Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van:
a. De bestemmingsregels om als nevenactiviteit kleinschalige recreatie te ontwikkelen onder de voorwaarde dat:
1. de nevenactiviteit wordt uitgevoerd bij een (bedrijfs)woning;
2. de maximale oppervlakte voor recreatie ten hoogste 1 ha bedraagt, inclusief alle noodzakelijke voorzieningen ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein en/of kleinschalige dagrecreatie, zoals bijgebouwen, horeca, dagrecreatie, sanitair en parkeerplaatsen;
3. de oppervlakte van een kleinschalig kampeerterrein een minimum oppervlakte van 0,2 ha zal bedragen;
4. bij kleinschalig kamperen alleen toeristische plaatsen zijn toegestaan en dus geen vaste standplaatsen zoals stacaravans en huisjes. Het seizoen loopt van 15 maart tot en met 31 oktober en daarbuiten moet het terrein leeg zijn;
5. maximaal drie eenvoudige trekkershutten met slaapkamer en kookgelegenheid, maar zonder toilet en douche zijn toegestaan op het terrein. De maximale grootte van een trekkershut bedraagt 30 m², is 5 m hoog en heeft één bouwlaag. De trekkershutten mogen uitsluitend worden gebouw aansluitend aan het bouwperceel en moeten aansluiten bij de bestaande bebouwing;
6. maximaal drie bed & breakfasteenheden zijn toegestaan in het bestaande hoofd- of bijgebouw;
7. ten behoeve van de bed & breakfast mogen in een bijgebouw uitsluitend slaapplaatsen met sanitaire voorzieningen worden gerealiseerd. Hieraan gekoppeld moet in het bijbehorende hoofdgebouw een ontbijtruimte, en mag een eventuele woonkamer, worden gerealiseerd. De slaapplaatsen met sanitaire voorzieningen mogen ook in het hoofdgebouw worden gerealiseerd. Er mogen geen keukenblokken in de bed & breakfasteenheden worden gemaakt;
8. het bijgebouw ten behoeve van de bed & breakfast dient in de directe nabijheid van het hoofdgebouw te staan en een duidelijke relatie te hebben met het hoofdgebouw; de uiterlijke kenmerken van het bijgebouw moeten behouden blijven. Er mogen geen uiterlijke kenmerken van een woning worden toegevoegd;
9. maximaal 50 m² bijgebouwen zijn toegestaan voor onder andere sanitaire voorzieningen aansluitend aan de bestaande bebouwing, behalve indien gebruik wordt gemaakt van bestaande bebouwing;
10. ten behoeve van dagrecreatie (zoals een doolhof, buitensportactiviteiten, een dierentuin en andere innovatieve ideeën) ten hoogste 500 m² van het bestemmingsvlak mag worden gebruikt, binnen de maximale oppervlaktemaat van 1 ha totaal.
11. ten behoeve van horeca-activiteiten (zoals een theehuis of een wijnhuis inclusief terras, keuken en zaal) ten hoogste 100 m² van de bestaande bebouwing op het bestemmingsvlak mag worden gebruikt, binnen de maximale oppervlaktemaat van 1 ha;
12. er is sprake van een ondergeschikte tak (nevenactiviteit) of deeltijdfunctie en de ondergeschiktheid aan de hoofdbestemming moet kunnen worden aangetoond.
b. De omgevingsvergunning als bedoeld onder b mag slechts worden verleend indien:
1. uit een ondernemersplan blijkt dat dit economisch haalbaar is en de recreatiefunctie een toegevoegde waarde heeft (vernieuwend of aanvullend) voor het bestaande toeristisch aanbod;
2. het recreatieterrein inclusief de onder 5 genoemde parkeergelegenheid ten minste 50 m van de perceelgrens van buiten het bedrijf gelegen (bedrijfs)woningen is gesitueerd en geen sprake is van onevenredige schade voor de aangrenzende (agrarische) bedrijven;
3. het recreatieterrein is gelegen op of aansluitend aan het bebouwde bouwperceel/blok om versnippering in het landschap te voorkomen;
4. op het eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid (per standplaats, bouwwerk en bed & breakfastkamer een parkeerplaats);
5. uit een landschapsinpassingsplan blijkt dat de parkeervoorzieningen goed zijn ingepast en de aantrekkelijkheid van het platteland gewaarborgd blijft en de uitvoering van landschappelijke inpassingsmaatregelen wordt gegarandeerd.
