Regels
HOOFDSTUK 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
a. het plan:
het bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening Steendervalsweg 53a en 55 te Mantinge van de gemeente Midden Drenthe;
b. bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1731.Steendervwg53a55MA-VST1 met bijbehorende regels;
c. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
d. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
e. aan-huis-verbonden beroep:
het beroep van accountant, administratieconsulent, advocaat, apotheker, architect, assurantiebemiddelaar, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts, fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huisarts, interieurarchitect, logopedist, makelaar in onroerend goed, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, organisatieadviseur, raadgevend ingenieur, registeraccountant, specialist, tandarts, tandartsspecialist, tuinen landschapsarchitect, verloskundige, dan wel een naar de aard daarmee gelijk te stellen beroep, dat, in combinatie met de woonfunctie als hoofdfunctie, kan worden uitgeoefend in een hoofdgebouw, aan- of uitbouw en/of bijgebouw(en) dat is (die zijn) bestemd voor wonen;
f. aan- of uitbouw:
een onderdeel van een hoofdgebouw, alsmede een opzichzelfstaand gebouw, dat is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
g. agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren;
h. agrarisch dienstverlenend bedrijf:
een bedrijf waarbinnen arbeid wordt verricht ter productie of levering van goederen of diensten ten behoeve van agrarische bedrijven;
i. bassin:
een mest- of waterbak voor de opslag van mest of water ten behoeve van agrarische activiteiten;
j. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
k. bedrijfsgebouw:
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
l. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een bedrijf, een aan-huis-verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
m. bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
n. beperkt kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald waarmee rekening moet worden gehouden;
o. bestaand:
1. ten aanzien van de bij of krachtens de Woningwet aanwezige bouwwerken en de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
- bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
2. ten aanzien van het overige gebruik:
- bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;
p. bestemmingsgrens:
een in het plan aangegeven lijn die de grens vormt van een bestemmingsvlak;
q. bestemmingsvlak:
een ter plaatse aangegeven vlak met eenzelfde bestemming;
r. bosbouw:
het geheel van bedrijfsmatig handelen en van activiteiten gericht op de instandhouding en ontwikkeling van bestaande, respectievelijk nieuwe bossen ten behoeve van (de functies) natuur, houtproductie, landschap, milieu en recreatie;
s. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
t. bouwgrens:
de grens van een bouwvlak;
u. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
v. bouwperceelgrens:
een grens van het bouwperceel;
w. bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
x. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
y. bijgebouw:
een opzichzelfstaand, al dan niet vrijstaand, gebouw dat door de vorm kan worden onderscheiden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
z. cultuurgrond:
grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden, die hobbymatig in gebruik zijn en niet worden gebruikt ten behoeve van een agrarische bedrijfsvoering;
aa. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;
bb. gebouw:
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
cc. geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
dd. geluidsgevoelige objecten:
gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige gebouwen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
ee. geluidsgevoelige functies:
in een gebouw of op een terrein aanwezige functies die maken dat een gebouw of een terrein als geluidsgevoelig object wordt aangemerkt;
ff. geluidszoneringsplichtige inrichting:
een inrichting bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld;
gg. hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel in architectonisch opzicht, dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
hh. houtteelt:
de bedrijfsmatige uitoefening van uitsluitend het kweken van bomen ten behoeve van de houtproductie op gronden die in principe hiervoor tijdelijk worden gebruikt en waarvoor daartoe ontheffing is verleend van de meldings- en herplantplicht ex artikel 2 en artikel 3 van de Boswet;
ii. hoveniersbedrijf:
een bedrijf (zonder detailhandelsfunctie) gericht op het verlenen van diensten op het gebied van de groenvoorzieningen en op de aanleg en het onderhouden van tuinen en parken;
jj. intensief veehouderijbedrijf:
een agrarisch bedrijf met een in hoofdzaak niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van het houden van dieren, zoals een rundveemesterij (exclusief vetweiderij), een varkens-, vleeskalver-, pluimvee- of pelsdierhouderij of een combinatie van deze bedrijfsvormen, alsmede naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijfsvormen met (nagenoeg) geen weidegang;
kk. kampeermiddel:
1. een tent, een vouwwagen, een camper, een caravan of een huifkar;
2. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, dat geheel of ten dele blijvend kan worden gebruikt voor recreatief dag- en/of nachtverblijf;
ll. kap:
een dak dat voor minder dan 50% in het horizontale vlak ligt;
mm. kwetsbaar object:
een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid inrichtingen of het Vuurwerkbesluit een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand is bepaald die in acht moet worden genomen;
nn. landschappelijke waarden:
de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap. Bij de afweging van het begrip 'landschappelijke waarden' zal de landschaps- en beheersvisie uit het Landschapsbeleidsplan van Midden-Drenthe (februari 2000) steeds onderdeel van het toetsingskader zijn;
oo. mestsilo/foliebassin:
een bouwwerk ten behoeve van de opslag van mest;
pp. milieusituatie:
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder gelet op het voorkomen, dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar, licht en/of trilling. Onderdeel van de afweging van het begrip 'milieusituatie' zal ook de bodembescherming zijn;
qq. natuurlijke waarden:
de abiotische en biotische waarden van een gebied. Bij de afweging van het begrip 'natuurlijke waarden' zal kaart 7 Ecologische structuren van het POP Drenthe (vastgesteld op 7 juli 2004) steeds onderdeel van het toetsingskader zijn;
rr. niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering:
een agrarische bedrijfsvoering die hoofdzakelijk in gebouwen plaatsvindt en die als zodanig niet afhankelijk is van agrarische gronden als productiemiddel, zoals een intensief tuinbouwbedrijf of een intensief veehouderijbedrijf;
ss. overkapping:
een bouwwerk van één bouwlaag dat dient ter overdekking en niet of slechts met één wand is omsloten;
tt. peil:
1. indien op het land wordt gebouwd:
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
- de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
- voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
- de hoogte van het terrein ter hoogte van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
2. indien op of in het water wordt gebouwd:
- de hoogte van het terrein ter plaatse van het meest nabijgelegen punt waar het water grenst aan het vasteland;
uu. productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, geteeld, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie;
vv. risicovolle inrichting:
een inrichting waarvoor ofwel op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, ofwel op grond van het Vuurwerkbesluit vanwege de verwerking of opslag van verpakt of onverpakt professioneel vuurwerk, al dan niet in samenhang met consumentenvuurwerk, een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een veiligheidsafstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten;
ww. (toren)silo:
een bouwwerk ten behoeve van opslagdoeleinden;
xx. stacaravan:
een caravan die gedurende langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn plaatsing direct of indirect met de grond is verbonden, dan wel direct of indirect steun vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
yy. trekkershut:
een verblijf, bestaande uit een lichte constructie en lichte materialen, niet zijnde een kampeermiddel of een stacaravan, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf;
zz. vrijstaand bijgebouw:
een niet met het (hoofd)gebouw verbonden gebouw, dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw;
aaa. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en uitbouwen met een oppervlakte van 2 m² of kleiner en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens of bestemmingsgrens bedraagt.
HOOFDSTUK 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. de uitoefening van een agrarisch bedrijf met een niet-grondgebonden agrarische bedrijfsvoering in de vorm van een intensief veehouderijbedrijf;
b. de uitoefening van een agrarisch dienstverlenend bedrijf;
c. het wonen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering al dan niet in combinatie met bedrijfsactiviteiten in de milieucategorieën 1 en 2, die zijn genoemd in bijlage 1;
met daaraan ondergeschikt:
d. cultuurgrond;
e. openbare nutsvoorzieningen;
f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
met de daarbij behorende:
g. bedrijfsgebouwen;
h. bedrijfswoningen, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
i. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen;
j. torensilo's;
k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Voor het bouwen van gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. er zullen uitsluitend gebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van het agrarisch bedrijf worden gebouwd;
b. de gebouwen zullen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
c. binnen het bouwvlak mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van een intensief veehouderijbedrijf worden gebouwd;
d. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bedrijf bedragen;
e. de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg gekeerde gevel van de bedrijfswoning, dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
f. de bedrijfsgebouwen zullen worden voorzien van een kap;
g. de maatvoering van een bouwwerk zal voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:
Functie van een gebouw |
Maximale oppervlakte |
Goothoogte in m |
Dakhelling in° |
Hoogte in m |
|
Per gebouw |
Gezamenlijk |
Max. |
Min. |
Max. |
Max. |
Bedrijfsgebouw en overkapping |
- |
850 m2 |
5,00 |
- |
- |
12,00 |
Bedrijfswoning |
250 m2* |
- |
3,50 |
30 |
60 |
9,00 |
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning |
- |
100 m2 |
3,50 |
- |
60 |
- |
Torensilo |
85 m2 |
- |
- |
- |
- |
12,00 |
* Tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen.
3.2.2 Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
a. silo's, platen en mestfoliebassins zullen uitsluitend worden gebouwd binnen het bouwvlak;
b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10,00 m bedragen.
3.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
a. het bepaalde in lid 3.2.1, onder g en toestaan dat de goot- en/of bouwhoogte van bedrijfswoningen wordt vergroot tot respectievelijk 6,00 m en/of 10,00 m, mits:
1. de bedrijfswoning daarmee aansluit op een voor het landschap kenmerkend bebouwingstype;
2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b. het bepaalde in lid 3.2.1, onder g en toestaan dat de goothoogte van bedrijfsgebouwen ten behoeve van agrarische bedrijfsvoering wordt vergroot tot 5,5 m, mits:
1. de vergroting noodzakelijk is voor een goede bedrijfsvoering;
2. is aangetoond dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de natuurlijke en landschappelijke waarden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
c. het bepaalde in lid 3.2.2, onder b en toestaan dat de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 15,00 m, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en natuurlijke waarden, het bebouwingsbeeld en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
d. het bepaalde in lid 3.2.2. van het plaatsen van mestfoliebassins buiten het bouwvlak, indien vestiging binnen het bouwvlak om bedrijfstechnische redenen bezwaarlijk is.
3.4 Specifieke gebruiksregels
In strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval begrepen:
a. het opslaan van mest, hooibalen en/of andere agrarische producten buiten het bouwvlak, met uitzondering van tijdelijke opslag van landbouwproducten (maximaal zes maanden per jaar);
b. het opslaan van agrarische producten binnen het bouwvlak voorzover het gronden betreft die zijn gelegen voor (het verlengde van) de naar de weg gekeerde gevel(s) van een bedrijfswoning;
c. het opslaan van niet-agrarische producten en/of het stallen van auto's, caravans en boten anders dan in gebouwen;
d. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen en/of de aanleg van wegen anders dan ten behoeve van het agrarisch gebruik;
e. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning;
f. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, anders dan de productiegebonden detailhandel in de vorm van de verkoop van eigen en streekeigen producten;
g. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
h. het gebruik van gedeelten van een bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen en/of een bijgebouw bij de bedrijfswoning, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep, indien:
1. het beroep niet wordt uitgeoefend door een van de bewoners van de bedrijfswoning, waarbij een andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
2. de beroepsvloeroppervlakte in de bedrijfswoning meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning;
3. de beroepsvloeroppervlakte in een bijgebouw meer dan 45 m² bedraagt;
4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
5. detailhandel plaatsvindt anders dan productiegebonden detailhandel;
i. het gebruik van de gronden ten behoeve van bosbouw, houtteelt of andere opgaande meerjarige teeltvormen.
3.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
a. het bepaalde in lid 3.4. en toestaan dat de uitoefening van een agrarisch bedrijf wordt gecombineerd met een ondergeschikte tweede tak of een deeltijdfunctie in de vorm van lichte bedrijvigheid of een zorgfunctie, mits:
1. het gaat om bedrijfsactiviteiten in de milieucategorieën 3.1 en 3.2, zoals die zijn opgenomen in bijlage 1, voorzover deze naar de aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijvigheid in de milieucategorieën 1 en 2;
2. geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven, in die zin dat de bedrijven in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden beperkt;
3. er sprake is van een ligging aan een weg, die geschikt is voor een eventuele toename van (zwaar) verkeer;
4. alle activiteiten ten behoeve van de kleinschalige uitoefening van de toegelaten bedrijvigheid binnen de bestaande bebouwing wordt ondergebracht;
5. er geen opslag van goederen, behorende bij het andere gebruik, buiten de gebouwen mag plaatsvinden;
6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
b. het bepaalde in lid 3.4. onder e en toestaan dat een bedrijfswoning wordt gebruikt voor meer dan één woning, mits:
1. de tweede bedrijfswoning noodzakelijk is voor het constante toezicht op het agrarisch bedrijf en voldoende bedrijfsomvang aanwezig is in verband met de duurzaamheid van het bedrijf als volwaardig meermansbedrijf;
2. de bestaande bouwmassa niet wordt vergroot en er niet meer dan twee woningen worden gevestigd;
3. voldoende parkeergelegenheid op het bijbehorende erf wordt aangelegd;
4. de vestiging geen onevenredige afbreuk doet aan de milieusituatie van agrarische bedrijven in de directe omgeving;
5. de geluidsbelasting van het geluidsgevoelige gebouw niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde;
6. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
c. het bepaalde in lid 3.4 onder g en toestaan dat gronden en bouwwerken gebruikt worden ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden in de vorm van:
1. kleinschalig kamperen, waarbij niet meer dan 15 kampeermiddelen op gronden met een minimale oppervlakte van 5.000 m² ten behoeve van het kamperen aansluitend op de bebouwing mogen worden geplaatst, het kamperen uitsluitend mag plaatsvinden binnen de periode van 15 maart tot 1 november van elk jaar, het kampeerterrein minimaal 50 m van de perceelgrens van (bedrijfs)woningen en minimaal 500 m van de perceelgrens van het dichtstbijzijnde kampeerterrein moet zijn gesitueerd en er geen chaIets, trekkershutten of stacaravans mogen worden geplaatst;
2. logiesverstrekking, waarbij niet meer dan drie bed- and breakfasteenheden per agrarisch bedrijf mogen worden gevestigd.
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een hoveniersbedrijf;
b. bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, ten behoeve van bedrijven, welke zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, niet zijnde geluidzoneringsplichtige en/of risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
c. bedrijfswoningen al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep;
d. aan- en uitbouwen, (bij)gebouwen en overkappingen bij bedrijfswoningen;
met daaraan ondergeschikt:
e. wegen en paden;
f. water;
met daarbij behorende:
g. tuinen, erven en terreinen;
h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
1. Voor het bouwen van de in lid 4.1, onder a tot en met d genoemde gebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:
a. de gebouwen en overkappingen worden uitsluitend binnen het bouwvlak gebouwd;
b. per bestemmingsvlak mogen uitsluitend gebouwen en overkappingen ten behoeve van één bedrijf worden gebouwd;
c. het aantal bedrijfswoningen zal ten hoogste één per bedrijf bedragen;
d. de bedrijfsgebouwen, waaronder overkappingen, en de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning zullen ten minste 3,00 m achter de naar de weg(en) gekeerde gevel(s) van de bedrijfswoning, dan wel het verlengde daarvan worden gebouwd;
e. de afstand van een bedrijfswoning ten opzichte van de weg zal ten minste de bestaande afstand bedragen;
f. de maatvoering van een bouwwerk zal voorts voldoen aan de eisen die in het volgende bouwschema zijn gesteld:
Functie van een gebouw |
Maximale oppervlakte |
Goothoogte in m |
Dakhelling in ° |
Hoogte in m |
|
Per gebouw |
Gezamenlijk |
Max. |
Min. |
Max. |
Max. |
Bedrijfsgebouw en overkapping |
- |
480 m2 |
5,00 |
20 |
60 |
12,00 |
Bedrijfswoning |
250 m2* |
- |
3,50 |
30 |
60 |
9,00 |
Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning |
- |
100 m2 |
3,50 |
- |
60 |
- |
* Tenzij de bestaande oppervlakte meer bedraagt, in welk geval de oppervlakte van een bedrijfswoning ten hoogste de bestaande oppervlakte zal bedragen.
2. Voor het bouwen van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
- de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 10 m bedragen.
4.3 Ontheffing van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 4.2, onder f en toestaan dat de goothoogte van een bedrijfsgebouw wordt vergroot tot 5,5 m.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Als gebruik in strijd met de bestemmingsomschrijving wordt in ieder geval ook begrepen:
a. het gebruik van gedeelten van de bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, en/of een bijgebouw bij de bedrijfswoning, voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden beroep, indien:
1. het beroep niet wordt uitgeoefend door een van de bewoners van de bedrijfswoning, waarbij één andere arbeidskracht ter plekke werkzaam mag zijn;
2. de beroepsvloeroppervlakte in een bedrijfswoning, inclusief aan- en uitbouwen, meer bedraagt dan 30% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning;
3. de beroepsvloeroppervlakte in een bijgebouw meer dan 45 m² bedraagt;
4. parkeren niet op eigen erf plaatsvindt;
5. detailhandel plaatsvindt;
b. het splitsen van een bedrijfswoning in meer dan één woning;
c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden;
d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel.
4.5 Ontheffing van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
- het bepaalde in lid 4.1 en toestaan dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor bedrijven, welke naar de aard en de invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met genoemde bedrijven, mits:
1. het niet betreft detailhandelsbedrijven, geluidzoneringsplichtige en/of risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
2. zwaar verkeer of veel verkeer aantrekkende bedrijvigheid uitsluitend aan wegen, die daarop zijn berekend, wordt gevestigd;
3. de aanwezige woonfunctie bij het bedrijf wordt gehandhaafd;
4. de bedrijfsvestiging plaatsvindt binnen de bestaande oppervlakte aan gebouwen;
5. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
HOOFDSTUK 3 Algemene regels
Artikel 5 Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene ontheffingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van de bij recht in de regels gegeven afmetingen en percentages, met uitzondering van de oppervlakte- en inhoudsmaten, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages.
HOOFDSTUK 4 Overgangs- en slotregels
Artikel 7 Overgangsrecht
A Overgangsrecht bouwwerken
1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan.
2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van het eerste lid voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
B Overgangsrecht gebruik
1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan één jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: 'Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, partiële herziening Steendervalsweg 53a en 55 te Mantinge'.
Besloten in de openbare vergadering van de raad,
gehouden op 1 juli 2010,
de griffier, de voorzitter,
C. Onderwater J. Broertjes
Staat van bedrijven
SBI-CODE |
|
OMSCHRIJVING |
AFSTANDEN IN METERS |
- |
nummer |
|
geur |
stof |
geluid |
gevaar |
grootste afstand |
categorie |
01 |
- |
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW |
|
|
|
|
|
|
014 |
0 |
Dienstverlening t.b.v. de landbouw: |
|
|
|
|
|
|
014 |
1 |
- algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. > 500 m2 |
30 |
10 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
014 |
3 |
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m2 |
30 |
10 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
02 |
- |
BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. BOSBOUW |
|
|
|
|
|
|
020 |
|
Bosbouwbedrijven |
10 |
10 |
50 |
0 |
50 |
3.1 |
15 |
- |
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN |
|
|
|
|
|
|
151 |
0 |
Slachterijen en overige vleesverwerking: |
|
|
|
|
|
|
151 |
1 |
- slachterijen en pluimveeslachterijen |
100 |
0 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
151 |
4 |
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m² |
100 |
0 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
151 |
7 |
- loonslachterijen |
50 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
151 |
8 |
- vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m² |
50 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
152 |
5 |
- verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m² |
100 |
10 |
50 |
30 |
100 |
3.2 |
152 |
6 |
- verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² |
50 |
10 |
30 |
10 |
50 |
3.1 |
1532, 1533 |
0 |
Groente- en fruitconservenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1532, 1533 |
1 |
- jam |
50 |
10 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
1532, 1533 |
2 |
- groente algemeen |
50 |
10 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
1532, 1533 |
3 |
- met koolsoorten |
100 |
10 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
1551 |
0 |
Zuivelprodukten fabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1551 |
3 |
- melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j |
50 |
0 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
1552 |
1 |
Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m² |
50 |
0 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
1581 |
0 |
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen: |
|
|
|
|
|
|
1581 |
1 |
- v.c. < 2500 kg meel/week |
30 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
1581 |
2 |
- v.c. >= 2500 kg meel/week |
100 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
1582 |
|
Banket, biscuit- en koekfabrieken |
100 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
1584 |
0 |
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk: |
|
|
|
|
|
|
1584 |
5 |
- Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m² |
100 |
30 |
50 |
30 |
100 |
3.2 |
1585 |
|
Deegwarenfabrieken |
50 |
30 |
10 |
10 |
50 |
3.1 |
1586 |
0 |
Koffiebranderijen en theepakkerijen: |
|
|
|
|
|
|
1586 |
2 |
- theepakkerijen |
100 |
10 |
30 |
10 |
100 |
3.2 |
1589.2 |
0 |
Soep- en soeparomafabrieken: |
|
|
|
|
|
|
1589.2 |
1 |
- zonder poederdrogen |
100 |
10 |
50 |
10 |
100 |
3.2 |
1592 |
0 |
Vervaardiging van ethylalcohol door gisting: |
|
|
|
|
|
|
1593 t/m 1595 |
|
Vervaardiging van wijn, cider e.d. |
10 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
1598 |
|
Mineraalwater- en frisdrankfabrieken |
10 |
0 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
17 |
- |
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL |
|
|
|
|
|
|
171 |
|
Bewerken en spinnen van textielvezels |
10 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
172 |
0 |
Weven van textiel: |
|
|
|
|
|
|
172 |
1 |
- aantal weefgetouwen < 50 |
10 |
10 |
100 |
0 |
100 |
3.2 |
173 |
|
Textielveredelingsbedrijven |
50 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
174, 175 |
|
Vervaardiging van textielwaren |
10 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
176, 177 |
|
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen |
0 |
10 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
18 |
- |
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT |
|
|
|
|
|
|
181 |
|
Vervaardiging kleding van leer |
30 |
0 |
50 |
0 |
50 |
3.1 |
182 |
|
Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
183 |
|
Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont |
50 |
10 |
10 |
10 |
50 |
3.1 |
19 |
- |
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) |
|
|
|
|
|
|
192 |
|
Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel) |
50 |
10 |
30 |
10 |
50 |
3.1 |
193 |
|
Schoenenfabrieken |
50 |
10 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
20 |
- |
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D. |
|
|
|
|
|
|
2010.1 |
|
Houtzagerijen |
0 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2010.2 |
0 |
Houtconserveringsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
2010.2 |
2 |
- met zoutoplossingen |
10 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
202 |
|
Fineer- en plaatmaterialenfabrieken |
100 |
30 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
203, 204, 205 |
0 |
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout |
0 |
30 |
100 |
0 |
100 |
3.2 |
205 |
|
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken |
10 |
10 |
30 |
0 |
30 |
2 |
21 |
- |
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN |
|
|
|
|
|
|
2112 |
0 |
Papier- en kartonfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2112 |
1 |
- p.c. < 3 t/u |
50 |
30 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
212 |
|
Papier- en kartonwarenfabrieken |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2121.2 |
0 |
Golfkartonfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2121.2 |
1 |
- p.c. < 3 t/u |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
22 |
- |
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA |
|
|
|
|
|
|
221 |
|
Uitgeverijen (kantoren) |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
2221 |
|
Drukkerijen van dagbladen |
30 |
0 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
2222 |
|
Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen) |
30 |
0 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
2222.6 |
|
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen |
10 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
2223 |
A |
Grafische afwerking |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
2223 |
B |
Binderijen |
30 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
2224 |
|
Grafische reproduktie en zetten |
30 |
0 |
10 |
10 |
30 |
2 |
2225 |
|
Overige grafische aktiviteiten |
30 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
223 |
|
Reproduktiebedrijven opgenomen media |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
23 |
- |
AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN |
|
|
|
|
|
|
2320.2 |
A |
Smeeroliën- en vettenfabrieken |
50 |
0 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
24 |
- |
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN |
|
|
|
|
|
|
2442 |
0 |
Farmaceutische produktenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2442 |
1 |
- formulering en afvullen geneesmiddelen |
50 |
10 |
50 |
50 |
50 |
3.1 |
2442 |
2 |
- verbandmiddelenfabrieken |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
2462 |
0 |
Lijm- en plakmiddelenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2462 |
1 |
- zonder dierlijke grondstoffen |
100 |
10 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2464 |
|
Fotochemische produktenfabrieken |
50 |
10 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2466 |
A |
Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken |
50 |
10 |
50 |
50 |
50 |
3.1 |
25 |
- |
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF |
|
|
|
|
|
|
2512 |
0 |
Loopvlakvernieuwingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
2512 |
1 |
- vloeropp. < 100 m2 |
50 |
10 |
30 |
30 |
50 |
3.1 |
2513 |
|
Rubber-artikelenfabrieken |
100 |
10 |
50 |
50 |
100 |
3.2 |
26 |
- |
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN |
|
|
|
|
|
|
261 |
0 |
Glasfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
261 |
1 |
- glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2615 |
|
Glasbewerkingsbedrijven |
10 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
262, 263 |
0 |
Aardewerkfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
262, 263 |
1 |
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
262, 263 |
2 |
- vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW |
30 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2661.2 |
0 |
Kalkzandsteenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
2661.2 |
1 |
- p.c. < 100.000 t/j |
10 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2662 |
|
Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken |
50 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2663, 2664 |
0 |
Betonmortelcentrales: |
|
|
|
|
|
|
2663, 2664 |
1 |
- p.c. < 100 t/u |
10 |
50 |
100 |
100 |
100 |
3.2 |
2665, 2666 |
0 |
Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips: |
|
|
|
|
|
|
2665, 2666 |
1 |
- p.c. < 100 t/d |
10 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
267 |
0 |
Natuursteenbewerkingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
267 |
1 |
- zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m2 |
10 |
30 |
100 |
0 |
100 |
3.2 |
2681 |
|
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken |
10 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
2682 |
B0 |
Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol): |
|
|
|
|
|
|
2682 |
C |
Minerale produktenfabrieken n.e.g. |
50 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
28 |
- |
VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) |
|
|
|
|
|
|
281 |
0 |
Constructiewerkplaatsen: |
|
|
|
|
|
|
281 |
1 |
- gesloten gebouw |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2821 |
0 |
Tank- en reservoirbouwbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
284 |
B |
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. |
50 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2851 |
0 |
Metaaloppervlaktebehandelings-bedrijven: |
|
|
|
|
|
|
2851 |
1 |
- algemeen |
50 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2851 |
11 |
- metaalharden |
30 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2851 |
12 |
- lakspuiten en moffelen |
100 |
30 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2851 |
2 |
- scoperen (opspuiten van zink) |
50 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2851 |
3 |
- thermisch verzinken |
100 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2851 |
4 |
- thermisch vertinnen |
100 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2851 |
5 |
- mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten) |
30 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2851 |
6 |
- anodiseren, eloxeren |
50 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2851 |
7 |
- chemische oppervlaktebehandeling |
50 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
2851 |
8 |
- emailleren |
100 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2851 |
9 |
- galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed) |
30 |
30 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
2852 |
1 |
Overige metaalbewerkende industrie |
10 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
287 |
A0 |
Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
287 |
B |
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g. |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
29 |
- |
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN |
|
|
|
|
|
|
29 |
0 |
Machine- en apparatenfabrieken: |
|
|
|
|
|
|
29 |
1 |
- p.o. < 2.000 m2 |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
30 |
- |
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS |
|
|
|
|
|
|
30 |
A |
Kantoormachines- en computerfabrieken |
30 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
31 |
- |
VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. |
|
|
|
|
|
|
314 |
|
Accumulatoren- en batterijenfabrieken |
100 |
30 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
316 |
|
Elektrotechnische industrie n.e.g. |
30 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
32 |
- |
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH. |
|
|
|
|
|
|
321 t/m 323 |
|
Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d. |
30 |
0 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
3210 |
|
Fabrieken voor gedrukte bedrading |
50 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
33 |
- |
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN |
|
|
|
|
|
|
33 |
A |
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. |
30 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
34 |
|
VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS |
|
|
|
|
|
|
341 |
0 |
Autofabrieken en assemblagebedrijven |
|
|
|
|
|
|
343 |
|
Auto-onderdelenfabrieken |
30 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
35 |
- |
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS) |
|
|
|
|
|
|
351 |
0 |
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven: |
|
|
|
|
|
|
351 |
1 |
- houten schepen |
30 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
351 |
2 |
- kunststof schepen |
100 |
50 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
352 |
0 |
Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen: |
|
|
|
|
|
|
352 |
1 |
- algemeen |
50 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
353 |
0 |
Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven: |
|
|
|
|
|
|
354 |
|
Rijwiel- en motorrijwielfabrieken |
30 |
10 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
355 |
|
Transportmiddelenindustrie n.e.g. |
30 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
36 |
- |
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G. |
|
|
|
|
|
|
361 |
1 |
Meubelfabrieken |
50 |
50 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
361 |
2 |
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2 |
0 |
10 |
10 |
0 |
10 |
1 |
362 |
|
Fabricage van munten, sieraden e.d. |
30 |
10 |
10 |
10 |
30 |
2 |
363 |
|
Muziekinstrumentenfabrieken |
30 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
364 |
|
Sportartikelenfabrieken |
30 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
365 |
|
Speelgoedartikelenfabrieken |
30 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
3661.2 |
|
Vervaardiging van overige goederen n.e.g. |
30 |
10 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
45 |
- |
BOUWNIJVERHEID |
|
|
|
|
|
|
45 |
0 |
Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m2 |
10 |
30 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
45 |
1 |
- bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m2 |
10 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
45 |
2 |
Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m2 |
10 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
45 |
3 |
- aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m2 |
0 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
50 |
- |
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS |
|
|
|
|
|
|
501, 502, 504 |
|
Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven |
10 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
502 |
|
Groothandel in vrachtauto's (incl. import) |
10 |
10 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
5020.4 |
A |
Autoplaatwerkerijen |
10 |
30 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
5020.4 |
B |
Autobeklederijen |
0 |
0 |
10 |
10 |
10 |
1 |
5020.4 |
C |
Autospuitinrichtingen |
50 |
30 |
30 |
30 |
50 |
3.1 |
5020.5 |
|
Autowasserijen |
10 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
503, 504 |
|
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires |
0 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
505 |
0 |
Benzineservisestations: |
|
|
|
|
|
|
505 |
2 |
- met LPG < 1000 m³/jr |
30 |
0 |
30 |
50 |
50 |
3.1 |
505 |
3 |
- zonder LPG |
30 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
51 |
- |
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING |
|
|
|
|
|
|
511 |
|
Handelsbemiddeling (kantoren) |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
5121 |
0 |
Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders |
30 |
30 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
5122 |
|
Grth in bloemen en planten |
10 |
10 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5123 |
|
Grth in levende dieren |
50 |
10 |
100 |
0 |
100 |
3.2 |
5124 |
|
Grth in huiden, vellen en leder |
50 |
0 |
30 |
0 |
50 |
3.1 |
5125, 5131 |
|
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen |
30 |
10 |
30 |
50 |
50 |
3.1 |
5132, 5133 |
|
Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën |
10 |
0 |
30 |
50 |
50 |
3.1 |
5134 |
|
Grth in dranken |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5135 |
|
Grth in tabaksprodukten |
10 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5136 |
|
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk |
10 |
10 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5137 |
|
Grth in koffie, thee, cacao en specerijen |
30 |
10 |
30 |
0 |
30 |
2 |
5138, 5139 |
|
Grth in overige voedings- en genotmiddelen |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
514 |
|
Grth in overige consumentenartikelen |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
5151.1 |
0 |
Grth in vaste brandstoffen: |
|
|
|
|
|
|
5151.1 |
1 |
- klein, lokaal verzorgingsgebied |
10 |
50 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
5151.2 |
0 |
Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen: |
|
|
|
|
|
|
5151.3 |
|
Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen) |
100 |
0 |
30 |
50 |
100 |
3.2 |
5152.1 |
0 |
Grth in metaalertsen: |
|
|
|
|
|
|
5152.2 /.3 |
|
Grth in metalen en -halffabrikaten |
0 |
10 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
5153 |
0 |
Grth in hout en bouwmaterialen: |
|
|
|
|
|
|
5153 |
1 |
- algemeen: b.o. > 2000 m2 |
0 |
10 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
5153.4 |
4 |
zand en grind: |
|
|
|
|
|
|
5153.4 |
5 |
- algemeen: b.o. > 200 m2 |
0 |
30 |
100 |
0 |
100 |
3.2 |
5154 |
0 |
Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur: |
|
|
|
|
|
|
5154 |
1 |
- algemeen: b.o. > 2.000 m2 |
0 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
5155.1 |
|
Grth in chemische produkten |
50 |
10 |
30 |
100 |
100 |
3.2 |
5156 |
|
Grth in overige intermediaire goederen |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
5157 |
0 |
Autosloperijen: b.o. > 1000 m2 |
10 |
30 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
5157.2/3 |
0 |
Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m2 |
10 |
30 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
5162 |
0 |
Grth in machines en apparaten: |
|
|
|
|
|
|
5162 |
1 |
- machines voor de bouwnijverheid |
0 |
10 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
5162 |
2 |
- overige |
0 |
10 |
50 |
0 |
50 |
3.1 |
517 |
|
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d. |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
52 |
- |
REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN |
|
|
|
|
|
|
527 |
|
Reparatie t.b.v. particulieren (excl. auto's en motorfietsen) |
0 |
0 |
10 |
10 |
10 |
1 |
60 |
- |
VERVOER OVER LAND |
|
|
|
|
|
|
6022 |
|
Taxibedrijven |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
6023 |
|
Touringcarbedrijven |
10 |
0 |
100 |
0 |
100 |
3.2 |
6024 |
0 |
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m2 |
0 |
0 |
100 |
30 |
100 |
3.2 |
6024 |
1 |
- Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m2 |
0 |
0 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
63 |
- |
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER |
|
|
|
|
|
|
6311.2 |
0 |
Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart: |
|
|
|
|
|
|
6311.2 |
2 |
- stukgoederen |
0 |
10 |
100 |
50 |
100 |
3.2 |
6312 |
|
Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen |
30 |
10 |
50 |
50 |
50 |
3.1 |
64 |
- |
POST EN TELECOMMUNICATIE |
|
|
|
|
|
|
641 |
|
Post- en koeriersdiensten |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
642 |
A |
Telecommunicatiebedrijven |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
71 |
- |
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN |
|
|
|
|
|
|
711 |
|
Personenautoverhuurbedrijven |
10 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
712 |
|
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's) |
10 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
713 |
|
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen |
10 |
0 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
714 |
|
Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g. |
10 |
10 |
30 |
10 |
30 |
2 |
72 |
- |
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE |
|
|
|
|
|
|
72 |
A |
Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d. |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
73 |
- |
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK |
|
|
|
|
|
|
731 |
|
Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk |
30 |
10 |
30 |
30 |
30 |
2 |
732 |
|
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
74 |
- |
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING |
|
|
|
|
|
|
74 |
A |
Overige zakelijke dienstverlening: kantoren |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
747 |
|
Reinigingsbedrijven voor gebouwen |
50 |
10 |
30 |
30 |
50 |
3.1 |
7481.3 |
|
Foto- en filmontwikkelcentrales |
10 |
0 |
30 |
10 |
30 |
2 |
7484.4 |
|
Veilingen voor huisraad, kunst e.d. |
0 |
0 |
10 |
0 |
10 |
1 |
75 |
- |
OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN |
|
|
|
|
|
|
7525 |
|
Brandweerkazernes |
0 |
0 |
50 |
0 |
50 |
3.1 |
90 |
- |
MILIEUDIENSTVERLENING |
|
|
|
|
|
|
9001 |
A0 |
RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: |
|
|
|
|
|
|
9002.1 |
A |
Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d. |
50 |
30 |
50 |
10 |
50 |
3.1 |
9002.1 |
B |
Gemeentewerven (afval-inzameldepots) |
30 |
30 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
9002.2 |
A0 |
Afvalverwerkingsbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
9002.2 |
A2 |
- kabelbranderijen |
100 |
50 |
30 |
10 |
100 |
3.2 |
9002.2 |
A4 |
- pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen) |
50 |
10 |
30 |
10 |
50 |
3.1 |
9002.2 |
A5 |
- oplosmiddelterugwinning |
100 |
0 |
10 |
30 |
100 |
3.2 |
9002.2 |
A7 |
- verwerking fotochemisch en galvano-afval |
10 |
10 |
30 |
30 |
30 |
2 |
9002.2 |
C0 |
Composteerbedrijven: |
|
|
|
|
|
|
9002.2 |
C3 |
- belucht v.c. < 20.000 ton/jr |
100 |
100 |
100 |
10 |
100 |
3.2 |
93 |
- |
OVERIGE DIENSTVERLENING |
|
|
|
|
|
|
9301.1 |
A |
Wasserijen en strijkinrichtingen |
30 |
0 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
9301.1 |
B |
Tapijtreinigingsbedrijven |
30 |
0 |
50 |
30 |
50 |
3.1 |
93012 |
|
Chemische wasserijen en ververijen |
30 |
0 |
30 |
30 |
30 |
2 |
9301.3 |
A |
Wasverzendinrichtingen |
0 |
0 |
30 |
0 |
30 |
2 |
