In deze regels wordt verstaan onder:
a. het plan:
het wijzigingsplan Buitengebied Midden-Drenthe, Oranje 51 te Oranje met
identificatienummer NL.IMRO.1731.Oranje51OR-WVS1 van de gemeente Midden-
Drenthe;
b. bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij
behorende bijlagen;
c. aan- of uitbouw:
een gebouw, dat in bouwkundig opzicht qua massa en vorm ondergeschikt is aan het
hoofdgebouw, maar functioneel één geheel vormt met het hoofdgebouw;
d. aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar
ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het
bebouwen van deze gronden;
e. aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
f. aangebouwd bijgebouw:
een met het (hoofd)gebouw verbonden en/of een aan het (hoofd)gebouw aanwezig
zijnd gebouw, dat zowel ruimtelijk als functioneel ondergeschikt is aan het op hetzelfde
bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten dienste staat van dat (hoofd)gebouw;
g. aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten:
het verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke - geheel of overwegend
door middel van handwerk uit te oefenen - bedrijvigheid, waarvan de aard, omvang en
uitstraling zodanig zijn, dat de activiteiten in de woning en/of de daarbij behorende
bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie ter plaatse, kunnen worden uitgeoefend;
h. aan huis verbonden beroep:
het beroep van: accountant, administratieconsulent, advocaat, apotheker, architect,
assurantiebemiddelaar, belastingconsulent, bouwkundig architect, dierenarts,
fysiotherapeut, gerechtsdeurwaarder, huisarts, interieurarchitect, logopedist, makelaar
in onroerend goed, medisch specialist, notaris, oefentherapeut, organisatieadviseur,
raadgevend ingenieur, registeraccountant, specialist, tandarts, tandartsspecialist, tuinen
landschapsarchitect, verloskundige, dan wel naar de aard daarmee gelijk te stellen
beroep, dat in combinatie met de woonfunctie als hoofdfunctie kan worden uitgeoefend
in een hoofdgebouw en/of bijgebouw(en) dat is (die zijn) bestemd voor het wonen;
i. archeologisch waardevol gebied:
een gebied waarin zich voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen
bevinden;
j. archeologische waarden:
voorwerpen of bewoningssporen van vroegere samenlevingen;
k. bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
l. bebouwingsbeeld:
de visuele waarden van het totaal aan bebouwing en de bebouwing in het landschap.
Bij de afweging van het begrip ‘bebouwingsbeeld’ zal het beeldkwaliteitsplan
Buitengebied gemeente Midden-Drenthe, zoals opgenomen in de bijlagen, steeds
onderdeel van het toetsingskader zijn;
m. bed & breakfast(eenheid):
een kleinschalige aan de woonfunctie ondergeschikte accommodatie voor recreatief
nachtverblijf en ontbijt;
n. bedrijfsvloeroppervlakte:
de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een
bedrijf, een aan huis verbonden beroep of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit,
inclusief opslag- en administratieruimte en dergelijke;
o. bestaande:
- het gebruik dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is en/of bebouwing die op dat tijdstip aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een vergunning;
- het onder 1 bedoelde geldt niet voorzover sprake was van strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder mede begrepen het overgangsrecht van het bestemmingsplan;
p. bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak;
q. bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
r. bijgebouw:
een gebouw, dat in bouwkundig opzicht qua massa en vorm en ten dienste staat van
het hoofdgebouw, vrijstaand, dan wel aangebouwd;
s. bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen
of veranderen van een standplaats;
t. bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar
behorende bebouwing is toegelaten;
u. bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel;
v. bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij
direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of
op de grond;
w. detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het
verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor
gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of
bedrijfsactiviteit;
x. erotisch getinte vermaaksfunctie:
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of
vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een
seksclub en een seksautomatenhal;
y. evenement:
elke voor publiek buiten de daartoe ingerichte inrichtingen toegankelijke festiviteit,
grootschalige sportwedstrijd, auto- of motorcrosswedstrijd, optochten, georganiseerd
vuurwerk en alle overige tot vermaak en recreatie bedoelde activiteiten op een locatie
die vaker dan twee maal per jaar wordt gebruikt, met uitzondering van markten als
bedoeld in de Gemeentewet, kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en
betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare
manifestaties;
z. gastouderopvang:
een specifieke vorm van kinderopvang in de eigen woning van de gastouder of woning
waar de kinderen woonachtig zijn met, op grond van de Wet kinderopvang, een
maximum van 6 kindplaatsen, waarbij ook de eigen kinderen tot 10 jaar meetellen;
aa. gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met
wanden omsloten ruimte vormt;
bb. geluidsbelasting:
de geluidsbelasting vanwege een weg, een industrieterrein en/of een spoorweg;
cc. hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel in bouwkundig opzicht qua massa en vorm, dan
wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;
dd. kampeermiddel:
- een tent, een vouwwagen, een camper, een caravan of een huifkar;
- enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde, dat geheel of ten dele blijvend kan worden gebruikt voor recreatief dag- en/of nachtverblijf;
ee. kap:
een dakafdekking onder een hoek van meer dan 5 graden met het horizontale vlak;
ff. landschappelijke waarden:
de cultuurhistorische en de visuele waarden van het landschap. Bij de afweging van het
begrip 'landschappelijke waarden' zal de landschaps- en beheersvisie uit het
Landschapsbeleidsplan van Midden-Drenthe (februari 2000) steeds onderdeel van het
toetsingskader zijn;
gg. mantelzorg:
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische
en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
hh. milieusituatie:
de waarde van een gebied in milieuhygiënische zin die wordt bepaald door de mate van
scheiding tussen milieugevoelige en milieubelastende functies, daarbij in het bijzonder
gelet op het voorkomen, dan wel beperken van hinder door geur, stof, geluid, gevaar,
licht en/of trilling. Onderdeel van de afweging van het begrip ‘milieusituatie’ zal ook
de bodembescherming zijn;
ii. natuurlijke waarden:
de abiotische en biotische waarden van een gebied;
jj. overkapping:
een bouwwerk dat is voorzien van een plat dak, dan wel een kap en met maximaal één
wand is uitgevoerd;
kk. paardrijbak:
buitenrijbaan ten behoeve van paardrijactiviteiten, voorzien van een zandbed en al dan
niet voorzien van een omheining;
ll. peil:
- bij ligging aan een weg: de kruin van de weg;
- bij ligging aan een anderszins verhard terrein: de bovenkant van dat terrein;
- bij ligging anders dan een weg of verhard terrein: het maaiveld;
- bij aan- of uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij of aan een bestaande woning: de bestaande peilmaat van de woning;
mm. productiegebonden detailhandel:
detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of
toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan
de productiefunctie;
nn. recreatief nachtverblijf:
een recreatiewoning, caravan, stachalet, trekkershut of ander gebouw dat gedurende
langere tijd op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en die door zijn
plaatsing direct of indirect met de grond is verbonden, dan wel direct of indirect steun
vindt in of op de grond en daardoor als bouwwerk is aan te merken;
oo. recreatieve bewoning:
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie,
waarbij het hoofdverblijf elders wordt gehouden;
pp. seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de
omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of
vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting
worden in ieder geval verstaan een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische
massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al
dan niet in combinatie met elkaar;
qq. verblijfsrecreatie:
recreatief verblijf, waarbij wordt overnacht in kampeermiddelen, recreatiewoningen,
appartementen en/of recreatieverblijven, waarbij hoofdverblijf elders wordt gehouden;
rr. vloeroppervlak:
totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten op de begane grond, de
verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen;
ss. voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een woning of, indien een woning met meer dan
één zijde naar de weg is gekeerd, de als zodanig door burgemeester en wethouders
aan te wijzen gevel(s);
tt. voorgevelrooilijn:
- langs een wegzijde met een regelmatige of nagenoeg regelmatige ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing:
- de evenwijdig aan de as van de weg gelegen lijn, welke, zoveel mogelijk aansluitend aan de ligging van de voorgevels van de bestaande bebouwing, een zoveel mogelijk gelijkmatig beloop van de rooilijn overeenkomstig de richting van de weg geeft;
- langs een wegzijde waarlangs geen bebouwing als bedoeld onder 1 aanwezig is en waarlangs mag worden gebouwd:
- bij een wegbreedte van ten minste 15 m, de lijn gelegen op 15 m uit de as van de weg;
- bij een wegbreedte geringer dan 10 m, de lijn gelegen op 10 m uit de as van de weg;
- bij een wegbreedte tussen de 10 m en de 15 m, de lijn gelegen op een afstand, die gelijk is aan de wegbreedte, uit de as van de weg;
uu. voorkeursgrenswaarde:
de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de
geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, zoals deze rechtsreeks kan worden
afgeleid uit de Wet geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;
vv. vrijstaand bijgebouw:
een niet met het (hoofd)gebouw verbonden gebouw, dat zowel ruimtelijk als functioneel
ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen (hoofd)gebouw en ten
dienste staat van dat (hoofd)gebouw;
ww. watergang:
een min of meer lijnvormig watervoerend object met vrij wateroppervlak, zoals een
beek, een vaart, een sloot of een greppel;
xx. woning:
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk
huishouden;