Westerhoven en De Kempervennen 2012, herziening 2014
Status: | vastgesteld |
Identificatie: | NL.IMRO.1724.BPWhwk4007-VAST |
Plantype: | gemeentelijke overheid/bestemmingsplan |
Inhoud
Artikel 3 Herziening van de regels
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
Hoofdstuk 1 Inleidende regels
Artikel 1 Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
plan:
het bestemmingsplan 'Westerhoven en De Kempervennen 2012, herziening 2014' met identificatienummer NL.IMRO.1724.BPWhwk4007-VAST van de gemeente Bergeijk;
bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.
Artikel 2 Toepassingsbereik
De verbeelding van het bestemmingsplan 'Westerhoven en De Kempervennen 2012' van de gemeente Bergeijk, zoals vastgesteld op 29 november 2012, wordt herzien zoals aangegeven op de verbeelding van dit bestemmingsplan. Voor het overige blijft de verbeelding van het bestemmingsplan 'Westerhoven en De Kempervennen 2012' ongewijzigd van toepassing.
De regels van het bestemmingsplan 'Westerhoven en De Kempervennen 2012' van de gemeente Bergeijk, zoals vastgesteld op 29 november 2012, worden herzien zoals aangegeven in hoofdstuk 2 van deze regels. Voor het overige blijven de regels van het bestemmingsplan 'Westerhoven en De Kempervennen 2012' ongewijzigd van toepassing.
De verbeelding van het bestemmingsplan 'Kom Westerhoven 1996' van de gemeente Bergeijk, zoals vastgesteld op 30 oktober 1997 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 9 juni 1998, wordt herzien zoals aangegeven op de verbeelding van dit bestemmingsplan. Op deze gronden worden de regels van het bestemmingsplan 'Westerhoven en De Kempervennen 2012' van de gemeente Bergeijk, zoals vastgesteld op 29 november 2012, inclusief de herziening zoals opgenomen in dit bestemmingsplan, van toepassing verklaard.
Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels
Artikel 3 Herziening van de regels
De regels van het bestemmingsplan 'Westerhoven en De Kempervennen 2012' worden als volgt herzien:
3.1 Toevoegen van begrippen
Aan artikel 1 (Begrippen) wordt het volgende begrip toegevoegd:
kookstudio:
een bedrijf gericht op het bedrijfsmatig geven van groepslessen (workshops) in koken, waarbij zelfbereide maaltijden ter plaatse mogen worden genuttigd, met dien verstande dat horeca-activiteiten niet zijn toegestaan.
3.2 Herziening van de bestemming Agrarisch
Artikel 3 (Agrarisch) wordt in zijn geheel vervangen door:
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Agrarisch’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
agrarisch gebruik;
groenvoorzieningen;
(onverharde) paden en wegen;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
extensief recreatief medegebruik.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen
Bouwwerken zijn uitsluitend binnen een bouwvlak toegestaan, tenzij anders is bepaald.
Het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bebouwingspercentage (%)'.
Erf- en terreinafscheidingen mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd, met in achtneming van het volgende:
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 1 m.
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen binnen het bouwvlak mag niet meer bedragen dan 2 m.
3.2.2 Bouwwerken
Voor het bouwen van bouwwerken gelden de volgende voorwaarden:
De goothoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)’.
De bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan is aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum goothoogte (m), maximum bouwhoogte (m)’.
De dakhelling van gebouwen mag niet minder bedragen dan 15° en niet meer bedragen dan 45°.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 onder c voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen buiten het bouwvlak met een bouwhoogte van niet meer dan 2 meter, mits dit aanvaardbaar is uit stedenbouwkundig oogpunt en de belangen van derden niet onevenredig worden geschaad.
3.3 Herziening van de bestemming Agrarisch met waarden - Landschapswaarden
Artikel 4 (Agrarisch met waarden - Landschapswaarden) wordt in zijn geheel vervangen door:
Artikel 4 Agrarisch met waarden - Landschapswaarden
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Agrarisch met waarden - Landschapswaarden’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
agrarisch gebruik;
groenvoorzieningen;
(onverharde) paden en wegen;
water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
extensief recreatief medegebruik;
alsmede voor:
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurlijke waarden van de gronden.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemeen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m.
De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Werken en werkzaamheden
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
het verzetten of vergraven van grond waarbij het maaiveld over meer dan 100 m² per perceel wordt gewijzigd of het maaiveld zelf met meer dan 0,20 m wordt gewijzigd;
het omzetten van grond of uitvoeren van bodemingrepen dieper dan 0,40 m onder maaiveld;
het aanleggen, dempen of wijzigen van (oevers, profiel, doorstroom- of bergingscapaciteit van) waterlopen, sloten en greppels;
het verwijderen of rooien van bos-, natuur- en landschapselementen en ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
het aanleggen of aanplanten van bos-, natuur- en landschapselementen of ander opgaand houtgewas zonder agrarische productiefunctie;
het aanleggen of aanplanten van hoger dan 1,5 m opgaand of dieper dan 0,40 m onder maaiveld wortelend houtgewas met agrarische productiefunctie;
het verwijderen van perceelsindelingen, zoals tot uiting komend in greppels, sloten en steilranden;
het verwijderen van onverharde wegen of paden;
het verwijderen, aanleggen en/of verharden van paden en parkeerterreinen of het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, anders dan containervelden, voor zover groter dan 100 m².
4.3.2 Uitzonderingen
Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
het normale onderhoud betreffen dan wel van ondergeschikte betekenis zijn en/of voortvloeien uit het normale gebruik overeenkomstig de bestemming;
reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit bestemmingsplan.
4.3.3 Toelaatbaarheid
De in lid 4.3.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke waarden van de gronden.
3.4 Herziening van de afwijkingsbevoegdheid in de bestemming Bedrijf
Artikel 5 (Bedrijf), lid 5.3 wordt als volgt herzien:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 5.1 sub a ten behoeve van:
bedrijvigheid die niet voorkomt in de Staat van bedrijfsactiviteiten;
bedrijvigheid die voorkomt in de Staat van bedrijfsactviteiten, maar in een hogere milieucategorie valt dan milieucategorie 1 of 2;
De omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend, indien de bedrijvigheid naar aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen is met de op grond van artikel 5.1 sub a toegestane bedrijven.
3.5 Vervangen van de aanduiding 'sportcentrum' door de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - kookstudio'
Artikel 9 (Bedrijventerrein - 3), lid 9.1 onder f wordt vervangen door:
tevens een kookstudio ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van bedrijf - kookstudio’;
3.6 Herziening van de regeling ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bebouwingsregeling 2'
Artikel 23 (Wonen), lid 23.2, sublid 23.2.2 onder d onder 9 wordt als volgt herzien:
Bij het bepalen van de onder 2 tot en met 6 genoemde oppervlakte worden de bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – afwijkende bebouwingsregeling 2’ buiten beschouwing gelaten. De gronden ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke bouwaanduiding – afwijkende bebouwingsregeling 2’ mogen volledig worden bebouwd.
Hoofdstuk 3 Overgangs- en slotregels
Artikel 4 Overgangsrecht
4.1 Overgangsrecht bouwwerken
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel kan worden gebouwd krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld onder a met maximaal 10 %.
Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
4.2 Overgangsrecht gebruik
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 5 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Westerhoven en De Kempervennen 2012, herziening 2014'.
Vastgesteld: 1 juli 2014