Plan: | Rijnbandijk ong. Kesteren |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1740.KErijnbandijk-vst1 |
het bestemmingsplan 'Rijnbandijk ong. Kesteren' met identificatienummer NL.IMRO.1740.KErijnbandijk-vst1 van de gemeente Neder-Betuwe;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
consumentenverzorgende, dienstverlenende en ambachtelijke activiteiten, die in de tot een woning behorende gebouwen worden uitgeoefend, vrijwel uitsluitend door de bewoner(s) van de desbetreffende woning.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een deel van de woning waarin een gedeelte van de huishouding uit oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
activiteiten die zijn gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren.
gebouwen ten dienste van agrarische doeleinden, niet zijnde een dienstwoning;
een door burgemeester en wethouders aan te wijzen onafhankelijke deskundige met een aantoonbare specifieke deskundigheid op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de kennis en studie van de in de bodem voorkomende overblijfselen uit oude tijden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een woning, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de aard van de bedrijfsvoering noodzakelijk is.
een bestaande woning in of bij een gebouw of op een terrein, die hoort bij en functioneel verbonden is aan een bedrijf, instelling of voorziening in dat gebouw of op dat terrein. Onder functioneel verbonden verstaan we dat de functie vanuit een doelmatige bedrijfsvoering gewenst is. Te denken valt dan aan de functie van eigenaar, beheerder en bedrijfsleider. Dit moet aangetoond worden met een arbeidsovereenkomst voor minimaal 3 jaar voor minimaal 21 uur in de week of een eigendomsverklaring;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een vrijstaand of aan een hoofdgebouw gebouwd gebouw, dat door zijn situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan dat op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw en die vanuit het hoofdgebouw niet rechtstreeks toegankelijk is;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het kweken van planten/bomen in potten op een gesloten-bed-ondergrond of een open-bed-ondergrond met drainage
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan en door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren, voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersonen die bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend;
een aan de bestemming ondergeschikt gebruik voor dagrecreatie gericht op het rustig beleven en gebruikmaken van aanwezige specifieke omgevingskwaliteiten in de vorm van wandelen, fietsen, varen, vissen e.d.;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een vorm van niet-grondgebonden agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten, door middel van het telen van gewassen, plaatsvindt in kassen en/of in permanente kunststoftunnels;
de agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten afhankelijk is van de groeikracht van de bodem waarop de productie plaatsvindt en waarbij het voortbrengen van producten in hoofdzaak plaatsvindt in de openlucht.
een gebouw, dat op een bouwperceel, door zijn bestemming, constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken;
één of meerdere personen die in vast verband samenleven (eventueel met (hun) kinderen of ouders) waarbij sprake is van continuïteit in de samenstelling ervan en van onderlinge verbondenheid;
een onzelfstandige woonruimte in een woning en/of vrijstaand bijbehoren bouwwerk, die geen eigen adres heeft en waarbij de bewoner afhankelijk is van één of meer gedeelde wezenlijke voorzieningen (keuken, douche en/of toilet) buiten die woonruimte;
bewoning van een kamer;
een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdichting van glas, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;
een vorm van kamperen waarbij voor een korte periode en uitsluitend tussen 1 maart en 1 november, maximaal 25 kampeermiddelen mogen worden geplaatst;
een bouwwerk, bestaande uit onder meer een steunconstructie en een afdichting van kunststoffolie, bedoeld om gewassen te beschermen tegen weersinvloeden;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde bepaald wordt door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van de levende en niet-levende natuur;
het bieden van zorg aan huis aan iemand die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociaal vlak, buiten bedrijfsmatig of organisatorisch verband;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door de hydrologie en door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijke, als in onderlinge samenhang;
de agrarische productie, waarbij het voortbrengen van producten niet afhankelijk is van de bodem waarop de productie plaatsvindt, dan wel waarbij het voortbrengen van producten in hoofdzaak plaatsvindt in gebouwen.
een kunststoftunnel of overkapping waarbij de afdichting of afdekking per jaar, gedurende de periode van 1 maart tot en met 30 november, niet langer dan 7 maanden is aangebracht;
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie.
een bouwwerk op het erf van een gebouw of standplaats, dat strekt tot vergroting van het woongenot van het gebouw of de standplaats. Daarbij geldt dat, indien vóór dan wel achter het (verlengde van) de voorgevel van een gebouw wordt gebouwd, het volgende:
een kleinschalige, niet-bedrijfsmatige voorziening met een dagrecreatief karakter, zoals zwembad of tennisbaan;
de scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.
een bedrijfswoning, behorend tot of voorheen behorend tot een agrarisch bedrijf, die niet meer wordt bewoond door (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is, en die voor de toepassing van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de daarop rustende bepalingen wordt beschouwd als onderdeel van dat agrarisch bedrijf. De woonfunctie behoort daarmee expliciet tot de betrokken gronden en opstallen;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
van publieksgerichte beroeps- of bedrijfsactiviteiten, waarvan de activiteit in hoofdzaak publieksgericht zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een (bedrijfs)woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een installatie die door middel van beweegbare wieken windkracht omzet in mechanische of elektrische energie;
het houden van verblijf, het huren of het gehuisvest zijn in een woning;
een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.
2.1 Algemeen
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand van een gebouw tot de perceelsgrens wordt bepaald door het buitenwerks meten van de kortste afstand van een gevel van het gebouw tot de perceelsgrens;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of daarbij gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals trappen, bordessen, funderingen, kelderingangen, overstekende daken, goten, luifels, balkons, balkonhekken, schoorstenen, liftopbouwen en andere ondergeschikte (dak)opbouwen, buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
De voor 'Agrarisch met waarden - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met dien verstande dat per bouwvlak ten hoogste één agrarisch bedrijf is toegestaan.
Tot de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan de in deze bestemming 3.1.1 bedoelde gronden worden gerekend:
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden, voor zover ter plaatse een bouwvlak, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij de bouw van de in lid 3.2.1 bedoelde bouwwerken, voor zover het betreft gebouwen, mag de afstand tot de perceelsgrens niet minder bedragen dan 5 m.
Bij de bouw van de in lid 3.2.1 sub a bedoelde bedrijfsgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van de in lid 3.2.1 sub b bedoelde bedrijfswoningen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van de in lid 3.2.1 sub c bedoelde bijgebouwen dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Bij de bouw van de in lid 3.2.1 sub d bedoelde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht te worden genomen:
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden, voor zover niet ter plaatse
van een bouwvlak, mogen uitsluitend worden gebouwd:
Bij de bouw van de in lid 3.2.7 sub a bedoelde hagelnetten mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 6 m en bij de bouw van de in lid 3.2.7 sub a bedoelde tunnels en overkappingen mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 4 m.
Bij de bouw van de in lid 3.2.7 sub b bedoelde molens mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 6 m.
Bij de bouw van de in lid 3.2.7 sub c bedoelde overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in de leden 3.3.2 t/m 3.3.6 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.2, voor de bouw van een gebouw tot op minder dan de toegestane afstand tot de perceelsgrens, indien en voor zover:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.3 sub c, voor de bouw van kassen en permanente kunststoftunnels tot een maximaal gezamenlijk oppervlak van 1.500 m², indien en voor zover:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.7, voor de bouw van een bedrijfsgebouw voor zover dat de bouwgrens overschrijdt, indien en voor zover:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.7, voor de bouw van een agrarisch hulpgebouw buiten een bouwvlak, indien en voor zover:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in dit plan voor het verlenen van huisvesting van seizoenarbeiders, met dien verstande dat:
Als gebruik in strijd met de bestemming 'Agrarisch met waarden - 1' wordt in ieder geval begrepen:
Het gebruik van gebouwen ten dienste van de bestemming en bedrijfswoningen is uitsluitend toegestaan, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarde:
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in de leden 3.5.2 en 3.5.3 wordt eerst overgegaan, indien hierdoor
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.1 sub b, voor niet-grondgebonden agrarische productie in de vorm van teelt op trayvelden of op stellingen en/of containerteelt op lavas of beton met een watersysteem en bijbehorende voorzieningen, indien en voor zover:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.4.1 sub d voor de opslag van mest buiten een bouwvlak, indien en voor zover:
Het is verboden op de binnen deze bestemming bedoelde gronden, voor zover dit niet betreft een bouwvlak, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het in lid 3.6.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 3.6.1, kan alleen worden verleend indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de landschappelijke waarden en de natuurwaarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
De voor 'Waarde - Archeologie 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden opgericht ten dienste van de in de bestemmingsomschrijving omschreven doeleinden, alsmede ten behoeve van de andere daar voorkomende bestemmingen, mits:
met dien verstande dat het bepaalde in a, b en c niet geldt voor zover het bouwen in de bodem betreft tot een diepte van 30 cm onder het bestaande maaiveld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.1 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.1 teneinde het oprichten van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en) toe te staan, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Alvorens burgemeester en wethouders beslissen over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 4.4.1 winnen zij schriftelijk advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden op de in deze bestemming bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Het onder lid 4.5.1 vervatte verbod geldt niet:
Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.5.1, wordt niet verleend voordat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld.
Alvorens een besluit te nemen omtrent het verlenen van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.5.1, winnen burgemeester en wethouders advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen aan een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in artikel 4.5.1 in ieder geval de volgende voorwaarden verbinden:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, na advies te hebben ingewonnen van een archeologisch deskundige, het plan zodanig te wijzigen dat de dubbelbestemming 'Waarde – Archeologie 3' naar ligging wordt verschoven, naar omvang wordt verkleind of vergroot of in het voorkomende geval uit het plan wordt verwijderd, voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
De voor 'Waarde - Cultuurhistorisch waardevol gebied 2' aangewezen gronden, voor zover het niet betreft een bouwvlak als bedoeld in artikel 3 zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor behoud en herstel van de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden.
Tot de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de in deze bestemming bedoelde gronden worden gerekend:
Op de binnen deze bestemming bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, voor zover deze zijn toegestaan voor de in lid 5.1.1 bedoelde, eveneens voor deze gronden aangegeven, andere bestemmingen, mits hierbij de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheid tot het herstel van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Het is verboden op de binnen deze bestemming bedoelde gronden , voor zover de desbetreffende gronden tevens zijn aangewezen voor de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - 1' of 'Natuur' en voor zover dit niet betreft de agrarische bouwvlakken, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden:
Het in lid 5.3.1 vervatte verbod geldt niet voor:
Een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in lid 5.2.1, kan alleen worden verleend indien uit een nader onderzoek is gebleken dat hierdoor de cultuurhistorische waarden die eigen zijn aan de desbetreffende gronden, of de mogelijkheden tot het herstel van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Tot een gebruik strijdig met de regels van dit bestemmingsplan wordt in ieder geval begrepen het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en/of de opstallen:
Tot het verlenen van een omgevingsvergunning volgens het bepaalde in dit artikel wordt eerst overgegaan, indien hierdoor de functies en waarden die in het plan aan de desbetreffende en aan de omliggende gronden zijn toegekend, of de mogelijkheden tot het herstel of de ontwikkeling van deze waarden, niet blijvend onevenredig worden geschaad.
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor een gebruik ten behoeve van aan huis verbonden nevenactiviteiten en kantoor- en praktijkruimten, indien en voor zover:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de bouw van antennemasten, indien en voorzover:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de inrichting en het gebruik van een woning en/of een bijbehorend bijgebouw ten behoeve van bed & breakfast, indien en voor zover:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de bouw van kleine uitbouwen aan woningen, indien en voor zover
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de aanleg en het gebruik van gronden als recreatief nachtverblijf in de vorm van kleinschalig kamperen, indien en voor zover:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van de regels van het plan voor de verbouw van een woning tot meer dan de toegestane inhoud, indien en voor zover:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de bouw van een bijgebouw, de vergroting van een bijgebouw of de vergroting van een woning, in geval sprake is van de aanwezigheid van (voormalige) bedrijfsgebouwen en de woning in dit plan is bestemd voor "Wonen", met dien verstande dat:
oppervlakte gesloopte bedrijfsgebouwen < 500 m2 | uitbreiding woning 0,5 m3 |
oppervlakte gesloopte bedrijfsgebouwen > 500 m2 | uitbreiding woning 0,35 m3
per gesloopte m2 boven 500 m2 |
oppervlakte gesloopte glasopstallen < 1.000 m2 | uitbreiding woning 0,2 m3 |
oppervlakte gesloopte bedrijfsgebouwen < 1.000 m2 | uitbreiding woning 0,05 m3
per gesloopte m2 boven 1.000 m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan voor de bouw van kleine bouwwerken voor nutsvoorzieningen, indien en voor zover:
Het wijzigen van het plan volgens de bepalingen in dit artikel geschiedt met in achtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de wet ruimtelijke ordening, waarbij tevens in acht wordt genomen dat hierdoor:
Het bevoegd gezag kan het plan wijzigen ten aanzien van het gehele plangebied, voor een verschuiving van bestemmingsgrenzen en/of bouwgrenzen, indien en voor zover:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van de gronden met de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - 1' voor de vergroting en/of vormverandering van een bouwvlak, met dien verstande dat:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van de gronden met de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - 1', voor zover dit een bouwvlak betreft, voor de functiewijziging naar 'Wonen', indien en voor zover:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van de gronden met de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - 1' voor zover dit een bouwvlak betreft, voor het toestaan van een nevenactiviteit bij een functionerend agrarisch bedrijf, indien en voor zover:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van de gronden met de bestemmingen "Agrarisch met waarde - 1" voor zover het een bouwvlak betreft, voor functiewijziging naar een (ander) agrarisch verwant bedrijf, een (ander) buitengebied gebonden bedrijf of wonen, indien en voor zover:
hergebruik in bestaande bedrijfsgebouwen | 100% van de bestaande m2 |
hergebruik in nieuwe bedrijfsgebouwen, bij volledige sloop van bedrijfsgebouwen | 75% van de bestaande m2 |
hergebruik bij volledige sloop glasopstallen | 500 m2 bij sloop van tenminste 3.500 m2 en ten hoogste 20.000 m2 1.000 m2 bij sloop van tenminste 20.000 m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor hergebruik/ functiewijziging van voormalige bedrijfsgebouwen ten behoeve van een niet-agrarisch bedrijf, indien en voor zover:
Categorie | Maximale gebruiks- oppervlakte bij hergebruik bestaande gebouwen | Maximale gebruiks- oppervlakte bij volledige sloop en herbouw | Maximale gebruiksoppervlakte bij sloop van alle glasopstanden |
opslagbedrijven | 500 m2 + 75% van de overtollige opstallen |
75 % van bestaand | Bij sloop tussen 3.500 m2 en 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 250 m2
Bij sloop van meer dan 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 500 m2 |
ambachtelijke bedrijven en kunstnijverheid | 500 m2 | 75 % van bestaand tot maximaal 375 m2 | Bij sloop tussen 3.500 m2 en 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 250 m2
Bij sloop van meer dan 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 500 m2 |
extensieve verblijfsrecreatie | 500 m2 | 75 % van bestaand tot maximaal 375 m2 | Bij sloop tussen 3.500 m2 en 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 250 m2
Bij sloop van meer dan 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 500 m2 |
kleinschalige horeca die gerelateerd is aan de recreatieve functie van het buitengebied | 500 m2 | 75 % van bestaand tot maximaal 190 m2 | Bij sloop tussen 3.500 m2 en 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 250 m2
Bij sloop van meer dan 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 500 m2 |
extensieve dagrecreatie | 500 m2 | 75 % van bestaand tot maximaal 375 m2 | Bij sloop tussen 3.500 m2 en 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 250 m2
Bij sloop van meer dan 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 500 m2 |
overige bedrijven | 500 m2 | 75 % van bestaand tot maximaal 375 m2 | Bij sloop tussen 3.500 m2 en 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 250 m2
Bij sloop van meer dan 20.000 m2 glasopstanden: maximaal 500 m2 |
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de verbouw tot nieuwe woningen of wooneenheden in geval van volledige bedrijfsbeëindiging van een agrarisch bedrijf, agrarisch verwant bedrijf, buitengebied gebonden bedrijf, niet-grondgebonden agrarisch bedrijf of niet-agrarisch bedrijf, in het geval sprake is van de aanwezigheid van (voormalige) bedrijfsgebouwen, indien en voor zover:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de bouw van een woning of woningen in geval van sloop van alle voormalige bedrijfsbebouwing van een agrarisch bedrijf, agrarisch verwant bedrijf, buitengebied gebonden bedrijf, niet-grondgebonden agrarisch bedrijf of niet-agrarisch bedrijf, in het geval sprake is van de aanwezigheid van (voormalige) bedrijfsgebouwen, indien en voor zover:
bij sloop van | toegestane aantal woningen |
1.000 - 2.500 m2 bedrijfsgebouwen | 1 vrijstaande woning van ten hoogste 750 m3 |
2.500-5.000 m2 bedrijfsgebouwen | 2 vrijstaande woningen van ten hoogste 750 m3 of 1 woning van ten hoogste 1.500 m3 |
>5.000 m2 bedrijfsgebouwen | 3 vrijstaande woningen van ten hoogste 750 m3 of 2 vrijstaande woningen van ten hoogste 1.500 m3 |
3.500 - 20.000 m2 glasopstallen | 1 vrijstaande woning van ten hoogste 750 m3 |
20.000 - 40.000 m2 glasopstallen | 2 vrijstaande woningen van ten hoogste 750 m3 of 1 woning van ten hoogste 1.500 m3 |
>40.000 m2 glasopstallen | 3 vrijstaande woningen van ten hoogste 750 m3 of 2 vrijstaande woningen van ten hoogste 1.500 m3 |
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten aanzien van de gronden met de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - 1', voor het aanwijzen van een nieuw natuurgebied, indien en voor zover:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Rijnbandijk ong. Kesteren