Plan: | St. Bernardus |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1724.BPBber1098-VAST |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan St. Bernardus met identificatienummer NL.IMRO.1724.BPBber1098-VAST van de gemeente Bergeijk.
de geometrisch bepaalde planobjecten met de daarbij behorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen aan beide zijden in de perceelsgrens zijn gebouwd, met dien verstande dat de eindwoning slechts aan één zijde in de zijdelingse perceelsgrens hoeft te worden gebouwd.
een bijbehorend bouwwerk bij een woning of een deel van de woning, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met die woning en waar een gedeelte van de huishouding, zoals gehuisvest in die woning, uit een oogpunt van mantelzorg is ondergebracht.
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, in tegenstelling tot de hieronder omschreven beroepsmatige activiteiten, gericht op consumentverzorging geheel of overwegend door middel van handwerk en waarvan de omvang in de activiteiten zodanig is, dat de activiteiten in een woning en de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kunnen worden uitgeoefend (zoals een schoonheidssalon of een nagelstudio), met uitzondering van seksinrichtingen.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, therapeutisch, maatschappelijk, kunstzinnig en ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend (zoals een accountantskantoor, advocatenkantoor, administratiekantoor).
bebouwing, zoals aanwezig en toegestaan (legaal gerealiseerd) op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde omgevingsvergunning;
het gebruik van grond en opstallen, zoals aanwezig en toegestaan op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een gevel die in beperkte mate door geluid wordt belast en waaraan ten minste één verblijfsruimte - met te openen delen - grenst. De gevelbelasting dient voor alle geluidsoorten aan de voorkeursgrenswaarden te voldoen;
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met artistieke waarde.
een (gedeelte van) een bouwwerk, waarvan de bovenkant van de vloer is gelegen op ten minste 1,75 m beneden peil.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, bestaande uit een vrijstaande dakconstructie met maximaal een wand.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
de naar de weg en/of fiets- en voetpad gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die kennelijk als zodanig dient te worden aangemerkt.
voorzieningen ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
een woning die hoogstens door middel van de bijbehorende bouwwerken met een andere woning verbonden is en waarvan geen van de beide zijgevels van het hoofdgebouw in de zijdelingse perceelgrens staan.
het oppervlakte aan water zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging en waterkwaliteit, waaronder duikers, stuwen, gemalen, inlaten en voorzieningen ten behoeve van berging en infiltratie van hemelwater.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
het bewonen van een woning.
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van een afzonderlijk huishouden.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
Afstand tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of het de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen voor voorzieningen van algemeen nut. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
Oppervlakte | max. 20 m² |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte kunstobjecten | max. 12 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
Verbod | overkappingen zijn niet toegestaan |
De voor ‘Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd, met uitzondering van gebouwen voor voorzieningen van algemeen nut. Hiervoor gelden de volgende bepalingen:
Oppervlakte | max. 20 m² |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte palen, masten en portalen voor geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer | max. 12 m |
Bouwhoogte kunstobjecten | max. 12 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van het hoofdgebouw gelden de volgende bepalingen:
Aantal wooneenheden | voor zover de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' is opgenomen, geldt het aangegeven aantal als maximum per bouwvlak. |
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak, met dien verstande dat de afstand van de voorgevel tot de voorste bouwvlakgrens maximaal 3 m bedraagt |
Afstand hoofdgebouw tot zijdelingse perceelsgrens | min. 3 meter aan beide zijden voor vrijstaande woningen |
Woningtype | - ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd': uitsluitend aaneengebouwde woningen; - ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand' uitsluitend vrijstaande woningen |
Perceeloppervlakte | maximaal 150 m2 per woning ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd', voor zover de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - sociale huurwoningen' niet van toepassing is |
Bebouwingspercentage bouwvlak | max. 100% |
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum goothoogte (m)’ |
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding ‘maximum bouwhoogte (m)' |
Inhoud | maximaal 320 m3 per woning ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd', voor zover de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - sociale huurwoningen' niet van toepassing is |
Dakhelling | max. 60°, met dien verstande dat bij een mansardedak de dakhelling max. 80° bedraagt. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken, inclusief carports en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak, met dien verstande dat bijbehorende bouwwerken niet vóór de voorgevelrooilijn van het hoofgebouw mogen worden gebouwd |
Bebouwingspercentage | max. 80% van het bouwperceel binnen de bestemming 'Wonen' tot een maximum van 200 m², uitgezonderd het bouwvlak. In afwijking van hetgeen hiervoor bepaald geldt ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' een maximum van 10 m2 per bouwperceel, uitgezonderd het bouwvlak |
Goothoogte | max 3,2 m |
Bouwhoogte | max 5,5 m met dien verstande dat indien het hoofdgebouw is uitgevoerd met een plat dak voor het met het hoofdgebouw verbonden bijbehorend bouwwerk een maximum bouwhoogte van 3,2 m geldt |
Dakhelling | max. 60° of plat dak, met dien verstande dat voor een bijbehorend bouwwerk gebouwd op de perceelsgrens geldt dat het schuine dak vanuit de perceelsgrens dient op te lopen |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m |
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevelrooilijn van het hoofdgebouw | max. 1 m |
Specifiek voor zwembaden | a. max. 1 zwembad per bouwperceel en uitsluitend voor hobbymatig gebruik b. situering: min. 2,5 m achter de voorgevelrooilijn en min. 1 m van de zijdelingse en achterste perceelsgrens c. oppervlakte: max. 50 m² |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouw zijnde | max. 5 m |
Verbod | tennisbanen en paardenbakken zijn niet toegestaan |
Indien uit de vastgestelde hogere waarde blijkt dat de voorkeursgrenswaarde met meer dan 5 dB wordt overschreden is het bouwen van een woning uitsluitend toegestaan wanneer de woning over ten minste één geluidluwe gevel beschikt.
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de kapvorm, dakhelling en/of nokrichting van bijbehorende bouwwerken op de perceelsgrens:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de bouwregels ten behoeve van: | mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: |
(bijbehorende) bouwwerken met een grotere bouwhoogte | a. De omgevingsvergunning mag niet tot gevolg hebben dat in stedenbouwkundig en/of landschappelijk opzicht een onaanvaardbare situatie ontstaat. b. De gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast. |
Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend:
Binnen de bestemming ‘Wonen’ is de uitoefening van beroepsmatige en bedrijfsmatige activiteiten in het hoofdgebouw en/of bijbehorende bouwwerken als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie toegestaan, waarbij de volgende voorwaarden van toepassing zijn:
De voor 'Waarde - Archeologie 4.2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4.2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer:
Het in lid 6.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 8.1 sub b en toestaan dat bij de niet-woonbestemmingen ondergronds wordt gebouwd tot een verticale diepte van 6 m, mits:
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, uitbouwen, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1 meter bedraagt.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels ten behoeve van: | mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden: |
Het in geringe mate overschrijden van bebouwingsgrenzen | Een meetverschil geeft daartoe aanleiding. |
Het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde | a. Bouwhoogte kunstobjecten, geen gebouwen zijnde: max. 15 m. b. Bouwhoogte waarschuwings- en/of communicatiemasten: max. 40 m. c. Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: max. 10 m. |
Het vergroten van de bouwhoogte van gebouwen voor plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen en technische ruimten | a. Maximale oppervlakte van de vergroting: max. 10% van het betreffende bouwvlak. b. Bouwhoogte: max. 1,25 maal de maximale bouwhoogte van het betreffende gebouw. |
Een grotere dakhelling | a. De grotere dakhelling is stedenbouwkundig aanvaardbaar. b. De gebruiksmogelijheden van de aanrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast. |
Kleinschalig logeren (bed & breakfast) bij woningen | a. Kleinschalig logeren dient gekoppeld te zijn aan een woonfunctie. b. Totale oppervlakte aan logeereenheden: max. 50 m² per kamer tot een maximum van 50% van de woonruimte. c. De woonfunctie blijft als hoofdfunctie behouden. d. Bedoeld gebruik mag geen hinder opleveren voor het woonmilieu en geen onevenredige afbreuk doen aan het woonkarakter van de wijk of buurt. e. Bedoeld gebruik mag geen hinder opleveren voor omliggende bedrijven. f. Het betreft geen zodanige verkeersaantrekkende activiteit, dat die kan leiden tot nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van verkeer. |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van:
Het bevoegd gezag toetst bij het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en/of het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de gebruiksregels of wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Hiervoor gelden de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van het bepaalde in 12.1 indien:
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'St. Bernardus'.