Plan: | Kern Ochten Centrum |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1740.bpOCcentrum-vst1 |
Met de invoering van Wet ruimtelijke ordening is voor de provincie het streekplan als ruimtelijke beleidsdocument komen te vervallen. Voor de formulering van het provinciale ruimtelijk beleid is de provinciale Structuurvisie involge artikel 2.2. Wro in de plaats gekomen. Het Streekplan Gelderland 2005 heeft op grond van het overgangsrecht de status van structuurvisie gekregen. De provincie beschrijft in deze structuurvisie de ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten van Gelderland in nationaal perspectief en van de samenstellende regio's. De provincie onderkent in haar plan de landschappelijke diversiteit en de regionale verscheidenheid, die hebben geleid tot een structureel verschillende, ruimtelijke opbouw.
Het streekplan geeft – in provinciaal perspectief – op hoofdlijnen aan waar welke ontwikkelingen gewenst zijn. De ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten spelen daarbij een bepalende rol. Daarbij zijn kwetsbare kwaliteiten aan de orde, die bescherming behoeven of een specifieke ontwikkeling, maar het gaat ook om het geleiden van hoogdynamische ontwikkelingen om de kansen op maatschappelijke meerwaarde te vergroten en nieuwe kwaliteiten toe te voegen.
Rivierenland
Voor de regio Rivierenland is aanvullend beleid geformuleerd: Rivierenland als stromenland en binnentuin tegelijk. Het stromenland maakt het landschap van rivieren en uiterwaarden, oeverwallen en komgronden. Contrasten en identiteiten worden behouden en versterkt. Maar Rivierenland is ook een binnentuin, gezien haar ligging tussen stedelijke kernen als Utrecht, Ede, Veenendaal, Wageningen, Arnhem, Nijmegen, Oss, 's-Hertogenbosch en Gorinchem.
Het streekplan formuleert als hoofdopgave voor het rivierengebied het behouden en versterken van het unieke karakter van de regio rond de ruimtelijke structuurdragers die de eigenheid van dit landschap bepalen.
De ruimtelijke structuurdragers zijn de uiterwaarden, dijken, oeverwallen en kommen en het cultuurhistorische landschap (bijvoorbeeld de Nieuwe Hollandse Waterlinie).
De hoofdinfrastructuur wordt door de regio niet primair gezien als leidraad voor toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen maar wel als medeordenend. De ruimtelijke structuurdragers geven de richting aan waarin verstedelijking, de functies van het landelijk gebied, verkeer en vervoer, recreatie en toerisme, en energievoorziening zich in het Rivierenland mogen ontwikkelen, zodat het unieke landschap met haar contrasten behouden blijft, dan wel wordt versterkt.
Ochten
Ochten maakt op de provinciale beleidskaart ruimtelijke structuur onderdeel uit van het "multifunctioneel gebied", hetgeen het grootste deel van de provincie beslaat. Dit gebied omvat de steden, dorpen en buurtschappen buiten de provinciale ruimtelijke hoofdstructuur - het Groen Blauw Raamwerk en het Rode Raamwerk. Gedetailleerder bezien wordt Ochten omgeven door "multifunctioneel platteland" en aan de zuidzijde door de uiterwaarden van de Waal. In het provinciale beleid is op de multifunctionele gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht. Voor de uiterwaarden geldt de doelstelling van het behoud van de groene waarden. Op de beleidskaart ruimtelijke ontwikkeling is het gebied ten westen van de keren Ochten aangeduid als 'zoekzone stedelijke functies' (rode kleur).
Met de inwerkingtreding van Wet ruimtelijke ordening is aan de provincies en rijksoverheid de bevoegdheid gegeven om, daar waar provinciale belangen of nationale belangen in geding zijn en voor zover voor een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk is, regels omtrent de inhoud van bestemmingsplannen en bijbehorende toelichting te stellen.
In de provinciale verordening Gelderland zijn regelingen opgenomen waarvan Provinciale Staten van mening zijn dat de provincie verantwoordelijk is voor de doorwerking daarvan. De ruimtelijke verordening is een beleidsneutrale vertaling van eerder vastgesteld beleid, het bevat geen beleidswijzigingen.
De verordening is hiermee de juridische verankering van de verschillende beleidsuitgangspunten uit het vigerende provinciaal beleid.