Plan: | De Walenhoek |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1740.bpOCwalenhoek-onh1 |
De voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
één en ander met bijbehorende voorzieningen, zoals groenvoorzieningen en overeenkomstig de in 3.1.2 opgenomen nadere detaillering van de doeleinden.
a Bedrijfsactiviteiten
Bedrijven zijn uitsluitend toegestaan indien deze behoren tot de bedrijfsactiviteiten zoals beschreven in de Staat van Bedrijfsactiviteiten als opgenomen in de bijlage 1, met dien verstande dat:
b Detailhandel
Detailhandel is uitsluitend toegestaan als ondergeschikte nevenactiviteit in ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, waarbij geldt dat de detailhandelsactiviteit niet groter mag zijn dan 20% van de bedrijfsvloeroppervlakte.
c Niet-zelfstandige kantoren
Uitsluitend zijn niet-zelfstandige kantoren toegestaan.
d Bedrijfswoning
Er zijn geen bedrijfswoningen toegestaan.
e Buitenopslag
Voor buitenopslag gelden de volgende bepalingen:
f Parkeergelegenheid
Op eigen terrein dient voldoende parkeergelegenheid aanwezig te zijn voor zowel personeel als bezoekers.
g Groen
Binnen deze bestemming dient minimaal 10% groenvoorzieningen gerealiseerd te worden, voornamelijk in de vorm van natuurvriendelijke oevers en boombeplanting.
h Ontsluiting
Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - toekomstige ontsluiting' mogen de gronden na sloop van de bestaande bedrijfsbebouwing uitsluitend nog gebruikt worden ten behoeve van een centrale ontsluitingsweg van het bedrijventerrein.
Daarnaast dient binnen het plangebied voorzien te worden in minimaal 1 calamiteitenroute richting de Linge.
i Reclamemast
In de noordwestelijke hoek langs de Walenhoekseweg is maximaal 1 reclamemast toegestaan, met inachtneming van het bepaalde in 3.2.3 en passend in de voorwaarden uit het beeldkwaliteitsplan.
Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan van deze bestemming.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
In afwijking van het voorgaande geldt voor gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde die zijn of kunnen worden gebouwd krachtens een voor het tijdstip van ter visie leggen van het ontwerp van het bestemmingsplan aangevraagde omgevingsvergunning ingevolge artikel 40 Woningwet of krachtens een voor dat tijdstip gedaan verzoek om instemming met een melding ingevolge (het inmiddels vervallen) artikel 42 Woningwet het volgende:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 sub d voor wat betreft de maximaal toegestane bedrijfsvloeroppervlakte. Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning tot afwijking in ieder geval de volgende voorschriften worden verbonden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.3 onder a teneinde voor erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak een maximale bouwhoogte toe te staan van maximaal 2 m, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Onder strijdig gebruik in de zin van artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of opstallen binnen deze bestemming ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1.2 onder a, ten behoeve van:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming 'Bedrijventerrein' te wijzigen, met dien verstande dat:
Bij de beoordeling van de aard en invloed van de milieubelasting van een bedrijf dienen de volgende milieubelastingcomponenten mede in de beoordeling te worden betrokken: geluid, geurproductie, stofuitworp en gevaar, waarbij tevens kan worden gekeken naar de verontreiniging van lucht en bodem, de diversiteit en het al dan niet continue karakter van het bedrijf en de visuele hinder en verkeersaantrekkende werking.