Plan: | Buitengebied, Noordoever Strandpark Slijk-Ewijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1734.0091BUITnoordoever-VSG1 |
het bestemmingplan Buitengebied, Noordoever Strandpark Slijk-Ewijk met identificatienummer NL.IMRO.1734.0091BUITnoordoever-VSG1 van de gemeente Overbetuwe;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarbij de activiteiten niet specifiek publiekgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse;
een aan een hoofdgebouw gebouwde ruimte, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is - maximaal bestaande uit één bouwlaag al dan niet met kap - met dien verstande dat een aanbouw een zelfstandige ruimte is en een uitbouw een uitbreiding van een reeds bestaande ruimte van het hoofdgebouw is;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
een woning dat deel uitmaakt van een bouwmassa bestaande uit drie of meer hoofdgebouwen;
Wet van 4 juni 1992, Stb. 315, houdende algemene regels van bestuursrecht, zodat deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
de regionaal (beleids)archeoloog of een ander door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg;
een toegekende (zeer) hoge, middelmatige of lage archeologische verwachting in verband met de kennis en wetenschap van de in dat gebied te verwachten overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
een toegekende archeologische waarde in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer c.q. exploitatie, dat in de in de regels aangegeven recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief verblijf plaatsvindt;
de gezamenlijke vloeroppervlakte van verkoopruimten, magazijnen, werkplaats, opslagplaats, bergingen, kantoren en verblijfsruimten en de overige voor de bedrijfsuitoefening benodigde vloeroppervlakte;
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
door kunst voortgebracht voorwerpen, zoals schilderijen en beelden;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak;
een vrijstaand gebouw, dat door zijn vorm, functie, situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan dat op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;
de grens van een bouwvlak;
een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een kelder en de ruimte(n) in de kap;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang;
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar-dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteiten het verstrekken van kleinere etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid en/of de verhuur van zaaltjes voor feesten en partijen;
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan;
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, motoren, landbouwwerktuigen en –machines, aanhangwagens, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels, woninginrichting en sanitair;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; horeca-activiteiten en detailhandel in volumineuze goederen zijn hieronder niet begrepen;
een gedeelte van een gebouw, gesitueerd op de bovenste bouwlaag van een gebouw, met een oppervlakte van maximaal 60% van de oppervlakte van de bovenste bouwlaag en een afstand van minimaal .. meter tot de voorgevel;
het gedeelte van een bouwperceel gelegen buiten het, binnen het bouwperceel gelegen, bouwvlak;
een georganiseerde gebeurtenis, (openlucht-)manifestatie, (thema-)dag of week in de vorm van een voor publiek bestemde uitvoering/verrichting van vermaak op het gebied van sport, muziek of op sociaal-cultureel vlak;
recreatief medegebruik van gronden zoals wandelen, paardrijden, fietsen, varen, zwemmen en vissen, waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte;
een (gedeelte van een) bouwperceel met een helling van tenminste 1:10 gemeten over een afstand van 5m;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden (twee of meer wanden die tot de constructie behoren) omsloten ruimte vormt;
de maximaal toegestane geluidsniveaus worden uitgedrukt in:
Onder LA,eq (1 minuut) en LC,eq (1 minuut) wordt verstaan het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in de loop van een beoordelingstijd van 1 minuut en vastgesteld en beoordeeld overeenkomstig de “Handleiding meten en rekenen Industrielawaai, Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, 2004”;
indoor midgetgolf waardoor het mogelijk is in het donker te spelen met oplichtende objecten;
een of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;
een bedrijf waar hoofdzakelijk dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin logies wordt verstrekt, zoals bijvoorbeeld een café, restaurant, hotel, pension, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;
tenten, tentwagens, kampeerauto’s of toercaravans dan wel andere onderkomens of andere voertuigen of gedeelten daarvan, voor zover niet als bouwwerk aan te merken, die geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of ingericht dan wel worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf, niet zijnde een stacaravan, chalets of trekkershutten;
een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden;
gebouwen die staan op de lijst “gemeentelijk Monumenten Inventarisatie Programma” alsmede gebouwen met een voor Overbetuwe typische bouwstijl of bebouwing die deel uitmaakt van een beeldbepalend ensemble dan wel bebouwing die door de welstandscommissie als zodanig kan worden aangemerkt;
een overdekte, met wanden omsloten, voor mensen toegankelijke ruimte, beneden of tot ten hoogste 0,50 m boven de kruin van de weg, waaraan het bouwperceel is gelegen; bij bebouwing in geaccidenteerd terrein gelegen beneden peil;
het houden van een kampeerterrein voor ten hoogste 25 kampeermiddelen, met dien verstande dat buiten de periode van 15 maart tot en met 31 oktober geen kampeermiddelen aanwezig mogen zijn;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het waarneembare -al dan niet begroeide- deel van het aardoppervlak, dat wordt bepaald door de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;
een bedrijf waar hoofdzakelijk overdag dranken en/of etenswaren worden verstrekt aan bezoekers van andere functies, met name functies als centrumvoorzieningen en dagrecreatie, zoals theehuisjes, ijssalons, croissanterieën, dagcafés, dagrestaurants en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven;
de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge ecologische samenhang;
een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m²), omzet (€) als de effecten op het woon- en leefklimaat;
werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden te komen; hieronder vallen niet de incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie of werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde;
voorziening ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen/installaties ten behoeve van gas, water en electriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming, milieuvoorzieningen e.d.;
functie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte als zodanig mag worden gebruikt;
niet-zelfstandige horeca uitsluitend zijnde horeca die wordt of is gerealiseerd binnen een andere hoofdfunctie en daar naar oppervlakte en uitstraling ondergeschikt aan is;
een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden;
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is;
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan het productieproces;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een ambachtelijk c.q. dienstverlenend bedrijf dat zijn goederen en diensten rechtstreeks levert aan de consument, zoals een goudsmid, schoenmaker, kapper, videotheek en dergelijke;
motorvoertuig met vier brede wielen en veelal 4 wielaandrijving, bestemd voor zwaardere onverhardde terreinen;
een kleinschalige, niet-bedrijfsmatige voorziening ten behoeve van de woonfunctie met een dagrecreatief karakter, zoals zwembad, tennisbaan en golfafslagplaats;
een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor niet permanente bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie, niet zijnde een chalet;
een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub, een privé-huis of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
voorzieningen bestemd voor vermaak of ontspanning;
een bouwwerk geen gebouw zijnde die gebruikt wordt om op recreatieve wijze in te klimmen en de omgeving te bekijken;
de analoge en digitale voorstelling van de in het plan opgenomen digitale ruimtelijk informatie met nummer NL.IMRO.1734.0091BUITnoordoever-VSG1;
gronden waarbij de nadruk ligt op het verblijf van personen in het openbaar gebied en die tevens een verkeersfunctie hebben;
recreatief buitenverblijven, waarbij wordt overnacht in bouwwerken die ter beschikking zijn gesteld voor het houden van recreatief nachtverblijf, dan wel in kampeermiddelen;
de totale oppervlakte van de voor het publiek toegankelijke en zichtbare winkelruimte, inclusief de etalageruimte en de ruimte achter de toonbank;
de totale oppervlakte van hoofdgebouwen en aan- en bijgebouwen op de begane grond;
een installatie waarmee een waterskiër als met een soort sleeplift die met kabels aan masten is bevestigd door middel van een elektromotor voorgetrokken wordt;
een bedrijf waar hoofdzakelijk in de avonduren en/of de vroege nacht dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt, zoals een bar-dancing, discotheek of nachtclub, en naar de aard en openingstijden daarmee gelijk te stellen bedrijven, een en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de afstand van een gebouw tot de (achter)perceelsgrens wordt bepaald door het buitenwerks meten van de kortste afstand van een gevel van het gebouw tot de (achter) perceelsgrens;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel. Bij toepassing van het meten van de goothoogte van een bouwwerk worden dakkapellen buiten beschouwing gelaten, behoudens dakkapellen waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de breedte van het betreffende dakvlak. De goothoogte wordt dan gemeten vanaf het peil tot aan de goot van de dakkappel;
vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw;
vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap;
vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel gelegen bouwwerken tezamen.
De voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende ontsluitingsvoorzieningen.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen of bouwwerken geen gebouwen worden opgericht.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 3.2.1 voor het bouwen van agrarische bedrijfsgebouwen, mits:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2.1 voor het bouwen van al dan niet tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen, mits:
Onder gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval verstaan het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van lawaaisporten.
De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
in de vorm van:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, speelvoorzieningen, tuinen en erven.
Gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van de bestemming.
Het gebruik ten behoeve van een café en/of restaurant met de mogelijkheid voor feesten en partijen conform artikel 4.1 onder g is uitsluitend toegestaan indien ten minste 47 parkeerplaatsen ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn gerealiseerd. Deze parkeerplaatsen dienen na realisatie in stand te worden gehouden.
Het gebruik van het parkeerterrein voor parkeren is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - aandachtsgebied geluid' slechts toegestaan indien er binnen de gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - aandachtsgebied geluid' een geluidwerende voorziening is aangebracht op de grens van de bestemming Gemengd met een hoogte van tenminste 1,5 meter en een lengte van tenminste 2,5 meter.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde, wegen en verhardingen en met inachtneming van de keur van het waterschap.
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.
De voor 'Horeca' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de bestemming, is maximaal:
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, wegen en paden.
Gebouwen mogen niet worden gebouwd, met uitzondering van natuurobservatieposten met een maximale oppervlakte van 6 m2 en een maximale bouwhoogte van 2 m.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in lid 7.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.3.1 is nodig voor:
De voor Recreatie aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.
Gebouwen, niet zijnde recreatiewoningen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - strandpark' voldoen aan de volgende kenmerken:
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - strandpark' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de waterstaatkundige doeleinden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3.1 wordt niet verleend dan nadat advies is verkregen van de waterbeheerder.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.3.1 is nodig voor:
De voor 'Recreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende gebouwen (waaronder sanitaire voorzieningen en opslagfaciliteiten), bouwwerken, geen gebouwen zijnde (waaronder terrassen, vlonders en steigers).
gebouwen zijn uitsluitend toegestaan ten behoeve van een kiosk, sanitaire voorzieningen, opslag- en beheer en fietsenstallingen.
Bouwwerken ten dienste van de bestemming zijn toegestaan met inachtneming van de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone wijzigingsgebied 1' wijzigen in de bestemmingen Recreatie 3 (dagrecreatie met ondersteunende lichte horeca), Cultuur & Ontspanning (sauna/wellness, speeltuin) en Sport (in relatie met water- en outdooractiviteiten met inbegrip van outdoor/indoor fitnesscentrum).
De wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast voor de vestiging van een multifunctionele voorziening met bijbehorende terrassen, vlonders en steigers, parkeervoorzieningen, paden, groen, water en nutsvoorzieningen met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone - wijzigingsgebied 2' wijzigen in de bestemmingen Recreatie 3 (dagrecreatie met ondersteunende lichte horeca) en Sport (watersport en outdooractiviteiten met ondergeschikte detailhandel).
De toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is bedoeld voor de vestiging van een multifunctionele ruimte met bijbehorende terrassen, vlonders en steigers, parkeervoorzieningen, paden, groen, water en nutsvoorzieningen en bijbehorende bedrijfswoning met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Recreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde (waaronder terrassen, vlonders en steigers).
Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden opgericht.
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken geen gebouwen zijnde ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met uitzondering van buitenzwembaden en met inachtneming van de volgende bepaling:
De hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 6 meter bedragen.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone wijzigingsgebied 3' wijzigen in de bestemmingen Recreatie 3 (dagrecreatie met ondersteunende lichte horeca), Cultuur & Ontspanning (beautysalon, sauna/wellness, atelier, creativiteitscentrum, kinderboerderij), Sport (fitnesscentrum, watersport), Maatschappelijk (verenigingsleven) en Horeca (lichte horeca).
De toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is bedoeld voor de vestiging van maximaal 2 gebouwen en terreinen met bijbehorende terrassen, vlonders, steigers, parkeervoorzieningen, paden, groen, water en nutsvoorzieningen met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingzone wijzigingsgebied 4' wijzigen in de bestemming Recreatie 4 (dagrecreatie, verblijfsrecreatie met ondersteunende lichte horeca), Cultuur & Ontspanning (beautysalon, sauna/wellness, atelier, creativiteitscentrum, kinderboerderij), Sport (watersport, fitnesscentrum), Maatschappelijk (verenigingsleven) en Horeca (lichte horeca).
De toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is bedoeld voor de vestiging van een multifunctioneel gebouw met daarbij behorende terrassen, vlonders en steigers, parkeervoorzieningen, paden, groen, water en nutsvoorzieningen met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder steigers, vlonders, bruggen, dammen en/of duikers.
Op of in deze grond mogen geen gebouwen worden gebouwd.
Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde:
Binnen de bestemming Water zijn lawaaisporten en gemotoriseerd vaarverkeer niet toegestaan, met uitzondering van vaartuigen met elektromotoren en vaartuigen ten behoeve van gebiedsbeheer en hulpdiensten.
De voor 'Waarde - archeologische verwachting 1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische resten in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.2.1 onder a, wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 13.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 13.2.1 onder a is niet van toepassing indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 13.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.4.1 is nodig voor:
Ten aanzien van de in artikel 13.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.22 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.4.1 onder beperkingen verlenen en kan het bevoegd gezag voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 13.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
De voor 'Waarde - archeologische verwachting 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische resten in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.2.1 onder a, wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgveingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 14.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 14.2.1 onder a is niet van toepassing indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 14.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.4.1 is nodig voor:
Ten aanzien van de in artikel 14.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.22 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.4.1 onder beperkingen verlenen en kan het bevoegd gezag voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 14.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
De voor 'Waarde - archeologische verwachting 3' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische resten in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.2.1 onder a, wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgveingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja of de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 15.2.1 onder b sub 1 tot en met 4 dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 15.2.1 onder a is niet van toepassing indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van de situering en de afmetingen van bouwwerken en de inrichting van gronden, indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Onverminderd het in de Monumentenwet 1988 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 15.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.4.1 mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de archeologische waarden van het gebied en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.4.1 is nodig voor:
Ten aanzien van de in artikel 15.4.1 genoemde omgevingsvergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2.22 lid 2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht kan het bevoegd gezag de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.4.1 onder beperkingen verlenen en kan het bevoegd gezag voorschriften verbinden aan de omgevingsvergunning, waaronder:
Voordat het bevoegd gezag beslist over het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 15.4.1 wint het bevoegd gezag advies in bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van een omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
Het bepaalde in artikel 17.1.1 met betrekking tot de bestaande oppervlakte is niet van toepassing in geval van gehele vernieuwing van bestaande bijgebouwen en overkappingen.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.1.2 voor het herbouwen van één of meer bijgebouwen tot een gezamenlijke oppervlakte van meer dan ter plaatse is toegestaan, mits:
In die gevallen dat de bestaande afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen minder bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt die afstand in afwijking daarvan als minimaal toegestaan.
Ondergrondse gebouwen (kelders) zijn uitsluitend toegestaan, daar waar bovengrondse gebouwen aanwezig zijn, met dien verstande dat in geaccidenteerd terrein de ondergrondse bebouwing de bovengrondse bebouwing met een (horizontale) diepte van 3 m mag overschrijden. Ondergrondse gebouwen zijn uitsluitend toegestaan in één bouwlaag ondergronds.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 17.3.1, teneinde ondergrondse gebouwen toe te staan daar waar bovengronds geen gebouwen zijn toegestaan, mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Onder gebruik in strijd met alle bestemmingen wordt in elk geval verstaan:
De inrichting van de gronden moet zodanig plaatsvinden, dat wordt voldaan aan de gemeentelijke parkeernormen zoals weergegeven in de Nota parkeernormen gemeente Overbetuwe 2014 die als bijlage bij deze regels wordt toegevoegd.
Binnen de daartoe aangewezen bestemmingen zijn de volgende type evenementen toegestaan:
maximaal aantal evenementen per kalenderjaar | maximaal aantal dagen per kalenderjaar, per evenement | toegelaten openingstijden evenement zondag t/m donderdag | toegelaten openingstijden evenement vrijdag en zaterdag* | maximaal aantal bezoekers per evenement | |
categorie 1 | 12 | 1 | 7.00 t/m 23.00 uur |
7.00 t/m 24.00 uur | 2.500 |
categorie 2 | 3 | 1 | 7.00 t/m 23.00 uur |
7.00 t/m 24.00 uur | 2.500 |
categorie 3 | 1 | 3 | 7.00 t/m 23.00 uur |
7.00 t/m 24.00 uur** | 2.500 |
* = en zondag voor zover de volgende dag een feestdag is.
** = in afwijking van de gestelde openingstijd geldt voor gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - evenementen categorie 3' een toegelaten openingstijd van 07.00 t/m 03.00 uur.
Het gebruik overeenkomstig het bepaalde in artikel 18.3 mag alleen plaatsvinden indien voor de in onderstaande tabel vermelde objecten bij een te houden evenement de volgende maximale geluidsniveaus met in achtname van het bepaalde in artikel 1.40 worden aangehouden:
Evenementen van categorie 1:
Ter hoogte van de objecten: | dagperiode: 07.00 - 19.00 uur | avondperiode: 19.00 - 23.00 uur zondag tot/met donderdag en 19.00 – 24.00 vrijdag en zaterdag | ||
bestaande woningen en camping aan de Valburgsestraat 41* | 70 dB(A) | 85 dB(C) | 70 dB(A) | 85 dB(C) |
* = Rekenpunt 027 zoals opgenomen in de als bijlage 2 bij deze planregels opgenomen figuur
Evenementen van categorie 2:
Ter hoogte van de objecten: | dagperiode: 07.00 - 19.00 uur | avondperiode: 19.00 - 23.00 uur zondag tot/met donderdag en 19.00 – 24.00 vrijdag en zaterdag | ||
bestaande woningen en camping aan de Valburgsestraat 41* | 75 dB(A) | 90 dB(C) | 75 dB(A) | 90 dB(C) |
* = Rekenpunt 027 zoals opgenomen in de als bijlage 2 bij deze planregels opgenomen figuur
Evenementen van categorie 3:
Ter hoogte van de objecten: | dagperiode: 07.00 - 19.00 uur | avondperiode: 19.00 - 23.00 uur zondag tot/met donderdag en 19.00 – 24.00 vrijdag en zaterdag | nachtperiode: 00.00 – 03.00 zaterdag en zondag*/*** | |||
bestaande woningen en camping aan de Valburgsestraat 41** | 75 dB(A) | 90 dB(C) | 75 dB(A) | 90 dB(C) | 50 dB(A) | 65 dB(C) |
* = Hiermee worden bedoeld de nachten van vrijdag op zaterdag en zaterdag op zondag alsmede de nacht van zondag op maandag voor zover de maandag een feestdag is
** = Rekenpunt 027 zoals opgenomen in het als bijlage 2 bij deze planregels opgenomen figuur
*** = gestelde openingstijd in nachtperiode geldt uitsluitend voor gronden met de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - evenementen van categorie 3'.
Ter plaatse van de aanduiding “geluidszone - industrie” mogen in verband met de nabijheid van een Geluidzoneringsplichtige inrichting geen nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige functies worden gebouwd, tenzij een hogere grenswaarde is vastgesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het gestelde in artikel 19.1.1 voor het bouwen van nieuwe woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevels van deze woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde.
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken van:
Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor:
Ten aanzien van de in dit plan opgenomen wijzigingsbevoegdheden zal de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan moeten zijn gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig afwijken van artikel 23.1 voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 23.1 met maximaal 10%.
Artikel 23.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 23.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 23.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 23.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, Noordoever Strandpark Slijk-Ewijk.