Type plan: | bestemmingsplan |
---|---|
Naam van het plan: | Bucht 43b |
Status: | onherroepelijk |
Plan identificatie: | NL.IMRO.1724.BPBbuc1042-ONHE |
2.1 | Meten |
Bij de toepassing van deze planregels wordt als volgt gemeten: | |
a. | de goothoogte van een bouwwerk: |
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructieonderdeel |
b. | de bouwhoogte van een bouwwerk: |
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. |
c. | de oppervlakte van een bouwwerk: |
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. |
d. | de inhoud van een bouwwerk: |
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels ( en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. Kelderruimtes beneden peil worden niet meegerekend. |
e. | de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens: |
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk. |
f. | het bebouwd oppervlak van een bouwperceel: |
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen. |
g. | het bebouwingpercentage: |
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming. |
h. | de breedte, diepte c.q. lengte van een bouwwerk: |
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren |
i. | de dakhelling: |
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. |
2.2 | Ondergeschikte bouwdelen |
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, stoeptreden, dorpels, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, antennes, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons, dakgoten en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen dan wel bouwhoogten niet meer dan 0,5 meter bedraagt. |