Plan: | De Werf, Chaam |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1723.BPkapelstraatong-VG01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan 'De Werf, Chaam' met identificatienummer NL.IMRO.1723.BPkapelstraatong-VG01 van de gemeente Alphen-Chaam;
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
een woning die onderdeel uitmaakt van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebieden dat door zijn beperkte omvang in woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
een aanbouw of een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde;
een in de voorschriften en/of op de plankaart aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel c.q. bouwvlak (bouwzone) of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; hierbij worden ondergrondse bouwwerken meegerekend;
een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;
bebouwing, zoals legaal aanwezig op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, dan wel mag worden gebouwd krachtens een voor dat tijdstip aangevraagde vergunning;
het gebruik van grond en opstallen, zoals legaal aanwezig op het tijdstip waarop het bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen;
de grens van een bestemmingsvlak;
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een vrijstaand gebouw dat zowel in bouwkundig (constructie) architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;
de grens van een bouwperceel;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
een vorm van recreatief medegebruik die nauwelijks of geen invloed heeft op de in de bestemmingsomschrijving van de bestemmingen gegeven doeleinden;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken, met dien verstande dat een woning te allen tijde als het hoofdgebouw wordt aangemerkt;
een geheel of gedeeltelijk ondergronds gelegen ruimte, die grotendeels is gesitueerd onder een bijbehorend bovengronds bouwwerk;
het op basis van een indicatie, verstrekt door een daartoe deskundige instantie, bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
de begrenzing of afbakening van een specifiek kadastraal perceel, hier gelijk te stellen met een begrenzing van het eigendom op een dergelijk perceel;
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué/prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;
een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub al dan niet in combinatie met elkaar;
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen;
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
de op weg georiënteerde gevel van een hoofdgebouw dat maximaal één voorgevel heeft;
de denkbeeldige lijn die strak langs de voorgevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen;
op het openbare net aangesloten werken en/of bouwwerken ten behoeve van het openbaar nut, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
een woning die hoogstens door middel van de bijgebouwen met een andere woning verbonden is;
voorziening voor het tijdelijk vasthouden van regenwater dat afstroomt vanaf de oppervlakte van een bouwwerk en bestrating;
voorzieningen, die het waterhuishoudkundige belang dienen, zoals watergangen, waterlopen, kunstwerken, onderhoudsstroken ten behoeve van het beheer en onderhoud van een watergang of waterloop;
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994;
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde;
alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies of inrichtingen met toebehoren;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de zelfstandige huisvesting van maximaal één huishouden.
een van weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel of voorgevel;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de buitenmaats gemeten loodrechte projectie van de bebouwing op de ondergrond;
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de kortste afstand van het verticale vlak in de zijdelingse perceelsgrens tot enig punt van het op dat bouwperceel voorkomende bouwwerk;
de afstand tot de bebouwing en de as van de weg;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen;
het oppervlak dat met bouwwerken is bebouwd, uitgedrukt in procenten van de oppervlakte van het bouwperceel, voor zover dat is gelegen binnen de bestemming, of binnen een in de regels nader aan te duiden gedeelte van die bestemming;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of harten van scheidsmuren;
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de maten van het kadastrale perceel, dan wel, wanneer er geen sprake is van een gedeeld kadastraal perceel, de feitelijke oppervlakte van het perceel behorend bij het hoofdgebouw;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend;
bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 3.1 bedoelde gronden bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving, met uitzondering van speeltoestellen, alsmede toegestaan zijn erkers behorende bij het op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 1 meter |
pergola’s | 2,5 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Erkers moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Erker | Eis |
diepte | meer dan 50% van de diepte van de tuin, gemeten ten opzichte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw, met een maximum van 1,5 meter |
bouwhoogte | één bouwlaag eventueel met schuin kapje |
breedte | ten hoogste 50% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw |
maximaal oppervlak | 5 m² |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 3.4.1, sub a en sub b is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Tuin - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijgebouwen en aanbouwen geldt dat deze moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringseisen, zoals hieronder aangegeven met inachtneming van het bepaalde in 4.2.1, sub :
Maatvoering | Eis |
totale maximale oppervlakte aan bijgebouwen: bouwpercelen tot en met 300 m² bouwpercelen groter dan 300 m² |
- 50 m² - 50 m², vermeerderd met 10 % van het aantal m² dat het perceel groter is dan 300 m² tot een maximum van 150 m² |
maximale goothoogte aanbouwen en bijgebouwen | 3 meter |
maximale bouwhoogte aanbouwen en bijgebouwen | 5 meter |
maximale diepte aanbouw | 5 meter (gemeten vanaf de achtergevel) |
maximale diepte aanbouw aan de zijgevel | 5 meter (gemeten vanaf de achtergevel) |
Situering | Eis |
Minimale afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw | 2 meter |
Minimale afstand van een aanbouw achter de voorgevelrooilijn | 3 meter |
Minimale afstand van aanbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens op hoekpercelen. | 0 meter, met dien verstande dat minimaal 3 meter tot het openbaar gebied aangehouden dient te worden, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen, zijnde | Maximale bouwhoogte |
Terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen | 2 meter |
Terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vóór de voorgevelrooilijn en tot en met 3 meter achter de voorgevelrooilijn | 1 meter |
terreinafscheidingen bij hoekpercelen, vanaf 3 meter achter de voorgevelrooilijn | 2 meter |
pergola's | 2,5 meter |
speeltoestellen | 3 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 4.4.2, sub a en sub b is niet van toepassing voor zover het betreft:
Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1, sub c en sub d onder de voorwaarden dat:
Bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1, sub e voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in de woning (hoofdgebouw en aanbouwen) en daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 5.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen | Eis |
maximale bouwhoogte | 3 meter |
maximale oppervlakte | 15 m² |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde |
Maximale bouwhoogte |
Maximale oppervlakte |
speeltoestellen | 3 meter | - |
afvalcontainers | 2 meter | 4 m², indien bovengronds geplaatst |
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | - |
kunstobjecten | 5 meter | - |
vlaggenmasten en verlichtingsarmaturen | 8 meter | |
overige bouwwerken | 1 meter | - |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruiken of gebruikt laten worden voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 5.4.2, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen: hoofdgebouwen |
Vrijstaande woning |
Halfvrijstaande woning |
Aaneengesloten woning | Geschakelde woning |
maximale goothoogte | 3,5 meter | 7 meter | 7 meter | 7 meter |
maximale bouwhoogte | 7,5 meter | 10 meter | 10 meter | 10 meter |
maximale ondergrondse bouwdiepte | 3 meter | 3 meter | 3 meter | 3 meter |
verplichte kapafdekking | ja | ja | ja | ja |
maximale dakhelling | 65° | 65° | 65° | 65° |
minimale dakhelling | 15° | 15° | 15° | 15° |
Maatvoeringseisen: bijgebouwen en aanbouwen |
||||
maximale goothoogte | 3 meter | 3 meter | 3 meter | 3 meter |
maximale bouwhoogte | 5 meter | 5 meter | 5 meter | 5 meter |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 2 meter |
pergola's | 2,5 meter |
speeltoestellen | 3 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 6.4.2, sub a en sub b is niet van toepassing voor zover het betreft:
Het (doen/laten) gebruik(en) van de gronden met de bestemming ‘Wonen’ is uitsluitend toegestaan indien op basis van het uitvoeren van een geohydrologisch onderzoek een waterberging met een capaciteit van minimaal 78 mm voor de toename en 7 mm voor de vervanging (waarbij 292 m3 het minimum is), binnen 24 maanden na het onherroepelijk worden van voorliggend plan, is gerealiseerd en kwalitatief en kwantitatief in stand wordt gehouden.
Het bouwen van gebouwen volgens het bepaalde in 6.1 is uitsluitend toegestaan onder de voorwaarde dat aangetoond is dat de bodem geschikt is voor de functies Wonen, Tuin-1 en Tuin-2 en, indien nodig, de bodemkwaliteit geschikt is gemaakt voor deze beoogde functies.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 6.4.1, sub c en sub d onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 6.4.1, sub e voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in het hoofd- of bijgebouw, met dien verstande dat:
De voor ‘Waarde - Archeologie’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden.
Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Het bevoegd gezag kan met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.2 onder a, voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om omgevingsgunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA). Indien het gravend archeologisch onderzoek betreft, dan is het verplicht om een Programma van Eisen conform KNA te laten opstellen en deze te laten goedkeuren door het bevoegd gezag.
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek, laat het bevoegd gezag zich adviseren door een deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie-KNA, vastgesteld door Burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen-Chaam.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod, zoals bedoeld in lid 7.4.1 is niet van toepassing, indien:
Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 7.4.1 wordt slechts verleend indien:
Indien het bevoegd gezag voornemens is om aan de omgevingsvergunning voorwaarden te verbinden als bedoeld in lid 7.4.1 onder c, wordt de deskundige van de bevoegde overheid (Regioarcheoloog) om advies gevraagd. Bij een negatief advies wordt de omgevingsvergunning niet verleend.
Burgemeester en wethouders kunnen, overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan wijzigen in die zin dat aan de bestemming 'Waarde - Archeologie' wordt ontnomen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
Alvorens de in lid 7.5.1 bedoelde wijziging wordt toegepast, wordt deskundig advies gevraagd aan een door Burgemeester en wethouders vastgestelde deskundige op het gebied van de archeologische Monumentenzorg conform de vigerende KWALITEITSNORM NEDERLANDSE ARCHEOLOGIE.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in 9.1.2, sub b voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat:
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Ten aanzien van het parkeren geldt de volgende regeling:
dient te worden verzekerd dat wordt voorzien in de realisatie en instandhouding van voldoende parkeergelegenheid. Dit wordt getoetst aan de hand van de normen en uitgangspunten, als vastgelegd in de Nota Parkeernormen Alphen-Chaam 2019, inclusief de daarin opgenomen mogelijkheden tot maatwerk;
Indien niet op grond van een andere bepaling van de regels kan worden afgeweken, kunnen burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor overschrijding van de in het plan voorgeschreven maatvoerings- en situeringseisen met ten hoogste 10% onder de voorwaarde dat de verhoging/overschrijding geen onevenredige aantasting tot gevolg mag hebben van:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het oprichten van een antenne-installatie onder de volgende voorwaarden:
Indien niet op grond van de voorgaande regels kan worden afgeweken, kunnen burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten aanzien van:
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht met een omgevingsvergunning van dat overgangsrecht afwijken.
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'De Werf, Chaam'.