10.1 Vrijwaringszone – molenbiotoop
10.1.1 Zoneomschrijving
De gronden voorzien van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn naast de overige daaraan gegeven bestemmingen mede bestemd voor het beschermen van de functie van de in dit gebied voorkomende molen als werktuig en van zijn waarde als landschapsbepalend element.
10.1.2 Bouwregels
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens de overige bestemmingen van deze gronden, gelden voor het bouwen op of in de in deze bestemming begrepen gronden de volgende regels:
-
a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop A3' mag de bouwhoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan 6,9 m;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop A4' mag de bouwhoogte van bouwwerken niet meer bedragen dan 8,3 m.
10.1.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.1.2, met dien verstande dat:
-
a. de vrije windvang of het zicht op de molen al zijn beperkt vanwege aanwezige bebouwing en de windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt vanwege de niet verder worden beperkt vanwege de nieuw op te richten bebouwing. Alvorens de omgevingsvergunning te verlenen vragen burgemeester en wethouders schriftelijk advies bij de molendeskundige;
-
b. toepassing van de in lid 10.1.2 bedoelde afstands- en hoogtematen de belangen in verband met de nieuw op te richten bebouwing onevenredig zouden schaden;
-
c. voor zover er in hoofdstuk 2 lagere bouwhoogten zijn toegelaten dan opgenomen in lid 10.1.2 dan gelden de bouwhoogte van hoofdstuk 2 als de maximaal toegelaten bouwhoogten.