Plan: | Verbindingsweg Dodewaard |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1740.bpVerbindingsweg-vst1 |
Dit bestemmingsplan is opgesteld op basis van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het bestemmingsplan omvat een verzameling geometrisch bepaalde objecten, die is opgeslagen in een digitaal ruimtelijk informatiesysteem en die te raadplegen is via een interface, zoals een website. Het bestemmingsplan voldoet aan de Regeling standaarden ruimtelijke ordening zoals in het besluit Ruimtelijke ordening is aangegeven. Deze standaarden betreffen regels over de vormgeving (SVBP2008), naamgeving en kwaliteitskenmerken van bestanden (STRI2008) en de plansystematiek (IMRO2008).
Het bestemmingsplan met de daarbij behorende toelichting wordt langs elektronische weg vastgelegd en in die vorm vastgesteld. Een volledige verbeelding daarvan op papier wordt gelijktijdig vastgesteld.
De volledige verbeelding op papier voor dit bestemmingsplan omvat deze toelichting, de bijlagen bij de toelichting, de regels en een verbeelding.
Indien na vaststelling de inhoud van het langs elektronische weg vastgelegde bestemmingsplan, en die van de verbeelding daarvan op papier tot een verschillende uitleg aanleiding geeft, is de eerstbedoelde inhoud beslissend.
In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de wijze waarop de voorkomende functies in het bestemmingsplan worden geregeld. De planopzet is gebaseerd op het handboek van de gemeente Neder-Betuwe. De van het bestemmingsplan deeluitmakende planregels worden - voor zo ver nodig geacht - van een nadere toelichting voorzien. De planregels geven inhoud aan de op de verbeelding gegeven bestemmingen. De regels geven aan waarvoor de gronden en opstallen al dan niet mogen worden gebruikt en wat en hoe er mag worden gebouwd.
Bij de opzet van de planregels is enerzijds vastgelegd wat noodzakelijk is voor de rechtszekerheid van omwonenden. Anderzijds is flexibiliteit aangehouden waar mogelijk voor de verdere detaillering van het ontwerp.
De regels bestaan uit de volgende hoofdstukken:
Hoofdstuk 1: Inleidende regels
In de inleidende regels worden begrippen en afkortingen verklaard die in de regels worden gebruikt (art. 1). Deze zijn opgenomen om de regels eenduidig te kunnen uitleggen. In art.2 is aangegeven op welke wijze moet worden gemeten.
Hoofdstuk 2: Bestemmingsregels
In de bestemmingsartikelen zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven overeenkomstig het handboek van de gemeente Neder-Betuwe.
Het onderhavige bestemmingsplan kent de volgende zeven bestemmingen, 'Verkeer', 'Water', 'Water-Waterkering', 'Waarde-Archeologie 1', 'Waarde-Archeologie 3', 'Waarde-Archeologie 4' en 'Waterstaat-Beheerszone watergang'. Tevens is een aanduiding 'Vrijwaringszone-dijk' opgenomen. Onderstaand worden deze bestemmingen en de aanduiding kort toegelicht.
Artikel 3: Verkeer
Binnen de bestemming 'Verkeer' valt niet alleen de weg zelf, maar ook de daarbij behorende fiets- en voetpaden met bermen, bijbehorende voorzieningen, buis- en kabelleidingen en watergangen. Binnen deze bestemming mogen alleen masten ten behoeve van verlichting en verkeers- en verwijsborden, geluidwerende voorzieningen, abri's en rijwielstallingen en overige bouwwerken geen gebouw zijnde ten behoeve van de bestemming worden gerealiseerd.
Artikel 4: Water
Binnen de bestemming 'Water' zijn de gronden bestemd voor waterpartijen en watergangen ten behoeve van de waterhuishouding, maar ook voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden en natuurwaarden behorende bij dit water.
Bouwwerken zijn alleen toegestaan ten behoeve van de bestemming.
Artikel 5: Water-Waterkering
Binnen de bestemming 'Water-Waterkering' zijn de gronden bestemd voor de (hoofd)waterkering, verkeerswegen, de instandhouding, herstel en ontwikkeling van landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan rivierdijken, alsmede extensief dagrecreatief medegebruik. Het is niet toegestaan bouwwerken te bouwen binnen deze bestemming.
Artikel 6: Waarde-Archeologie 1
Binnen de bestemming 'Waarde-Archeologie 1' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor het behoud en de bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.
Op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht ten dienste van de doeleinden die zijn beschreven in de bestemmingsomschrijving en ten behoeve van andere daar voorkomende bestemmingen gebonden aan de bepalingen die daarover zijn opgenomen in de regels, met als extra voorwaarde dat dit niet geldt voor het bouwen in de bodem tot een diepte van 30 cm onder het bestaande maaiveld.
Aan deze bestemming zijn nadere eisen verbonden die erop gericht zijn dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Artikel 7: Waarde-Archeologie 3
Binnen de bestemming 'Waarde-Archeologie 3' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor het behoud en de bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.
Op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht ten dienste van de doeleinden die zijn beschreven in de bestemmingsomschrijving en ten behoeve van andere daar voorkomende bestemmingen gebonden aan de bepalingen die daarover zijn opgenomen in de regels, waarbij een nieuw te bouwen oppervlak niet groter mag zijn dan 100 m².
Aan deze bestemming zijn nadere eisen verbonden die erop gericht zijn dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Artikel 8: Waarde-Archeologie 4
Binnen de bestemming 'Waarde-Archeologie 4' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor het behoud en de bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.
Op deze gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde worden opgericht ten dienste van de doeleinden die zijn beschreven in de bestemmingsomschrijving en ten behoeve van andere daar voorkomende bestemmingen gebonden aan de bepalingen die daarover zijn opgenomen in de regels, waarbij het nieuw te bebouwen oppervlak niet groter mag zijn dan 500 m² met als extra voorwaarde dat dit niet geldt voor het bouwen in de bodem tot een diepte van 30 cm onder het bestaande maaiveld.
Aan deze bestemming zijn nadere eisen verbonden die erop gericht zijn dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Artikel 9: Waterstaat-Beheerszone watergang
Binnen de bestemming 'Waterstaat-Beheerszone watergang' zijn de gronden, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, ook bestemd voor bescherming, beheer en verbetering van watergangen en voorzieningen voor de waterhuishouding.
Hoofdstuk 3: Algemene regels
De algemene regels tenslotte bestaan uit regels die voor alle onderdelen van het plan van toepassing zijn. Deze bestaan uit een anti-dubbeltelregel, aanduidingsregels, en algemene afwijkings- en wijzigingsregels.
Artikel 11: Aanduidingsregels
Vrijwaringszone-dijk (art. 11.1)
De gronden waarop de aanduiding 'Vrijwaringszone-dijk' van toepassing is zijn bestemd voor de bescherming en het beheer van de aangrenzende (hoofd)waterkering en voor werkzaamheden in het kader van de verbetering van de aangrenzende (hoofd)waterkering.
Hoofdstuk 4: Overgangs- en slotregels
In de loop van de tijd kan het gebruik van grond of een gebouw gaan afwijken van datgene wat mogelijk is op basis van het bestemmingsplan. In de overgangsregels wordt geregeld tot hoeverre deze afwijkingen zijn toegestaan.
In de slotregel wordt de naam van het plan aangehaald.