direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Nagtegael
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.Nagtegael-VST1

3.2 Provinciaal beleid

3.2.1 Omgevingsvisie provincie Drenthe

In de omgevingsvisie zijn de belangen, ambities, rollen, verantwoordelijkheden en sturing van de provincie in het ruimtelijk domein geformuleerd. De omgevingsvisie vormt het strategisch kader voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe in de periode tot 2020 met in sommige gevallen een doorkijk naar de periode daarna.

De provinciale missie is geformuleerd als "het koesteren van de Drentse kernkwaliteiten en het ontwikkelen van een bruisend Drenthe, passend bij deze kernkwaliteiten".

In de omgevingsvisie zijn de provinciale belangen benoemd, waarmee gemeenten rekening dienen te houden bij het opstellen van bestemmingsplannen. De provinciale belangen zijn verdeeld in Drentse kwaliteiten en ontwikkelingen. Binnen de Drentse kwaliteiten staat het behoud en de ontwikkeling van de kernkwaliteiten, de dynamiek van bedrijvigheid, de biodiversiteit en de milieu- en leefomgevingskwaliteit centraal. De kernkwaliteiten zijn opgenomen op een kernkwaliteitenkaart. Voor het plangebied gelden de kernkwaliteiten landschap: beekdal; acheologie: beekdalen en aardkundige waarden: generiek, respecteren.

Op het gebied van ontwikkelingen zijn onder meer het regionale economische vestigingsklimaat, de landbouw, het toerisme, de demografische ontwikkeling, de mobiliteit en de ontwikkeling van natuur en landschap (ecologische hoofdstructuur en diversiteit in landschapstypen) als provinciaal belang benoemd.

Om de ambities te kunnen verwezenlijken, wordt onderscheid gemaakt tussen "robuuste systemen" en "multifunctionele gebieden".

Op de Visiekaart 2020 zijn de robuuste systemen weergegeven. Een uitsnede hiervan is opgenomen op de afbeelding "Uitsnede Visiekaart 2020". Omtrent robuuste systemen is voor het plangebied van belang "beekdalen". Binnen het robuuste systeem staat de ontwikkeling van de betreffende hoofdfunctie voorop. Dit betekent dat de ontwikkeling van andere functies geen significant negatieve invloed mag hebben op het functioneren van de hoofdfunctie.

In de multifunctionele gebieden is sprake van een menging van verschillende functies en ambities. Deze gebieden hebben een eigen functie-indeling gekregen. Voor alle ontwikkelingen, dus ook die van de hoofdfunctie, geldt dat de ruimtelijke kwaliteit erdoor moet worden versterkt.

afbeelding "i_NL.IMRO.1731.Nagtegael-VST1_0003.jpg"

Afbeelding: Uitsnede Visiekaart 2020

Voorliggend bestemmingsplan betreft de actualisatie van de planologisch-juridische regeling voor woningbouw in het plangebied. Dit betreft de realisatie van woningbouw binnen het bestaand stedelijk gebied van de kern Beilen. Hiermee wordt aangesloten bij het provinciaal beleid, waarin is aangegeven dat economische activiteiten en stedelijke voorzieningen dienen te worden geconcentreerd binnen, of aansluitend aan, het bestaand stedelijk gebied.

3.2.2 Verordening

De Provinciale Omgevingsverordening Drenthe (POV) bevat het provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving van de provincie. De verordening legt randvoorwaarden vast waaraan gemeenten bij ruimtelijke planontwikkeling zijn gehouden.

Met de omgevingsverordening wordt de omgevingsvisie (deels) doorvertaald naar een verordening voor zover het planologisch relevante aspecten betreft.

In de verordening is aangegeven dat als bij een ruimtelijk plan kernkwaliteiten betrokken zijn, dat dan in het ruimtelijk plan wordt uiteengezet dat er wordt bijgedragen aan behoud en ontwikkeling van de bij het plan betrokken kernkwaliteiten conform de provinciale ontwikkelingsvisie. Het voorliggende bestemmingsplan maakt planologisch-juridisch geen nieuwe activiteiten dan wel wijziging van bestaande activiteiten mogelijk die deze kernkwaliteiten significant aantasten.

De woningbouw die door dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt inclusief de uitbreiding van de plancapaciteit is passend binnen het gemeentelijke Woonplan (concept juni 2012) en de daarin benoemde regionale functie van Beilen als substreekcentrum. Met de gemeenten Assen, Noordenveld, Tynaarlo en Aa en Hunze wordt een regionale woonvisie opgesteld. Het woningbouwprogramma in Nagtegael lijkt passend binnen het bouwprogramma voor de regio.

Bescherming wordt gegeven aan belangrijke beekdalen. Kapitaalintensieve functies worden daar geweerd. In afwijking hiervan kunnen enkele uitzonderingen worden gemaakt op het vrijwaren van het gebied van kapitaalintensieve functies, namelijk in geval van zwaarwegende maatschappelijke belangen, het ontbreken van reƫle alternatieven, indien de functie op die locatie geen feitelijke belemmering vormt om in de toekomst de afvoer- en bergingscapaciteit van het regionale watersysteem te vergroten; en indien het negatieve effect op het watersysteem in het desbetreffende ruimtelijke plan wordt gecompenseerd. De woningbouw die met het voorliggende bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt, was reeds juridisch-planologisch geregeld. Met het plan worden de reeds aanwezige kwaliteiten zoveel mogelijk gerespecteerd. Daarnaast is met de bestaande bebouwingsmassa een geleidelijke overgang gerealiseerd tussen de bebouwde kom en het aangrenzende landelijk gebied.

Voor wat betreft aardkundige waarden kunnen in het plangebied waarden voorkomen die moeten worden gerespecteerd. Aardkundige waarden zijn natuurlijke variaties in het aardoppervlak van geomorfologische, geologische, bodemkundige en geohydrologische verschijnselen. Het aardkundig landschap van Drenthe is de enige informatiebron over de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van Drenthe. In het plangebied worden de aardkundige waarden gerespecteerd. Bij ontwikkelingen in het plangebied wordt zorgvuldig rekening gehouden met het behoud van de basiskwaliteit van het plangebied.

Omtrent archeologie moet voor het plangebied rekening worden gehouden met beekdalen. Het plangebied is voor een deel reeds bebouwd. Voor het onbebouwde deel wordt een verkennend booronderzoek uitgevoerd, zie hiervoor paragraaf 4.3.