direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluplan parkeren 2018 analoog
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1728.BPO6001parkerenana-VAST

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

het bestemmingsplan "Parapluplan parkeren 2018 analoog" met identificatienummer NL.IMRO.1728.BPO6001parkerenana-VAST van de gemeente Bladel.

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 bevoegd gezag

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.

1.4 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.5 omgevingsvergunning

vergunning als bedoeld in artikel 2.1 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

1.6 voldoende parkeergelegenheid

van 'voldoende parkeergelegenheid' is sprake als voldaan wordt aan de parkeernormen, zoals neergelegd in het “Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP) Bladel” zoals vastgesteld op 21 mei 2015. Indien deze regeling wordt gewijzigd of herzien, moet rekening worden gehouden met deze wijziging dan wel herziening.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Te vervallen regels

Om toetsing aan de gemeentelijke parkeernormen mogelijk te maken dienen in bestaande bestemmingsplannen opgenomen parkeernormen te vervallen. In onderstaande tabel zijn de te vervallen regels per bestemmingsplan opgenomen.

  Naam bestemmingsplan   IDN   Datum vaststelling   Te vervallen regels  
1   Bestemmingsplan Kom Bladel 2010   NL.IMRO.17280000Bladel-   29-4-2010   art. 22  
2   Bestemmingsplan Veilig Oord Bladel   NL.IMRO.17280000VeiligOord-   29-6-2011   art. 14.1  
3   Uitbreiding Veilig Oord, incl wijziging   NL.IMRO.17280000VeiligOord-   19-9-2013   art. 9  
4   Bestemmingsplan Casteren 2010   NL.IMRO.17280000Casteren-   29-4-2010   art. 21  
5   Bestemmingsplan De Bucht Casteren   NL.IMRO.17280000DeBucht-   29-6-2011   art. 6  
6   Bestemmingsplan Hoogeloon 2010   NL.IMRO.17280000Hoogeloon-   29-4-2010   art. 20  
7   Bestemmingsplan Netersel 2010   NL.IMRO.17280000Netersel-   29-4-2010   art. 18  
8   Bestemmingsplan Laterstraat II   NL.IMRO.17280000LatestraatII-   29-6-2011   n.v.t.  
9   Bestemmingsplan Latestraat - De Muilen, Netersel   NL.IMRO.17280000LatestrDeMuilen-   29-6-2011   n.v.t.  
10   Bestemmingsplan Hapert 2010   -   29-4-2010   art. 25  
11   Bestemmingsplan Kempenland Bladel   NL.IMRO.17280000Kempenland-   29-9-2005   art. 12  
12   Mastbos   NL.IMRO.17280000Mastbos-   11-1-2007   art. 11  
13   Bestemmingsplan Kempenland eerste herziening Bladel   NL.IMRO.17280000Kempenland-   29-6-2011   n.v.t.  

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Overige regels

4.1 Parkeren

Tenzij in Hoofdstuk 2 expliciet is voorzien in een andere regel ten aanzien van de aanwezigheid van voldoende parkeergelegenheid, geldt de volgende regeling:

  • a. bij de uitoefening van de bevoegdheid voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor bouwen en/of afwijken dient tenminste voldaan te worden aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen, zoals opgenomen in het 'Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP) Bladel', zoals vastgesteld door de gemeenteraad d.d. 21-05-2015;
  • b. indien het gemeentelijk beleid als bedoeld onder sub a. gedurende de planperiode van dit bestemmingsplan wordt gewijzigd, wordt bij de verlening van de omgevingsvergunning rekening gehouden met die wijziging;
  • c. parkeergelegenheid die is gerealiseerd om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid dient in stand te worden gehouden.
4.2 Laden en lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden of lossen van goederen, moet in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in of onder dat gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort. In deze behoefte moet voorzien zijn op eigen terrein. De ruimte voor het laden en lossen van goederen moet tevens in stand worden gehouden.

4.3 Afwijken

Het bevoegd gezag kan de omgevingsvergunning voor bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 4.1 en/of artikel 4.2:

  • a. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
  • b. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte, dan wel laad of losruimte wordt voorzien.
4.4 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan bij de omgevingsvergunning voor bouwen en/of een omgevingsvergunning voor een wijziging van het gebruik nadere eisen stellen ten aanzien van de maatvoering van de parkeervoorzieningen, zoals bedoeld in artikel 4.1, indien dit, gelet op de feitelijke omstandigheden, noodzakelijk is.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "Parapluplan parkeren 2018 analoog".