Plan: | De Ligt IV |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1723.BPdeligtIV-VS01 |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan "De Ligt IV" met identificatienummer NL.IMRO.1723.BPdeligtIV-VS01 van de gemeente Alphen-Chaam.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen).
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
blokken van meer dan twee aaneengebouwde hoofdgebouwen.
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebieden dat door zijn beperkte omvang in woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant, van het hoofdgebouw;
een (gedeelte van een) bijgebouw, dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning, waarbij dit bijgebouw hoort, en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg is gehuisvest.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.
plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten.
de grens van een bouwvlak.
een boven het peil gelegen en doorlopend gedeelte van een gebouw, dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grondlaag en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
bouwverordening als bedoeld in artikel 8 van de Woningwet.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan personen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, niet zijnde een supermarkt.
ruimte in, op of onder een gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort;
een voor de gevel uitgebouwde raampartij.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overigen).
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
een appartement of kamer binnen een gebouw, dat als gebouw de verschijningsvorm heeft van een eenheid, maar dient voor de huisvesting van meerdere huishoudens in afzonderlijke woonruimten (appartementen/kamers), eventueel op afzonderlijke bouwlagen.
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn ligging, constructie, afmetingen en/of functie dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken.
een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een duurzaam gemeenschappelijk huishouden voeren.
een constructie van één of meer dakvlakken.
een bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve van civieltechnische en/of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening.
het bieden van zorg aan een ieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
vergunning als bedoeld in artikel 2.1 van de Wabo.
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, arken, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken.
een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een bedrijfsmatige activiteit uitsluitend of overwegend gericht op het verlenen van diensten aan consumenten met een rechtstreeks contact met het publiek, niet zijnde detailhandel, horeca en/of seksuele dienstverlening;
een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostitué/prostituee tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen met als doel het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een gebouw of een gedeelte van een gebouw, waarin bedrijfsmatig handelingen en/of vertoningen plaatsvinden van seksuele, erotische en/of pornografische aard;
het zich op de openbare weg respectievelijk op openbare ruimten of in een zich op de openbare weg respectievelijk openbare ruimte bevindend voertuig beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
blok van twee aaneen gebouwde hoofdgebouwen die door middel van één gemeenschappelijke wand met elkaar zijn verbonden.
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie, dan wel gelet op de uitstraling ervan, als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt.
op het openbare net aangesloten werken en/of bouwwerken ten behoeve van het openbaar nut, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer.
een gebouw zonder gemeenschappelijke wand met een ander gebouw.
een (gedeelte van een) gebouw, dat bestaat uit een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van niet meer dan één afzonderlijk huishouden, waaronder begrepen eventueel gemeenschappelijk gebruik van bepaalde ruimten.
de niet naar een weg of openbaar gebied gekeerde grens van een bouwperceel.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daar mee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende bouwwerken en voorzieningen.
Bouwen is uitsluitend toegestaan ten dienste van de in lid 3.1 omschreven doeleinden.
Voor het bouwen van gebouwen gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden naast het bepaalde in lid 3.2.1 de volgende regels:
Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
De voor ‘Tuin - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 4.1 bedoelde gronden bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving, met uitzondering van speeltoestellen, alsmede toegestaan zijn erkers behorende bij het op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 1 meter |
pergola's | 2,5 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Erkers moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Erker | Eis |
diepte | niet meer dan 50% van de diepte van de tuin, gemeten ten opzichte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw, met een maximum van 1,5 meter |
bouwhoogte | één bouwlaag eventueel met schuin kapje |
breedte | ten hoogste 50% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw |
maximaal oppervlak | 5 m² |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor parkeervoorzieningen.
De voor ‘Tuin - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen gelden de volgende bepalingen:
Maatvoering | Eis |
totale maximale oppervlakte aan bijgebouwen: | |
bouwpercelen tot en met 300 m² | 50 m² |
bouwpercelen groter dan 300 m² | 50 m², vermeerderd met 10 % van het aantal m² dat het perceel groter is dan 300 m² tot een maximum van 150 m² |
maximale goothoogte aanbouwen en bijgebouwen | 3 meter |
maximale bouwhoogte aanbouwen en bijgebouwen | 5 meter |
maximale diepte aanbouw | 5 meter |
maximale diepte aanbouw aan de zijgevel | 5 meter (gemeten vanaf de achtergevel |
Situering | Eis |
minimale afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw | 2 meter |
minimale afstand van een aanbouw achter de voorgevellijn | 3 meter |
minimale afstand van aanbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens op hoekpercelen | 0 meter, met dien verstande dat minimaal 3 meter tot het openbaar gebied aangehouden dient te worden |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat deze moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen | 2 meter |
terreinafscheidingen bij hoek-percelen, vóór de voorgevellijn en tot 3 meter achter de voorgevellijn | 1 meter |
terreinafscheidingen bij hoek-percelen, vanaf 3 meter achter de voorgevellijn | 2 meter |
pergola's | 2,5 meter |
speeltoestellen | 3 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.4.1, sub c en sub d, onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 5.4.1, sub e voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in het hoofd- of bijgebouw, met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de gronden met de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied' mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden naast het bepaalde in lid 6.2.1 de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor de inrichting van opslag-, tap- of verkooppunten voor motorbrandstoffen of LPG.
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de gronden met de bestemming 'Wonen - 1' mogen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met in achtneming van de onderstaande regels.
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, bouwmassa, afmetingen en visuele karakteristieken van bouwwerken. De nadere eisen regeling wordt toegepast ter voorkoming van onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
De uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen in het hoofdgebouw is toegestaan, mits de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate behouden blijft. Dit betekent onder andere dat het medegebruik van de woning voor aan-huis-verbonden beroepen beperkt is tot ten hoogste 30 % van het grondoppervlak van de woning, met dien verstande dat het totale oppervlak niet meer mag bedragen dan 40 m².
Voor de uitoefening van aan-huis-verbonden bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 7.4.1 onder b. en c. onder de voorwaarden dat:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de gronden met de bestemming 'Wonen - 2' mogen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met in achtneming van de onderstaande regels:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen: hoofdgebouwen | Vrijstaande woning |
maximale goothoogte | 4 meter |
maximale bouwhoogte | 8 meter |
maximale ondergrondse bouwdiepte | 3 meter |
verplichte kapafdekking | ja |
maximale dakhelling | 65° |
minimale dakhelling | 15° |
Situering | Eis |
minimale afstand van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelsgrens | 3 meter |
Maatvoeringseisen: bijgebouwen en aanbouwen | |
maximale goothoogte | 3 meter |
maximale bouwhoogte | 5 meter |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 2 meter |
pergola's | 2,5 meter |
speeltoestellen | 3 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, bouwmassa, afmetingen en visuele karakteristieken van bouwwerken. De nadere eisen regeling wordt toegepast ter voorkoming van onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.4.1 onder c. en d. onder de voorwaarden dat:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in lid 8.4.1, sub e voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in het hoofd- of bijgebouw, met dien verstande dat:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de gronden met de bestemming 'Woongebied' mogen hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met in achtneming van de onderstaande regels.
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij het verlenen van een omgevingsvergunning nadere eisen te stellen ten aanzien van de situering, bouwmassa, afmetingen en visuele karakteristieken van bouwwerken. De nadere eisen regeling wordt toegepast ter voorkoming van onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo, wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
De uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen in het hoofdgebouw en vrijstaande bijbehorende bouwwerken is toegestaan, mits de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate behouden blijft. Dit betekent onder andere dat het medegebruik van de woning en daarbij behorende vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor aan-huis-verbonden beroepen beperkt is tot ten hoogste 30 % van het grondoppervlak van de woning en de daarbij behorende vrijstaande bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat het totale oppervlak niet meer mag bedragen dan 40 m².
Voor de uitoefening van aan-huis-verbonden bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende regels:
Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 9.4.1 onder b. en c. onder de voorwaarden dat:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 11.1.2 onder b voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 meter onder peil onder de voorwaarde dat: de waterhuishouding niet wordt verstoord;
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 van deze regels, worden overschreden ten behoeve van tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits:
De zijdelingse begrenzing van een bouwwerk moet ten opzichte van de zijdelingse grens van het bouwperceel zodanig zijn gelegen dat tussen dat bouwwerk en de op het aangrenzende bouwperceel aanwezige bebouwing geen tussenruimten ontstaan die:
Het bevoegd gezag kan bij het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.4.1 indien voldoende mogelijkheid aanwezig is voor reiniging en onderhoud van de vrij te laten ruimte.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, wordt in ieder geval gerekend:
Tenzij in hoofdstuk 2 expliciet is voorzien in een andere regel ten aanzien van de aanwezigheid van voldoende parkeergelegenheid, geldt de volgende regeling:
dient tenminste voldaan te worden aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen, zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen Alphen-Chaam 2019', als vastgesteld op 14-03-2019;
Tenzij in Hoofdstuk 2 expliciet is voorzien in een andere regel ten aanzien van de aanwezigheid van voldoende laad- en losruimte, geldt de volgende regeling:
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij omgevingsvergunning afwijken ten behoeve van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wet ruimtelijke ordening:
Bij het nemen van een besluit omtrent een nadere eis overeenkomstig een in het plan opgenomen regels over nadere eisen nemen burgemeester en wethouders de volgende regels in acht:
Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
Bij toepassing van een afwijkingsbevoegdheid, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), van toepassing.
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan "De Ligt IV".
De voorzitter, De griffier,