direct naar inhoud van Regels
Plan: Opheusden, ABC-bedrijfskavels zuidzijde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1740.bpOPpottenveldA-vst1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Plan

het bestemmingsplan Opheusden, ABC-bedrijfskavels zuidzijde met identificatienummer NL.IMRO.1740.bpOPpottenveldA-vst1 van de gemeente Neder-Betuwe.

1.2 De verbeelding

de analoge en digitale voorstelling van de in het bestemmingsplan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;

1.3 Bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlage;

1.4 Aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 Aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 Afwijken van de bouwregels en/of van de gebruiksregels

een afwijking als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c, van de Wet ruimtelijke ordening;

1.7 Bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;

1.8 Bebouwingspercentage

het percentage van gronden, nader bepaald in de regels, dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.9 Bedrijf

een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen;

1.10 Bedrijfsbouwwerk

een bouwwerk, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.11 Bestaand
  • a. bij bouwwerken: een bouwwerk dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat of wordt gebouwd, dan wel nadien kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, waarvoor de aanvraag voor het tijdstip van inwerkingtreding is ingediend, tenzij in de regels anders is bepaald;
  • b. bij gebruik: het gebruik dat op het moment van inwerkingtreding van het plan bestaat, tenzij in de regels anders is bepaald;
1.12 Bedrijfsgebouw

een gebouw, dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.13 Bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.14 Bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.15 Bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.16 Bijgebouw

een vrijstaand dan wel aangebouwd gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen niet als hoofdgebouw kan worden aangemerkt en dat bouwkundig of architectonisch ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;

1.17 Bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.18 Bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.19 Bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.20 Bouwperceelgrens

de grens van een bouwperceel;

1.21 Bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.22 Bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.23 Bruto vloeroppervlak

Oppervlakte van het gebied dat wordt begrensd door de buitenomtrek van de omringende opgaande scheidingsconstructies, gemeten op vloerniveau(s);

1.24 Detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit en waarbij een showroom en/of verkoopruimte ter plaatse aanwezig is; horeca-activiteiten zijn hieronder niet begrepen;

1.25 Dienstverlening

dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksgerichte functie zoals wasserette, kapsalon, schoonheidssalon, opticien, autorijschool, videotheek, uitzendbureau, reisbureau, bank, postkantoor, telefoon-/internetdienst, makelaarskantoor, foto-atelier (inclusief ontwikkelen), kopieerservicebedrijf, schoenreparatiebedrijf, alsmede naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven;

1.26 Gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.27 Gebruiken

gebruiken, het doen gebruiken, laten gebruiken en in gebruik geven;

1.28 Hoofdgebouw

een gebouw, dat op een bouwperceel, door zijn bestemming, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;

1.29 Kamerbewoning

het bewonen van (een gedeelte van) een woning door meer dan één huishouden, met dien verstande dat het bewonen van kamers zonder eigen voorzieningen, zoals een badkamer en keuken, door maximaal twee personen, waarbij de eigenaar (hospita) in dezelfde woning woont, niet als kamerbewoning wordt aangemerkt;

1.30 Kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een grenswaarde voor het risico dan wel een risicoafstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

1.31 Kwetsbare groepen

doelgroepen met een permanente functionele beperking. Concreet groepen van personen die door geestelijke of lichamelijke beperkingen of door zeer jonge leeftijd of door detentie niet in staat zijn om zichzelf zonder daadwerkelijke hulp van buitenaf binnen korte tijd in veiligheid te brengen (vluchten) of bescherming te zoeken tegen de nadelige effecten van een calamiteit (schuilen);

1.32 laanboomteelt gerelateerde bedrijven

een bedrijf waarbinnen uitsluitend of overwegend arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van de laanboomteelt;

1.33 Luifel

afdak of overkapping met een diepte van tenminste 1 m, aan of bij een gebouw, al of niet ondersteund;

1.34 Nadere eis

een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 eerste lid onder d van de Wet ruimtelijke ordening;

1.35 Omgevingsvergunning

een vergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.36 Ondergronds

onder peil;

1.37 Ondergeschikte detailhandel

detailhandel die als activiteit in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de hoofdfunctie en waarbij geen specifieke inrichting voor de detailhandelsfunctie is toegestaan. Maximaal 20% van het bvo mag gebruikt worden voor een dergelijke functie;

1.38 Overkapping

bouwwerken, geen gebouwen zijnde met één dakvlak en maximaal één gesloten wand;

1.39 Peil
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte aansluitende maaiveld;
  • c. indien in of op het water wordt gebouwd: de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vaste land;
1.40 Seksinrichting

een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;

1.41 Risicovolle inrichting

inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, zoals dit geldt op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan.

1.42 Uitvoeren

uitvoeren, het doen uitvoeren, laten uitvoeren en in uitvoering geven.

1.43 Woning

een complex van intern met elkaar in verbinding staande ruimten, in een (gedeelte van een) gebouw, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.44 zeer kwetsbare gebouwen

een gebouw met één van de volgende gebruiksfuncties, alleen voor zover het gaat om die gebruiksfunctie en nevengebruiksfuncties daarvan:

  • a. een woonfunctie voor 24-uurszorg;
  • b. een bijeenkomstfunctie:
    • 1. voor kinderopvang; of
    • 2. voor dagverblijf van personen met een lichamelijke of geestelijke beperking;
  • c. een celfunctie voor dwangverblijf van personen;
  • d. een gezondheidszorgfunctie met een bedgebied, of
  • e. een onderwijsfunctie:
    • 1. voor basisschoolonderwijs; of
    • 2. voor onderwijs aan minderjarigen met een lichamelijke of geestelijke beperking.

Artikel 2 Wijze van meten

2.1 Algemeen

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1.1 De afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens

tussen de zijdelingse grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;

2.1.2 De bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.1.3 De goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;

2.1.4 De inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.1.5 De oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.1.6 De lengte, breedte en diepte van een bouwwerk

de buitenwerks tussen de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidingsmuren gemeten grootste afstand.

2.2 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, bedrijfsinstallaties, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt, met dien verstande dat de overschrijding op bedrijfsgebouwen niet meer dan 3 m mag bedragen.

2.3 Meten

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de verbeelding en op de schaal waarin het plan is vastgesteld.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. aan laanboom gerelateerde bedrijven behorende tot maximaal milieucategorie 3.2, met in acht name van het bepaalde in artikel 3.1.1;
  • b. bijbehorende voorzieningen en opslag;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen, alsmede (ondergrondse) waterbergings- en infiltratievoorzieningen;
  • d. wegen en paden;
  • e. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. groenvoorzieningen.

3.1.1 laanboomteelt gerelateerd bedrijf

Er is sprake van aan de laanboomteelt gerelateerd bedrijf, zoals bedoeld in artikel 3.1, sub a, indien uit een onafhankelijk advies, van een terzake kundige blijkt dat:

  • a. het bedrijf in overwegende mate aan de laanboombranche is gerelateerd of daaraan ondersteunend is;
  • b. de omzet van het bedrijf voor ten minste 70% voortkomt uit aan laanboom gerelateerde bedrijfsactiviteiten;
  • c. de bedrijfsactiviteiten en de ruimtelijke impact van het bedrijf passend zijn binnen het Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden' d.d. juli 2017 (Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden, Gelders Genootschap namens de gemeente Neder-Betuwe, juli 2017), zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Op de gronden binnen deze bestemming zijn uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan, die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwd uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn'', dient de voorgevel van het gebouw te zijn gebouwd op deze lijn;
  • c. het bebouwingspercentage binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
  • d. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven
  • e. de afstand tot de bouwperceelgrens mag niet minder dan 5 meter bedragen.

3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen maximaal 2,5 m;
  • b. overkappingen zijn slechts toegestaan achter de naar de openbare weg toegekeerde gevel met een maximale bouwhoogte van 4 m en met een totale maximale oppervlakte van 30 m²;
  • c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 2,5 m.

3.2.4 Voorwaardelijke verplichting landschappelijk inpassingsplan

Een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in lid 3.2 kan slechts verleend worden indien een door bevoegd gezag goedgekeurd landschappelijk inpassingsplan conform het 'Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden' d.d. juli 2017 (Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden, Gelders Genootschap namens de gemeente Neder-Betuwe, juli 2017), zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels, is overlegd.

3.2.5 Voorwaardelijke verplichting parkeren
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in lid 3.2 wordt slechts verleend, indien bij de aanvraag wordt aangetoond dat voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein en veilig gesteld is dat deze parkeergelegenheid in stand wordt gehouden.
  • b. Van voldoende parkeergelegenheid is sprake, indien wordt voldaan aan de Nota Parkeernormen 2017 of de nadien gewijzigde beleidsregels met betrekking tot parkeren, zoals die gelden ten tijde van de indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen.

3.2.6 Voorwaardelijke verplichting aanvullend onderzoek trillingshinder

Een omgevingsvergunning voor het bouwen als bedoeld in lid 3.2 kan slechts verleend worden indien door een aanvullend onderzoek naar trillingsonderzoek wordt aangetoond:

  • a. of er sprake is en zo ja, in welke mate trillingshinder van railverkeer optreedt voor personen en/of trillingsgevoelige apparatuur en;
  • b. indien er sprake is van hinder, welke maatregelen genomen worden zodat er geen sprake is van onevenredige trillingshinder.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Overschrijden bouwhoogte

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in afwijking van de bouwregels zoals opgenomen in 3.2.2 de maximale bouwhoogte 2 m te verhogen, mits dit passend is binnen het Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden' d.d. juli 2017 (Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden, Gelders Genootschap namens de gemeente Neder-Betuwe, juli 2017), zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels en hierdoor geen extra verdiepingsvloer ontstaat.

3.3.2 Overschrijden bebouwingspercentage

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in afwijking van de bouwregels zoals opgenomen in 3.2.2 gebouwen een overschrijving van het bebouwingspercentage toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de ontwikkeling is passend binnen het Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden' d.d. juli 2017 (Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden, Gelders Genootschap namens de gemeente Neder-Betuwe, juli 2017), zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels;
  • b. de ruimtelijke en functionele karakteristiek wordt niet onevenredig aangetast;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken wordt niet onevenredig aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding is gewaarborgd;
  • e. op het eigen terrein blijft voldoende parkeer-, laad- en losruimte aanwezig.

3.3.3 Overschrijden afstand bouwperceelsgrens

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in afwijking van de bouwregels zoals opgenomen in 3.2.2 gebouwen op binnen 5 meter van de bouwperceelsgrens toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het bouwen buiten het bouwvlak is passend binnen het Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden' d.d. juli 2017 (Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden, Gelders Genootschap namens de gemeente Neder-Betuwe, juli 2017), zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels;
  • b. de ruimtelijke en functionele karakteristiek wordt niet onevenredig aangetast;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken wordt niet onevenredig aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding is gewaarborgd;
  • e. op het eigen terrein blijft voldoende parkeer-, laad- en losruimte aanwezig.

3.3.4 Bouwen buiten het bouwvlak

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in afwijking van de bouwregels zoals opgenomen in 3.2.2 gebouwen buiten het bouwvlak toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. het bouwen buiten het bouwvlak is passend binnen het Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden' d.d. juli 2017 (Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden, Gelders Genootschap namens de gemeente Neder-Betuwe, juli 2017), zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels;
  • b. de ruimtelijke en functionele karakteristiek wordt niet onevenredig aangetast;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken wordt niet onevenredig aangetast;
  • d. de verkeersveiligheid, brandveiligheid c.q. brand- en rampenbestrijding is gewaarborgd;
  • e. op het eigen terrein blijft voldoende parkeer-, laad- en losruimte aanwezig.

3.3.5 afwijken parkeernormen

Burgermeesters en wethouders zijn bevoegd in afwijking van de parkeerregeling zoals opgenomen in 3.2.5 af te wijken van de parkeernomen uit de Nota Parkeernormen, waarbij geldt dat aangetoond wordt dat;

  • a. de afwijking noodzakelijk is vanuit een normale bedrijfsvoering;
  • b. de afwijkende norm in voldoende mate voorziet in de parkeerbehoefte van de beoogde functie, waarbij dit onderbouwd wordt aan de hand van de specifieke bedrijfssituatie;
  • c. de parkeerdruk in het openbaar gebied niet onevenredig toeneemt.
  • d. de inrichting van de parkeergelegenheden passend is binnen de ruimtelijke kwaliteitskaders zoals opgenomen in bijlage 1 en de parkeervrije zone zoals nader bepaald in 11.3.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Als gebruik in strijd met de bestemming conform lid 3.1 wordt in ieder geval begrepen:

  • a. de opslag van goederen en materieel in de openlucht;
  • b. het inwerking hebben van een risicovolle inrichting;
  • c. verblijf, al dan niet gedurende een gedeelte van de dag, van kwetsbare groepen;
  • d. de oprichting en ingebruikname van 'zeer kwetsbare gebouwen'.

3.4.2 Landschappelijke inpassing

Gebruik overeenkomstig de bestemming conform lid 3.1 is enkel toegestaan onder de voorwaarde:

  • a. dat er binnen een termijn van maximaal 2 jaar uitvoering wordt gegeven aan de aanleg en instandhouding van het landschappelijk inpassingsplan zoals opgenomen in lid 3.2.4;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a kunnen Burgemeester en Wethouders afwijkingen van landschappelijk inpassingsplan toestaan, mits deze voldoet aan het bepaalde binnen het Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden' d.d. juli 2017 (Ruimtelijk Kwaliteitskader Agro Business Centrum Opheusden, Gelders Genootschap namens de gemeente Neder-Betuwe, juli 2017) , zoals opgenomen in bijlage 1 bij de regels.
3.5 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.

Artikel 4 Verkeer

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fiets- en voetpaden met bermen;
  • b. bijbehorende voorzieningen, waaronder parkeervoorzieningen;
  • c. buis- en kabelleidingen voor riolering, nutsbedrijven en overeenkomende doeleinden;
  • d. watergangen­ en andere voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding;
  • e. instandhouding, dan wel herstel en ontwikkeling, van de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan wegbermen.
4.2 Bouwregels

Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

  • a. masten ten behoeve van verlichting en verkeers- en verwijsborden tot niet hoger dan 10 m;
  • b. abri's en rijwielstallingen waarbij voldaan moet worden aan:
    • 1. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 15 m2;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m.
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming waarbij voldaan moet worden aan:
    • 1. de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 10 m2;
    • 2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 2 m.

Artikel 5 Water

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Water aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterhuishoudkundige doeleinden;
  • b. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waterafvoer en waterberging;
  • c. waterstaatkundige kunstwerken, bruggen en andere waterstaatswerken;
  • d. beeldende kunstwerken;
  • e. vijvers;

één en ander met de bijbehorende voorzieningen zoals bermen, paden, beschoeiingen e.d.

5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

De bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen aan het volgende te voldoen:

  • a. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de verkeersgeleiding en wegverlichting mag niet meer bedragen dan 8 m.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 4 m.

Artikel 6 Leiding - Riool

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Riool aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het transport van afvalwater door een rioolwaterpersleiding ter plaatse van de aanduiding “hartlijn leiding – riool”.

6.2 Bouwregels

Op de gronden met de bestemming Leiding - Riool mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de bestemming worden gebouwd.

6.3 Afwijken van de bouwregels
6.3.1 Algemeen

Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in lid 6.3.2 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor:

  • a. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad;
  • b. gehoord de betrokken leidingbeheerder, is gebleken dat hierdoor de belangen van de bescherming van de desbetreffende leidingen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.

6.3.2 Bouwwerken

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de in lid 6.1 bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen.

6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
6.4.1 Algemeen

Het is verboden binnen de bestemming Leiding - Riool de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden welke direct zijn gericht op het storten, deponeren of op andere wijze opslaan van, van elders aangevoerde, grond, puin of afvalmaterialen;
  • b. het aanplanten van een houtopstand, waaronder begrepen een productieboomgaard, een zacht-fruitopstand, een (boom)kwekerij of een windsingel;
  • c. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden;
  • d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • e. het indrijven van voorwerpen in de grond;
  • f. buis- en kabelleidingen voor riolering, nutsbedrijven en overeenkomstige doeleinden.

 

6.4.2 Geen omgevingsvergunning vereist

Het in lid 6.4.1 vervatte verbod geldt niet voor:

  • a. werken en werkzaamheden binnen het kader van het normale onderhoud, beheer of herstel van de functies, die het plan aan de gronden toekent;
  • b. werken en werkzaamheden binnen het kader van de normale agrarische bedrijfsvoering en bodemexploitatie;
  • c. werken en werkzaamheden welke ten tijde van het van kracht worden van het bestemmingsplan in uitvoering waren;
  • d. werken en werkzaamheden ten aanzien waarvan door het bevoegd gezag is medegedeeld dat deze werken of werkzaamheden, wat aard en omvang betreft, van zodanige ondergeschikte betekenis zijn, dat voor de uitvoering daarvan geen omgevingsvergunning wordt vereist.

6.4.3 Verlenen omgevingsvergunning

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 6.4.1, zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden, gehoord de betrokken leidingbeheerder, is gebleken dat hierdoor de belangen van de bescherming van de desbetreffende leidingen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.

Artikel 7 Waterstaat - Waterlopen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor aanleg, onderhoud en bescherming van een watergang.

7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming alsmede de bestemming Water.

7.3 Afwijken van de bouwregels
7.3.1 Afwijking

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2.1 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, mits hierbij uit hoofde van de bescherming van de A-watergang geen bezwaar bestaat.

7.3.2 Advies beheerder watergang

Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld 7.3.1 winnen zij schriftelijk advies in bij de beheerder van de watergang.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 8 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 9 Algemene bouwregels

9.1 Bestaande situatie

Ongeacht het in deze regels bepaalde ten aanzien van de situering en de maximale maten van bebouwing, geldt voor bestaande legale bebouwing dat, indien de bestaande situering en/of maten afwijken van de ingevolge deze regels toegestane situering en/of maten, de bestaande situering tevens en/of bestaande maten als maximaal toegestaan worden beschouwd.

Artikel 10 Algemene gebruiksregels

10.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of bouwwerken binnen deze bestemming ten behoeve van:

  • a. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van zelfstandige bewoning en afhankelijke woonruimte;
  • b. kamerbewoning;
  • c. seksinrichtingen;
  • d. detailhandel, inclusief internetverkoop, waarbij de te koop aangeboden goederen worden opgeslagen, tentoongesteld en/of kunnen worden afgehaald;
  • e. dienstverlening.

Artikel 11 Algemene aanduidingsregels

11.1 geluidzone - spoor
11.1.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding "geluidzone - spoor" mogen geen woningen worden gebouwd.

11.1.2 Bouwregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.1.1 voor de bouw van een woning indien voldaan kan worden aan de vereisten ten aanzien van "zones langs spoorwegen" in de Wet geluidhinder zoals deze wet luidt ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

11.2 vrijwaringszone - weg
11.2.1 Algemeen

Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - weg", voor zover niet behorend tot gronden met de bestemming Verkeer, mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

 

11.2.2 Bouwwerken

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.1 voor de bouw van bouwwerken, indien en voor zover deze zijn toegestaan voor de voor deze gronden aangegeven bestemmingen.

11.2.3 Verlenen omgevingsvergunning

Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in lid 11.2.2 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor:

  • a. de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad;
  • b. gehoord de betrokken wegbeheerder, is gebleken dat hierdoor de belangen van de bescherming van de desbetreffende verkeerswegen, of de veiligheid van mensen, dieren en goederen, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
11.3 overige zone - parkeren uitgesloten
11.3.1 algemeen

Ter plaatse van de aanduiding "overige zone - parkeren uitgesloten" is het parkeren van voertuigen niet toegestaan.

11.3.2 Gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.3.1 voor het gebruik van de aangegeven zone voor parkeren, indien en voor zover de functionele en ruimtelijke karakteristiek niet wordt aangetast en een door het bevoegd gezag goedgekeurd inrichtingsplan wordt overlegt waarin voorzien wordt in een goede inpassing van de parkeerplaatsen.

11.4 overige zone - veiligheidszone betuweroute

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - veiligheidszone betuweroute' is de oprichting en ingebruikname van gebouwen met verblijfsruimtes voor personen niet toegestaan.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 12 Overgangsrecht

12.1 Overgangsrecht bouwwerken
12.1.1 Algemeen

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

12.1.2 Afwijking

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in 12.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 12.1.1 met maximaal 10%.

12.1.3 Uitzondering

Het bepaalde in 12.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

12.2 Overgangsrecht gebruik
12.2.1 Algemeen

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

12.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 12.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

12.2.3 Onderbroken gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 12.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

12.2.4 Uitzondering

Het bepaalde in 12.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 13 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Opheusden, ABC-bedrijfskavels zuidzijde.