direct naar inhoud van Artikel 6 Wonen
Plan: Schaiksedijk 1a en 3
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1724.BPRsdk3005-VAST

Artikel 6 Wonen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. aan-huis-verbonden beroepen of bedrijven;
  • c. groenvoorzieningen in de vorm van erfbeplanting;
  • d. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • e. (onverharde) paden, wegen en parkeervoorzieningen;
  • f. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Woningen

Voor het bouwen van woningen gelden de volgende voorwaarden:

  • a. per bestemmingsvlak mag het aantal woningen niet meer bedragen dan 1;
  • b. bij vervangende nieuwbouw mag de woning uitsluitend gesitueerd worden ter plaatse van de bestaande funderingen en, in geval van uitbreiding, daar direct op aansluitend;
  • c. woningen mogen uitsluitend binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd;
  • d. de inhoud van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 750 m³, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - ruimte voor ruimte' de inhoud van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen dan 1.000 m³;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,5 meter;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 meter;
  • g. de afstand tot de weg waaraan wordt gebouwd mag niet minder bedragen dan 18 meter.
  • h. de dakvorm dient uitgevoerd te worden als een mansardekap, zadelkap of een afgeleide van deze daktypen;
  • i. in de voorgevel mogen geen erkers, balkons of andere uitbouwen worden toegepast.

6.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen

Voor het bouwen van bijgebouwen bij woningen gelden de volgende voorwaarden:

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen mogen uitsluitend binnen het bestemmingsvlak worden gebouwd;
  • b. vrijstaande bijgebouwen dienen op een afstand van ten minste 5 meter achter de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw te worden gebouwd;
  • c. de gezamenlijk inhoud mag niet meer bedragen dan 425 m³;
  • d. het gezamenlijke oppervlakte aan aan- en uitbouwen en bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 100 m²;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 5,5 meter;
  • g. bebouwing met één hellend dakvlak is uitsluitend mogelijk bij een aanbouw tegen de zij- en / of achterkant van het hoofdgebouw (aankappingen);
  • h. dakterrassen zijn niet toegestaan;
  • i. de afstand van vrijstaande bijgebouwen tot de woning mag niet meer bedragen dan 20 meter.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 meter, met dien verstande dat de hoogte vóór de voorgevelrooilijn niet meer mag bedragen dan 1 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 meter.

6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen en de plaatsing van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.4 Afwijking van de bouwregels
6.4.1 Afwijking met betrekking tot bijgebouwen
  • a. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de onder lid 6.2.2 aangegeven maten en/of percentages, met dien verstande dat:
    • 1. de omgevingsvergunning voor het afwijken slechts mag worden toegepast ten behoeve van een logische en zorgvuldige inpassing en/of aanpassing van een bouwplan aan de bijzondere omstandigheden van een eigen of naastgelegen bouwperceel en de daarop aanwezige bebouwing;
    • 2. de overschrijding maximaal 10% van de aangegeven maten en/of percentages mag bedragen;
    • 3. de bezonning en het uitzicht van de naastgelegen erven niet onevenredig mag worden aangetast;
    • 4. de stedenbouwkundige opzet van de omgeving niet mag worden aangetast.
  • b. Burgemeester en wethouders kunnen de omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde onder 6.2.2 onder h uitsluitend voor dakterrassen bij woningen, waar de woonkamer op de eerste verdieping is gelegen en mits geen sprake is van onevenredige privacy-aantasting.

6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Strijdig gebruik

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

6.5.2 Aan-huis-verbonden beroep of bedrijf

Binnen deze bestemming is de uitoefening van aan-huis-verbonden beroep of bedrijven toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woning, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de omvang van de activiteit mag niet meer bedragen dan 40% van de gezamenlijke oppervlakte van de bebouwing van de woning en/of bijgebouwen tot een maximum van 75 m2;
  • b. het gebruik mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en mag geen onevenredige toename van de parkeerbehoefte veroorzaken;
  • c. er vindt geen detailhandel plaats, uitgezonderd detailhandel in beperkte, ondergeschikte mate, in direct verband met de uitoefening van aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten;
  • d. de activiteit wordt uitgeoefend door bewoner(s).

6.6 Afwijking van de gebruiksregels
6.6.1 Herbouw op andere locatie

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 6.2.1 voor het herbouwen van de woning op een andere locatie, waarbij moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. de herbouw dient plaats te vinden binnen het bestemmingsvlak;
  • b. de herbouw dient voor minimaal 30% plaats te vinden op de bestaande fundering;
  • c. de herbouw dient op een andere locatie stedenbouwkundig en landschappelijk aanvaardbaar te zijn;
  • d. de herbouw van de woning mag geen onevenredige beperking opleveren voor de bedrijfsvoering/bedrijfsontwikkeling van omliggende (agrarische) bedrijven;
  • e. de vergroting van de woning dient aanvaardbaar te zijn uit een oogpunt van een milieuhgiënisch verantwoord woon- en leefklimaat.