direct naar inhoud van 4.6 Luchtkwaliteit
Plan: Nagtegael
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.Nagtegael-VST1

4.6 Luchtkwaliteit

Op 15 november 2007 is de Wet luchtkwaliteit in werking getreden. Deze wet vervangt het Besluit luchtkwaliteit 2005. De wet is enerzijds bedoeld om de negatieve effecten op de volksgezondheid aan te pakken, als gevolg van te hoge niveaus van luchtverontreiniging. Anderzijds heeft de wet tot doel mogelijkheden te creëren voor ruimtelijke ontwikkeling, ondanks overschrijdingen van de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit.

In het kader van het voorliggende bestemmingsplan is een memo opgesteld over luchtkwaliteit (Aveco de Bondt, Luchtkwaliteit Nagtegael te Beilen, van 9 maart 2012), zie ook Bijlage 6. De resultaten uit de memo zijn hieronder opgenomen.

Kader

De luchtkwaliteitseisen staan gegeven in de Wet luchtkwaliteit (Wet milieubeheer hoofdstuk 5, titel 5.2). Als kan worden aangetoond dat aan één of een combinatie van voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid.

Deze voorwaarden zijn:

  • a. er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van de grenswaarde;
  • b. een project leidt - al dan niet per saldo - niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • c. een project draagt "niet in betekenende mate" bij aan de concentratie van fijn stof en stikstofdioxide;
  • d. een project is genoemd of past binnen het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een regionaal programma van maatregelen.

Besluiten en Regelingen welke gekoppeld zijn aan de Wet luchtkwaliteit zijn onder meer de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 en het Besluit en de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen).

Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)

Deze algemene maatregel van bestuur, verder te noemen het "Besluit nibm", geeft aan wanneer een project niet in betekenende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Dat is het geval als de toename van fijn stof of stikstof niet meer bedraagt dan 3% van de jaargemiddelde concentratie (maximaal 1,2 Ag/m3). Concreet betekent dit dat de toevoeging van 1.500 woningen of 100.000 m2 kantoorruimte aan een enkele ontsluitingsweg) als niet relevant wordt bestempeld.

Bij ieder (ruimtelijk) project moet toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit plaatsvinden, met andere woorden het moet duidelijk zijn welke gevolgen het project heeft voor de luchtkwaliteit. Uitgangspunt is dat de luchtkwaliteit niet verslechtert dan wel dat het project "niet in betekenende mate" (NIBM) bijdraagt aan de luchtverontreiniging.

Toetsing

NIBM

Aangezien er in het plangebied maximaal 75 woningen extra worden toegevoegd, kan geconcludeerd worden dat de ontwikkeling niet in betekenende maten bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Nader onderzoek is dan ook niet noodzakelijk.

Goed woon- en leefklimaat

Naast de effecten van de voorgenomen ontwikkeling op de luchtkwaliteit, is bezien of er ter plaatse voldaan kan worden aan een goed woon- en leefklimaat ten aanzien van het aspect luchtkwaliteit. Hiervoor is de "Grootschalige concentratie- en depositiekaart Nederland" van het RIVM geraadpleegd. Ten aanzien van de maatgevende aspecten, fijn stof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), is er voor Beilen het volgende te melden. Voor stikstofdioxide geldt dat de achtergrondconcentratie in Beilen 14,0 Ag/m3 (peiljaar 2010) betreft. Voor fijn stof betreft de achtergrondconcentratie 21,7 Ag/m3 (peiljaar 2010). Het peiljaar 2010 is maatgevend aangezien de luchtkwaliteit elk jaar verbetert. Het voornemen voorziet niet in een dermate grote verkeerstoename dat concentraties door de voorgenomen planontwikkeling significant zullen toenemen. Aangezien voor beide stoffen de grenswaarde van 40 Ag/m3 niet wordt overschreden, kan worden gesteld dat de plaatselijke achtergrondconcentraties (jaargemiddelde) een goed woon- en leefklimaat niet belemmeren.

De Wet stelt ook grenzen aan het aantal dagen dat het uurgemiddelde (NO2) en het 24-uursgemiddelde (PM10) wordt overschreden. Om dat aannemelijk te maken de volgende overwegingen:

NO2: Voor de blootstelling aan piekconcentraties van stikstofdioxide geldt een grenswaarde voor het uurgemiddelde van 200 Ag/m3. Deze waarde mag niet vaker dan 18 maal per kalenderjaar worden overschreden. Overschrijding van deze grenswaarde is in Nederland al lang niet meer aan de orde, zo blijkt uit metingen (bron: Infomil). Heel enkel komt het nog incidenteel voor dat uurwaarden boven de 200 Ag/m3 worden bereikt. Op basis hiervan is het aannemelijk dat in het plangebied wordt voldaan aan de NO2 norm.

PM10: de grenswaarde voor het 24-uursgemiddelde voor PM10 bedraagt 50 Ag/m3. Deze concentratie mag per jaar maximaal 35 keer worden overschreden. Het aantal 24-uursgemiddelde overschrijdingen voor PM10 vanwege het verkeer wordt afgeleid van de jaargemiddelde concentratie. Bij een jaargemiddelde concentratie lager dan 31 Ag/m3 wordt de 24-uursgemiddelde concentratie niet overschreden. Gelet op de aanwezige jaargemiddelde concentratie van 21,7 Ag/m3 kan worden geconcludeerd dat de grenswaarde voor de 24-uursgemiddelde concentratie ter plaatse van het plangebied niet wordt overschreden.

Gelet op het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen ontwikkeling "in niet betekenende mate" bijdraagt aan de luchtkwaliteit en dat de luchtkwaliteit ter plaatse een goed woon- en leefklimaat niet in de weg staat.