Plan: | Ruimte voor Ruimte Heijenrath |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1729.BPLBUI05000-VG01 |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
en de daarbij behorende voorzieningen.
Op de tot 'Wonen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
en de daarbij behorende andere bouwwerken, welke qua aard en afmetingen bij deze bestemming passen, zonder dat sprake is van woningsplitsing.
Aan een reguliere bouwvergunning kunnen, in het belang van de archeologische monumentenzorg, regels worden verbonden inhoudende de verplichting om de activiteit die tot bodemverstoring dieper dan 50 cm onder maaiveld leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan de door burgemeester en wethouders bij de bouwvergunning te stellen kwalificaties.
Met betrekking tot het bouwvlak gelden de volgende regels:
Met betrekking tot het bijbouwvlak gelden de volgende regels:
Voor het overige geldt de volgende regel:
met dien verstande dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.2.3 ten behoeve van het oprichten van een aangebouwd bijgebouw aan de zijgevel en in het verlengde van de voorgevel, mits:
met dien verstande, dat:
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.2.3 ten behoeve van het toestaan van een groter maximaal oppervlak aan bijgebouwen bij woningen met daarbij bestaande niet als woning of daarbij behorend bijgebouw aan te merken bebouwing, mits:
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 3.2.4 ten behoeve van vergroting van de maximum hoogte van andere bouwwerken ten behoeve van het oprichten van onder meer verlichting, mits daardoor andere waarden en belangen niet onevenredig worden geschaad, met dien verstande, dat de hoogte van andere bouwwerken ten hoogste 10.00 m mag bedragen.
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 10.1 gegeven procedure.
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7:10 van de Wro wordt tenminste verstaan gebruik van de grond anders dan voor en/of als:
Onder verboden gebruik als bedoeld in 7.1 wordt tenminste verstaan het gebruik van bebouwing voor en/of als:
Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 4.5.2, ten behoeve van de uitoefening van consumentverzorgende en/of ambachtelijke doeleinden, mits:
Burgemeester en Wethouders volgen bij het toepassen van de ontheffingsbevoegdheid de in artikel 10.1 gegeven procedure.