijk jongvee, dat op een met melkvee vergelijkbare manier wordt gehouden voor de vleesproductie en het voortbrengen en zogen van kalveren;
een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening;
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
een bouwwerk geen gebouw zijnde voorzien van een gesloten dak;
een persoonsgebonden overgangsrecht is een overgangsrecht zoals bedoeld in artikel 3.2.3 van het Besluit ruimtelijke ordening. Dit betekent dat het strijdige gebruik mag worden voortgezet door die perso(o)n(en) die op de datum van vaststelling van het bestemmingsplan een persoonsgebonden overgangsrecht hebben;
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan niet voorzien van een omheining;
De scheiding tussen percelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door één gebruiker worden benut;
een (deel van) een (voormalig) agrarisch gebouw of een cultuurhistorisch pand, welke blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in zelfstandige eenheden groter dan 50 m2 per plattelandsappartement, waarin keuken en/of sanitair zijn ondergebracht, al dan niet in combinatie met dagverblijf. Het gaat hier om een vorm van verblijfsrecreatie die mede tot doel heeft de agrararische c.q. plattelandsomgeving te ervaren;
een (deel van een) voormalig agrarisch gebouw of cultuurhistorisch pand, niet groter dan 50m2 per plattelandskamer en 300 m2 in totaal, waarbij wordt overnacht in kamers, al dan niet in combinatie met dagverblijf, beschikbaar is en waar keuken en sanitair in een gemeenschappelijke ruimte worden ondergebracht;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander persoon tegen vergoeding;
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
de teelt van bloemkwekerijgewassen, zoals snijbloemen, vaste planten en pot- en perkplanten, met behulp van kassen al dan niet gecombineerd met aan de teeltactiviteiten ondergeschikte handel, niet zijnde detailhandel, in op het betrokken bouwperceel geproduceerde gewassen.
een kampeermiddel, voorzien van een as-/wielstelsel, bestaande uit één bouwlaag met een breedte van niet meer dan 4,50 meter, dat dient voor recreatief (nacht)verblijf voor recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben. De stacaravan is niet plaatsgebonden en per direct (zonder dat daarvoor ingrijpende maatregelen genomen hoeven te worden) van zijn standplaats verrijdbaar;
kassen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
voorzieningen in, op of boven de grond die door agrarische bedrijven met plantaardige teelten worden gebruikt om de volgende doelen na te streven:
met dien verstande dat dit niet geldt voor vollegrondsteelt zoals bij wijnbouw, aspergeteelt en/of maïsteelt;
een blokhut waarvoor een vergunning ingevolge artikel 2.1 lid 1 a Wabo is vereist en dient als periodiek verblijf voor wisselende groepen van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben. Er is sprake van een trekkershut indien er sprake is van bedrijfsmatige exploitatie;
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
een agrarisch bedrijf dat naar aard en omvang en gelet op de arbeidsbehoefte als zodanig moet worden aangemerkt en waarvan de continuïteit voor een periode van ten minste 10 jaar redelijkerwijs is te verwachten. Het bedrijf dient te voorzien in het hoofdinkomen van het bedrijfshoofd. De arbeidsbehoefte en -omvang dienen ten minste één arbeidskracht te omvatten die qua tijdsbesteding volledig (voltijds) werkzaam is of zal zijn in het bedrijf;
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande weg, bestaande uit één hoofdrijbaan of hoofdrijbanen, daaronder niet begrepen de in-/uitvoegstroken, voorsorteervakken, weefvakken, fietspaden en parallelwegen;
een wijziging als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening;
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf de buitenwerkse gevelvlakken tot de kadastrale zijgrens van het perceel.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
loodrecht.
Bij het meten worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwvlak- of bestemmingsgrenzen niet meer dan 0,5 m bedraagt.
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
De voor Agrarisch - Agrarisch bedrijf aangewezen gronden zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarische bedrijf met daarbij behorende gebouwen (niet zijnde rijhallen), bouwwerken, geen gebouw zijnde, voorzieningen, beplanting, waterhuishoudkundige voorzieningen, tuinen, erven, agrarische gronden en bedrijfswoningen met dien verstande dat:
met dien verstande dat;
De voor Agrarisch - Agrarisch bedrijf aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten dienste van de bestemming.
Voor alle bouwwerken geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd ten behoeve van een volwaardig agrarisch bedrijf.
Voor bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
maximale goothoogte | 6m |
maximale bouwhoogte | 13m |
minimale dakhelling | 15º |
Voor bijbehorende bouwwerken ten behoeve van bedrijfswoningen gelden bovendien de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde perceel- en erfafscheidingen, gelden de volgende regels:
bouwwerk | hoogte |
voedersilo's | 15m |
mestsilo's | 8m |
luchtwassers | niet meer dan 2 meter boven nokhoogte van de bijbehorende stal |
windmolen | 10m |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, met dien verstande dat vrijstaande overkappingen en lichtmasten niet zijn toegestaan | 3m |
Voor bouwwerken, geen gebouw zijnde, niet zijnde perceel- en erfafscheidingen, gelden de volgende regels:
bouwwerk | hoogte |
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | 3m |
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:
het beginsel van bebouwingsconcentratie;
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in:
Een in 3.4 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
en geen sprake is van significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van gebieden die in het kader van de Natuurbeschermingswet als beschermd gebied worden aangemerkt.
Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend het gebruik, laten gebruiken of in gebruik geven van de gronden en bouwwerken voor:
Het in artikel 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing met betrekking tot:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in ieder geval niet gerekend:
Nevenfunctie | Maximaal aantal m2 | |
Gronden in gebruik voor de nevenfunctie | Bestaande bebouwing in gebruik voor nevenfunctie | |
Verkoop-aan-huis van streekeigen agrarische producten | - | 100 |
Ambachtelijke be- en verwerking van agrarische producten (kaasmakerij, ijsmakerij) | - | 200 |
Kano-, boot- of fietsenverhuur, huifkartochten | - | 100 |
Rondleidingen op het agrarisch bedrijf (voorzieningen hiervoor zoals ontvangstruimte) | Gehele bedrijf | 100 |
De bovengenoemde nevenactiviteiten zijn toegestaan, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken het bepaalde in:
Een in 3.6 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
en geen sprake is van significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van gebieden die in het kader van de Natuurbeschermingswet als beschermd gebied worden aangemerkt.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen en:
De wijzigingsbevoegdheid kan slechts worden toegepast indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
en geen sprake is van significante gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van gebieden die in het kader van de Natuurbeschermingswet als beschermd gebied worden aangemerkt.
De voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:
Op de voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde hoog aangewezen gronden mag, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, niet worden gebouwd.
Het bepaalde in 4.2 is niet van toepassing op:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2 en kan worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
Een in 4.3 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Een in 4.3 genoemde vergunning is niet vereist indien:
Aan een in 4.3 genoemde vergunning kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg de volgende voorwaarden worden verbonden:
Het is in onderstaande gevallen verboden om zonder een omgevingsvergunning een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid op gronden over een oppervlakte van 2.500 m² of meer uit te voeren of te laten uitvoeren die kan leiden tot het verstoren van de bodem tot een diepte van 0,5 m:
Het in 4.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde:
De voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en) (basisbestemming), mede bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de voor Waarde - Archeologische verwachtingswaarde middelhoog aangewezen gronden mogen, in afwijking van hetgeen in de overige regels is bepaald, geen bouwwerken worden gebouwd.
Het bepaalde in 5.2 is niet van toepassing op:
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2 en kan worden toegestaan dat wordt gebouwd ten dienste van en conform de (basis)bestemming.
Een in 5.3 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien:
Een in 5.3 genoemde vergunning is niet vereist indien:
Aan een in 5.3 genoemde vergunning kunnen in het belang van de archeologische monumentenzorg de volgende voorwaarden worden verbonden:
Het is in onderstaande gevallen verboden om zonder een omgevingsvergunning een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheid op gronden over een oppervlakte van 5.000 m² of meer uit te voeren of te laten uitvoeren die kan leiden tot het verstoren van de bodem tot een diepte van 0,5 m:
Het in 5.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde:
Onverminderd het bepaalde in de overige artikelen dienen, wanneer gebouwen worden gebouwd op gronden grenzend aan een verkeersbestemming de volgende afstanden uit de as van de meest nabijgelegen rijbaan van de op de kaart nader onderscheiden wegen in acht genomen:
bestemming | afstand |
Verkeer - 1 | 100 m |
Verkeer - 2 | 50 m |
Verkeer - 3 | 20 m |
Verkeer - Onverhard | 10 m |
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 6.1 ten behoeve van een kleinere afstand tot de as van de weg, indien dat uit stedenbouwkundig oogpunt ter plaatse aanvaardbaar is en uit overleg met de wegbeheerder blijkt dat daar uit oogpunt van het wegbeheer en de verkeersveiligheid geen bezwaar tegen bestaat.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van:
mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Indien en voor zover gronden zijn gelegen binnen een zone van 500 meter van de spoorlijn Deventer-Wierden mogen toegelaten geluidgevoelige functies uitsluitend worden gerealiseerd met inachtneming van de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder of een vastgestelde hogere grenswaarde.
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wabo wordt in ieder geval begrepen; het gebruiken, te doen of laten gebruiken of in gebruik te geven van bebouwde en onbebouwde gronden ten behoeve van:
Onder een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet verstaan:
Ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen bij Agrarisch - Agrarisch bedrijf in 3.6 en 3.7.
Ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - landbouwontwikkelingsgebied zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen bij Agrarisch - Agrarisch bedrijf in 3.6 en 3.7.
Ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - verwevingsgebied zijn specifieke regels van toepassing die zijn opgenomen bij bij Agrarisch - Agrarisch bedrijf in 3.6 en 3.7.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:
Een in 9.1.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Voor een besluit tot het stellen van een nadere eis geldt de volgende voorbereidingsprocedure:
De wettelijke regelingen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van vaststelling van het plan.
De adressen waarnaar in de regels van dit plan wordt verwezen betreffen de adressen, zoals deze op de verbeelding (plankaart) zijn terug te vinden ten tijde van de vaststelling van het plan.
De regels worden aangehaald als: Regels van het Buitengebied Rijssen-Holten, Broekweg 24 Holten.