Plan: | Ondersteunende horeca |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1740.bpOndersteunhoreca-vst1 |
De gemeente Neder-Betuwe heeft recentelijk bestemmingsplannen vastgesteld voor Dodewaard, Echteld, Kesteren, Ochten en Opheusden. Bij het werken met deze plannen in de dagelijkse praktijk is een probleem ontdekt. Er is bepaald dat horeca bij maatschappelijke bestemmingen en bij sportbestemmingen niet een groter bedrijfsvloeroppervlakte mag hebben dan 20% en geen groter verkoopvloeroppervlakte mag hebben dan 30 m2. Dit wringt met de dagelijkse praktijk. De oppervlaktemaat is bijna altijd groter en de Drank- en Horecawet eist dat de oppervlakte ten minste 35 m2 moet zijn om vergunning te kunnen verlenen voor het schenken van alcoholische dranken .
Via voorliggend bestemmingsplan wordt in alle onderliggende bestemmingsplannen de oppervlakteregeling geschrapt. In de plaats daarvan komt een nieuwe regeling (zie hoofdstuk 2).
Het plangebied betreft de volgende locaties (met erachter de naam van het bestemmingsplan en de bijhorende bestemming):
Voorliggend bestemmingsplan is een partiële herziening van alle hiervoor genoemde geldende plannen in dat plangebied. Een partiële herziening wordt vaak ook wel 'parapluplan' genoemd. Een partiële herziening herziet de onderliggende plannen op een onderdeel (en soms op meer). Voorliggend bestemmingsplan Ondersteunende horeca verwijdert in de onderliggende plannen de bepalingen dat het oppervlak niet groter mag zijn dan 30 m2 en dat het niet groter mag zijn dan 20% van het bedrijfsvloeroppervlak en voegt er een nieuwe regeling aan toe. Voor al het overige blijft het bepaalde in de onderliggende, de geldende, bestemmingsplannen onverminderd van kracht (tot het moment dat de onderliggende plannen geheel herzien worden en daarmee vervallen).
Als beschreven in hoofdstuk 1 is de regeling voor ondersteunende horeca in de dagelijkse praktijk niet toepasbaar. Deze regeling wordt daarom uit de verschillende plannen gehaald. Daarvoor in de plaats komt een nieuwe regeling. De doelstelling van deze nieuwe regeling is om het ruimtelijke effect te reguleren en niet een exact aantal vierkante meters. Immers: een grote sportkantine kan vanuit ruimtelijke optiek prima functioneren in de omgeving zonder overlast met een grotere maat en een kleine 'bar' in een maatschappelijke instelling ergens in een woonwijk kan best voor overlast zorgen.
Instellingen met de bestemming Maatschappelijk en Sport mogen horeca uitoefenen. Belangrijk daarbij is het volgende:
De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet ingevolge de Wet ruimtelijke ordening (Wro) aangetoond worden (artikel 3.1 lid 3 van de Wro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, ect.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Voor voorliggend plan geldt dat het een gebruiksbepaling betreft bij bestaande voorzieningen welke feitelijk al functioneren zoals de regeling beoogt. Voorliggend plan heeft daarmee geen effect op aspecten zoals omschreven in de Wet geluidhinder, regelgeving omtrent lucht, archeologie, ecologie, bodem etc. De desbetreffende instellingen dienen, uiteraard, wel gewoon te voldoen aan andere wettelijke bepalingen zoals bijvoorbeeld het Activiteitenbesluit en de Drank- en Horecawet. De verharding neemt door dit bestemmingsplan niet toe waardoor ook water geen uitvoeringsvraagstukken met zich mee brengt. Voorliggend bestemmingsplan is daarmee uitvoerbaar in de zin van de Wet ruimtelijke ordening.
Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan dient, op grond van artikel 3.1.6 lid 1, sub f van het Bro, onderzoek plaats te vinden naar de (economische) uitvoerbaarheid van het plan. In principe dient bij vaststelling van een ruimtelijk besluit tevens een exploitatieplan vastgesteld te worden om verhaal van plankosten zeker te stellen. Op basis van 'afdeling 6.4 grondexploitatie', artikel 6.12, lid 2 van de Wro kan de gemeenteraad bij het besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan echter besluiten geen exploitatieplan vast te stellen indien:
Planspecifiek
Voorliggend plan wordt gemaakt in het kader van de actualisatie van de bestemmingsplannen. Voorliggend plan kent geen nieuwe ontwikkelingen. Voor dit plan zijn er, behalve de ambtelijke kosten en de advieskosten, verder geen kosten. Dit plan kent geen verhaalbare kosten. In het kader van de actualisatie is voorzien in deze kosten.
Voor het bestemmingsplan is gebruik gemaakt van de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012.
Dit bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Ook is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan. Tot slot maakt een eventuele bijlage onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
Voorliggend plan is een partiële herziening (zie ook de inleiding in 1.2). De onderliggende bestemmingsplannen blijven derhalve onverminderd van kracht. Via een algemene gebruiksbepaling in hoofdstuk 3, het artikel 'Overige regels' wordt een deel van de onderliggende bestemmingsplannen 'geschrapt' en deels 'aangevuld': het betreft het schrappen van de oppervlaktemaat van maximaal 30 m2 en het bepalen dat de horeca ondergeschikt en ondersteunend moet zijn aan de functie.
Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.6 van het Bro.
Het bestemmingsplan wordt volgens de gebruikelijke procedure voor de bestemmingsplannen ter inzage gelegd. Eenieder kan dan voor een periode van zes weken eventueel zijn zienswijze op het bestemmingsplan kenbaar maken. Naar aanleiding van deze ronde kunnen wijzigingen in het bestemmingsplan worden verwerkt.
Het plan wordt daarna vastgesteld.
Omdat voorliggend plan weinig nieuwswaarde kent is er voor gekozen om geen vooroverleg te houden.
Omdat voorliggend plan geen nieuwswaarde kent is er voor gekozen om geen inspraak te houden.
In deze paragraaf, of in een separate bijlage, worden te zijner tijd de zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan en de gemeentelijke reactie hierop opgenomen.