Plan: | Elst, Bedrijventerrein Merm 2013 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0150ELSTbpmerm2013-ONHE |
Sinds de invoering van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMZ) op 1 september 2007 is de verantwoordelijkheid ten aanzien van het bodemarchief gedecentraliseerd naar de gemeente. De provincie Gelderland blijft hierbij bestemmingsplannen (en afwijkingen hierop) toetsen op archeologie en cultuurhistorie, maar gaat er daarbij wel vanuit dat de gemeente zijn eigen taak naar behoren zelfstandig zal uitvoeren. De gemeente Overbetuwe heeft voor haar gemeentelijk grondgebied een erfgoedplan2 en een archeologische beleidsadvieskaart3 vervaardigd. Het erfgoedplan beoogt versterking van de plaats en betekenis van cultuurhistorie als factor in het ruimtelijk beleidsproces.
![]() |
![]() |
Uitsnede Archeologische beleidskaart gemeente Overbetuwe |
Op basis van het erfgoedplan en de archeologische beleidsadvieskaart is het volgende te constateren:
Het plangebied ligt in een gebied met een hoge archeologische verwachting. Het zuidelijke deel van het gebied ligt binnen de attentiezone van een terrein van (hoge) archeologische waarde. Ten zuidenoosten van het plangebied zijn archeologische vindplaatsen met een attentiezone van 50 meter gesitueerd.
Om bovengenoemde archeologische verwachtingswaarden te beschermen zijn in dit bestemmingsplan dubbelbestemmingen opgenomen, te weten 'Waarde - Archeologie' en 'Waarde - Archeologische verwachting 2'.
Waarde - Archeologie
In het bestemmingsplan zijn de gebieden met bekende archeologische waarde bestemd als Waarde - Archeologie. De gebieden worden beschermd door middel van een verplichting tot het overleggen van een archeologisch onderzoek bij bouwaanvragen en omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden. Door middel van deze regeling wordt voorkomen dat zondermeer bekende bodemschatten door bepaalde activiteiten verloren gaan.
Binnen de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarbij deze bestemming eenmalig kan worden verwijderd. Dit kan blijken uit archeologisch onderzoek ter plaatse op basis waarvan inzichten gewijzigd kunnen zijn en een aanpassing van deze bestemming noodzakelijk kan zijn.
Waarde – Archeologische verwachting 2
De gebieden met een hoge verwachtingswaarde zijn bestemd als Waarde - Archeologische verwachting 2. Deze gebieden worden eveneens beschermd door middel van een verplichting tot het overleggen van een archeologisch onderzoek bij bouwaanvragen en omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden. De onderzoeksplicht geldt bij bouwaanvragen en andere werken waarvoor een omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden noodzakelijk is vanaf 100 m2 en bij roering van de grond op een diepte groter dan 0,3 meter.
Binnen de bestemming is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarbij deze dubbelbestemming kan worden verwijderd. Dit kan blijken uit archeologisch onderzoek ter plaatse op basis waarvan inzichten gewijzigd kunnen zijn en een aanpassing van deze dubbelbestemming noodzakelijk kan zijn.
Door deze dubbelbestemmingen worden (eventuele) archeologische waarden beschermd. Een initiatiefnemer tot bodemverstorende activiteit dient immers door de dubbelbestemmingen in bepaalde gevallen aan te tonen dat geen archeologische belangen worden geschaad. Dit betekent dat voorafgaand aan bepaalde werkzaamheden een verkennend archeologisch onderzoek moet worden uitgevoerd om aan te tonen dat archeologische waarden al dan niet aanwezig zijn. Stuit men op archeologische waarden dan dienen, afhankelijk van het belang van dit deel van het bodemarchief, vervolgmaatregelen te worden genomen. Deze kunnen bestaan uit beheersmaatregelen waarmee dit deel van het bodemarchief voor de toekomst voldoende wordt veiliggesteld, of vervolgonderzoek.
Omdat onderhavig bestemmingsplan een beheerplan is en er geen grootschalige nieuwbouw rechtstreeks wordt mogelijk gemaakt, is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk.
Mochten er tijdens het uitvoeren van civiele werkzaamheden archeologische resten aangetroffen worden, geldt een meldingsplicht volgens de WAMZ 2007, art, 53, lid 1 en 2.