Plan: | Kern Ochten Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1740.bpOCcentrum-vst1 |
Algemeen
De gemeente biedt een aantrekkelijke, groene en veilige woonomgeving. Alle kernen hebben een eigen karakteristiek woonmilieu, met een hechte sociale samenhang en actief verenigings- en kerkelijk leven. De gemeente streeft nog steeds naar het zoveel mogelijk benutten van inbreidingslocaties en daarmee een efficiënt gebruik van de (open) ruimte in de kernen, mits het landelijk karakter (lees kwaliteit) van de kern niet verloren gaat. De ontwikkeling en het behoud van compacte dorpskernen bespaart waar mogelijk uitbreiding aan de randen en ongewenste realisatie van bebouwing in het buitengebied. Daar waar nodig zijn bij de kernen en/ of ontwikkelingslocaties waterbergingsvoorzieningen gerealiseerd.
Ochten
Voor Ochten is het van belang het contact van de kern met het waardevolle uiterwaardenlandschap te behouden en waar mogelijk te versterken. Vanuit de kern naar het uiterwaardenlandschap maar ook vanaf de dijk naar de kern zijn veel directe zichtrelaties aanwezig.
Een andere te behouden kwaliteit is de naoorlogse bebouwing langs de Molendam en in mindere mate langs de Waalbandijk en de Cuneraweg. De karakteristieke panden maken namelijk onderdeel uit van de naoorlogse, gegroeide identiteit van de kern.
De entrees van Ochten aan de noord- en oostzijde dienen verbeterd te worden. Dit kan door het versterken van de beeldkwaliteit van de bestaande bebouwing en sanering van bedrijvigheid, inclusief functiewijziging naar wonen, aan de Liniestraat. Verder is belangrijk de relatie met de Linge te versterken. Omdat de Linge zo dichtbij en zelfs tegen bestaande bebouwing aanligt, kunnen deze potenties worden benutten.
Figuur 3: structuurvisie op Ochten (bron: Structuurvisie Neder-Betuwe 2010 - 2020)
De bedrijven aan de oostzijde van de kern blijven bereikbaar via de Waalbandijk. Tevens zal de Liniestraat/ Bonegraafseweg zijn functie als lokale weg richting Dodewaard behouden. Er is ook in de toekomst buiten de rijksweg A15 geen alternatief. Ontsluiting van Triangel wordt gerealiseerd via de Cuneraweg. Ontsluiting van locatie De Linge kan lastig zijn en is punt van nader onderzoek bij eventuele uitwerking van de locatie.
Voorzieningen
Een verdere concentratie van voorzieningen langs de Molendam is wenselijk. Via het project winkelconcentratie wil de gemeente het centrumgebied opwaarderen en de uitstraling van bestaande bebouwing verbeteren. Door verdere concentratie van voorzieningen zal het karakter van het centrumgebied worden versterkt. Ochten heeft een lokale (gemeentelijke) taak voor wat betreft zorgvoorzieningen behouden.
Ontwikkelingsrichting
Omdat Ochten de laatste jaren weinig woningen gebouwd heeft, is het noodzakelijk op korte termijn een inhaalslag te maken. Op korte termijn is een aantal kleinere inbreidingslocaties (De Hoef-Zwijning, Appelhof en Oranjehof) voorhanden. Kwel vormt echter een knelpunt bij ontwikkeling van deze locaties.
Omdat de capaciteit op deze locaties beperkt is, wordt tevens gestart met locatie Triangel. Het creëren van een duurzame dorpsrand en entree verdient hierbij aandacht. Op langere termijn is het wellicht noodzakelijk locatie De Linge te benutten.
Verwerking in het bestemmingsplan
Bij het opstellen van het bestemmingsplan is rekening gehouden met de voorgenomen beleidsdoelen. Omdat het bestemmingsplan een consoliderend karakter heeft, wordt er ruimte geboden voor de nu aanwezige functies. De omschreven beleidsdoelen met betrekking tot de verdere concentratie van de voorzieningen in het centrum gebied zijn op dit moment onvoldoende concreet om deze in het voorliggende bestemmingsplan te verwerken.
De gemeenteraad heeft op 15 december 2011 het Neder-Betuwse Verkeer- en Vervoerplan (NBVVP) vastgesteld. Dit plan vervangt alle andere voorgaande plannen op het gebied van verkeer en vervoer.
Het NBVVP geeft het verkeersbeleid weer voor de gemeente Neder- Betuwe tot 2020. Dit beleidsplan bevat de gemeentelijke visie waarmee sturing wordt gegeven aan het mobiliteitsbeleid en vormt daarmee het kader voor de te realiseren maatregelen en vraagstukken op het gebied van verkeer en vervoer. De sturing vanuit het verkeersbeleid vindt plaats vanuit een integrale benadering op het gebied van bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid/leefomgeving. Binnen de visie en de te nemen maatregelen streeft de gemeente naar een optimale samenhang tussen deze pijlers.
Verkeer op de juiste plaats
Binnen het thema ‘verkeer op de juiste plaats’ staat de verkeerscirculatie centraal. Het is de ambitie om gewenste routes te stimuleren en ongewenste routes te ontmoedigen en is gericht op het gemotoriseerd verkeer. Basis hiervoor is de gemeentelijke wegcategorisering en de daarbij behorende gewenste inrichting. Daarnaast zet de gemeente in op het stimuleren van voorkeursroutes voor vracht- en landbouwverkeer. Ruimtelijke ontwikkelingen hebben effect op de verkeersafwikkelingen en verkeersmaatregelen kunnen effect hebben op de leefbaarheid. Daarom is het belangrijk dat er samenhang is tussen de 3 pijlers van het NBVVP. Deze samenhang komt tot uiting in het uitgangspunt ‘Verkeer op de juiste plaats’: een beperkt aantal doorgaande wegen zorgt voor de verwerking van het verkeer en in de overige gebieden staat de kwaliteit van de leefomgeving en verkeersveiligheid centraal.
Figuur 4: wegcategorisering Ochten (bron: Neder-Betuwse Verkeers- en vervoerplan)
De kern Ochten in zijn geheel als verblijfsgebied aangeduid (30 km/uur zone). In verblijfsgebieden staat de leefomgeving centraal. De ontsluiting van de kernen bevindt zich veelal aan de rand van de kern en is direct gericht op wegen van hogere orde (naar de aansluitingen met de A15). Bij Ochten is de ontsluitingsroute om de kern heen gelegen. In verband met de geluidsbeperkingen blijft de Cuneraweg 60 km/uur, weliswaar met een ontsluitende functie. Vanwege het ontsluitende karakter van de Waalbandijk bij Ochten blijft een snelheidslimiet van 50 km/uur gehandhaafd.
Verkeersveiligheid
Qua verkeersveiligheid streef de gemeente er naar dat er op termijn nul verkeersslachtoffers per jaar zijn en dat personen een verkeersveilige beleving hebben bij het verplaatsen in de openbare ruimte. Dit wil de gemeente bereiken door in te zetten op:
1. het realiseren van een veilige en herkenbare infrastructuur (Duurzaam Veilig);
2. een structurele inzet van mensgerichte maatregelen (gedragsbeïnvloeding door educatie, voorlichting en handhaving);
3. verhogen beleving veilig verplaatsingsgedrag.
Mobiliteit op maat (openbaar vervoer)
De gemeente zet in op het stimuleren van het gebruik van het openbaar vervoer. Dit vanuit een realistische visie op de eigenschappen van het gebied. Dit wil de gemeente bereiken door het huidige voorzieningenniveau minimaal in stand te houden en op onderdelen daar waar mogelijk te verbeteren.
Fietsen
Met het stimuleren van het fietsgebruik wil de gemeente dat de (elektrische) fiets als vervoersmiddel een goed alternatief is voor verplaatsingen met personenauto’s in met name de korte en middellange afstanden (tot ± 7,5 km en voor elektrische fietsen geldt een hogere actieradius). Fietsers zorgen voor milieuvriendelijke verplaatsingen en hebben een positieve invloed op: de verkeersveiligheid, het leefbaar houden en maken van wijken en buurten, mobiliteitsmanagement en de gezondheid van burgers.
De basis voor het stimuleren van het fietsgebruik is een aantrekkelijk en samenhangend netwerk van directe, veilige en comfortabele routes.
Leefbaarheid
Wat de leefbaarheid betreft, richt de ambitie zich op het verbeteren van de kwaliteit van de leefomgeving, door vooral voor de burger/bewoners de (mogelijke) verkeersoverlast te minimaliseren. Dit wil de gemeente bereiken door voor de verschillende thema’s in te zetten op:
1. sturen van het verkeer op de juiste routes;
2. aanpak aandachtslocaties lucht en geluid;
3. behoud van waardevolle elementen van en uit het landschap;
4. uitwerken van lokaal parkeerbeleid;
5. saneren aantal verkeersborden.
Verwerking in het bestemmingsplan
In het voorliggende bestemmingsplan is rekening gehouden met de beleidsdoelstellingen en uitgangspunten zoals deze zijn geformuleerd in het NBVVP.
Alle wegen in het plangebied hebben een verblijfsfunctie. Deze wegen zijn daarom bestemd tot Verkeer - Verblijfsgebied. De grenzen van de bestemming "Verkeer"- "verblijfsgebied" is dusdanig ruim genomen dat deze voldoende ruimte bieden voor een herontwerp ten behoeve van ontwerpprincipe "Duurzaam Veilig".
In een bestemmingsplan worden de functie en het gebruik van de gronden en de maatvoering van de bebouwing geregeld. Het bestemmingsplan kan dus ook de basis voor de stedenbouwkundige opzet vormen.
De architectonische verschijning wordt gewaarborgd door middel van een welstandsnota. Met ingang van 1 juli 2004 is het voor elke gemeente in Nederland verplicht een (vastgestelde) welstandsnota te hebben. Is dit niet het geval, dan is de gemeente niet meer bevoegd een bouwplan op welstand te toetsen. De gemeente Neder-Betuwe heeft in 2011 de herziening van de welstandsnota uit 2004 vastgesteld.
Met de beide gemeentelijke beleidsstukken, het bestemmingsplan en de welstandsnota, kan dus zowel de functionele ordening, stedenbouwkundige opzet als de architectonische verschijningsvorm in een beleidskader worden vastgelegd. Nieuwe (omgevingsvergunningplichtige) bouwplannen dienen dan zowel aan het bestemmingsplan als aan de welstandsnota te worden getoetst.
Welstandsbeleid
Het plangebied heeft betrekking op een deel van de historische kern van Ochten. Het gehele plangebied kenmerkt zich als historisch dorpsgebied.
Figuur 5: Welstandsniveaukaart Ochten (bron: Welstandsnota Neder-Betuwe)
Voor het historische dorpsgebied is "welstandsniveau 1 Zware toetsing" van toepassing. Het welstandsbeleid is gericht op het handhaven, herstellen en versterken van gewaardeerde of gewenste ruimtelijke karakteristieken en op de samenhang binnen het gebied of object. In beheersituaties gebeurt dit vooral via regels en toetsing, terwijl in ontwikkelingssituaties het accent ligt op het faciliteren en stimuleren van kwaliteit. Voor alle vergunningsplichtige plannen wordt advies gevraagd aan de welstandscommissie. Daarbij wordt zorgvuldig gekeken naar de inpassing in de omgeving, het bouwplan op zichzelf en de detaillering en materialisering ervan.
Verwerking in het bestemmingsplan
Hoewel de welstandsnota als aanvullend toetsingskader op het bestemmingsplan fungeert, is het bestemmingsplan het document bij uitstek waarin de stedenbouwkundig opzet, samenhang en ruimtelijke karakteristieken kunnen worden gewaarborgd. Aangezien voor het gehele plangebied welstandsniveau 1 van toepassing is, is er gekozen voor een methodiek met strikte bouwblokken in plaats van een globale methode zoals bijvoorbeeld bouwstroken.
Met het oog op het toenemende aantal verzoeken om vanuit een woonhuis of daarbij behorende bijgebouwen te mogen starten met een bedrijf is een beleidskader gecreëerd op basis waarvan voor de verschillende vormen van bedrijvigheid op verschillende locaties binnen de verschillende kernen aangegeven wordt of bedrijfsvestiging mogelijk kan worden gemaakt. De notitie heeft nadrukkelijk geen betrekking op seksinrichtingen en horecabedrijven (geen pensions), omdat daarbij specifieke openbare ordebelangen in het geding zijn.
Aan huis gebonden beroepen
Als gevolg van jurisprudentie is het gebruik van een gedeelte van de woning voor de uitoefening van een vrij beroep – te verstaan als het verlenen van diensten op juridisch, (para-)medisch, therapeutisch, administratief, kunstzinnig, ontwerptechnisch of daarmee gelijk te stellen gebied – toegestaan, zonder dat een nadere beslissing in de vorm van een ontheffing nodig is. Randvoorwaarden die daarbij worden gehanteerd zijn:
Detailhandel
Initiatieven op het gebied van detailhandel vanuit de woning of het daarbij behorende bijgebouw als de verkoop van tweedehands kleding, cadeauartikelen en ter plaatse vervaardigde producten en/of producten uit Derdewereldlanden, behoeven niet tot een verstoring van het bestaande voorzieningenpatroon in een kern te leiden. Anders ligt dat bij de verkoop van artikelen, die ook in de reguliere winkel in de desbetreffende kern worden aangeboden.
Medewerking wordt pas verleend nadat door de gemeente onderzocht is of het initiatief aan de hiervoor beschreven randvoorwaarden voldoet.
Andere vormen van bedrijvigheid
Onderscheid wordt gemaakt tussen consumentverzorgende activiteiten (kapsalons,hondentrimsalons, pedicure, schoonheidssalons, zonnebankstudio´s, pensions), andere vormen van dienstverlening (autorijscholen, taxibedrijven, koeriersdiensten) en meer ambachtelijke bedrijvigheid. Voorwaarde voor het toestaan van deze en andere vormen van bedrijvigheid dient in ieder geval te zijn, dat het gaat om bedrijvigheid die onder normale omstandigheden geen stof, stank en lawaai verspreiden, uitgaande boven een in een woongebied gebruikelijk niveau, zodat gesteld kan worden dat het bedrijf passend is in een woonomgeving. Tevens worden, bij de beoordeling of medewerking kan worden verleend, hetzelfde toetsingscriteria gehanteerd als hiervoor vermeld voor detailhandel. Ook geldt dat medewerking pas kan worden verleend nadat de gemeente een positieve toetsing aan de randvoorwaarden heeft verricht.
Combinatie van activiteiten
Een combinatie van functies is mogelijk maar leidt niet tot een verruiming van de daarvoor beschikbaar te stellen oppervlakte van de woning of bijgebouwen (blijft maximaal 50 m²) en het beslag, dat wordt gelegd op parkeervoorzieningen (blijft maximaal twee parkeerplaatsen). Uitzonderingen op de gestelde regels zijn mogelijk, indien de omstandigheden daartoe aanleiding geven.
Verwerking in het bestemmingsplan
Kleinschalige bedrijvigheid in de woning wordt op de volgende wijze in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt: