Plan: | Het Wegdam 3 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1735.HExWegdam3-OH10 |
Archeologische (verwachtings)waarden dienen op grond van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ, 1 september 2007) te worden meegewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Doel van de WAMZ is namelijk: 'bescherming van aanwezige en te verwachten archeologische waarden door het reguleren van bodemverstorende activiteiten'. Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen wordt rekening gehouden met zowel de bekende als de te verwachten archeologische waarden.
Op 1 januari 2010 is het gemeentelijke archeologiebeleid in werking getreden. Op de bijbehorende archeologische waardenkaart is aangegeven welke gebieden een lage, een middelhoge en een hoge archeologische verwachtingswaarde hebben. Verder zijn ook de terreinen met bekende archeologische waarden in beeld gebracht (de archeologische monumenten). Afhankelijk van de verwachtingswaarde dient bij bouwplannen en ingrepen in de grond met een bepaalde omvang en diepte archeologisch vooronderzoek plaats te vinden.
Bij het opstellen en uitvoeren van ruimtelijke plannen moet rekening worden gehouden met zowel de bekende als te verwachten archeologische waarden.
In het landelijk archeologisch archief zijn van het perceel zelf en uit de omgeving geen archeologische vindplaatsen of vondsten bekend. Dit blijkt onder andere uit de Archeologische Monumentenkaart van Nederland (AMK).
Het perceel ligt in een dekzandlandschap dat pas na 1850 is ontgonnen. Blijkens de bodemkaart (1 :50.000) is sprake van zogenaamde Veld podzolgrond. Op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) wordt in deze situatie de trefkans op nog onontdekte vindplaatsen laag ingeschat.
Aan de provinciaal archeoloog (verbonden aan Het Oversticht) is in september 2007 advies gevraagd of de een ingreep in de bodem op het naastgelegen perceel 't Wegdam 3 archeologisch veldonderzoek noodzakelijk maakt. In een brief van 17 september 2007 antwoordt de provinciaal archeoloog dat vanwege de lage trefkans verder onderzoek niet nodig is. Het is aannemelijk dat voor het aangrenzende perceel dat de basis vormt voor dit bestemmingsplan nader onderzoek ook niet noodzakelijk is.
Het zal hiermee duidelijk zijn dat de zorg voor het archeologisch erfgoed geen belemmering vormt voor het onderhavige project Mochten bij de werkzaamheden toch archeologische resten tevoorschijnkomen, dan geldt krachtens de Wet op de archeologische monumentenzorg een meldingsplicht.