Plan: | Molenstraat - Chaamseweg te Alphen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1723.BPMolenstrChaamsew-VG01 |
Het bestemmingsplan Molenstraat - Chaamseweg te Alphen met identificatienummer NL.IMRO.1723.BPMolenstrChaamsew-VG01 van de gemeente Alphen-Chaam;
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
De grens van een bestemmingsvlak;
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;
een met het hoofdgebouw verbonden grondgebonden bouwwerk een geheel vormend met het hoofdgebouw, dat door zijn verschijningsvorm in bouwkundig, (constructie), architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
woningen die onderdeel uitmaken van een blok van meer dan twee aaneengebouwde woningen, niet zijnde gestapelde woningen;
het bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door middel van handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend;
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebieden dat door zijn beperkte omvang in woning en daarbij behorende bijgebouwen met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;
een aanbouw of een bijgebouw dat qua ligging een ruimtelijke eenheid vormt met de woning en waarin een gedeelte van de huishouding uit een oogpunt van mantelzorg gehuisvest is;
een container voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet milieubeheer;
antennemast of andere constructie waaraan een antenne is bevestigd;
installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
een in de voorschriften en/of op de plankaart aangegeven percentage, dat de grootte van het deel van een bouwperceel c.q. bouwvlak (bouwzone) of bestemmingsvlak aangeeft dat maximaal mag worden bebouwd; hierbij worden ondergrondse bouwwerken meegerekend;
een gebouw dat door zijn indeling en inrichting geschikt is om uitsluitend of hoofdzakelijk te worden gebruikt voor het vervaardigen, bewerken, verwerken of opslaan van goederen;
een bouwwerk, dat:
- op het moment van het ter inzage leggen van het ontwerp van dit plan bestaat of in uitvoering is;
- na dat tijdstip is of mag worden gebouwd krachtens of bij de Woningwet;
een vrijstaand gebouw dat zowel in bouwkundig (constructie) architectonisch en/of ruimtelijk visueel opzicht (ligging, maatvoering, kapvorm, dakhelling) als in functioneel opzicht ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw;
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;
de grens van een bouwvlak;
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
een grens van een bouwperceel;
a. voorste bouwperceelsgrens: de grens van een bouwperceel gelegen aan een weg waaraan wordt gebouwd, tenzij door burgemeester en wethouders een andere perceelsgrens als zodanig wordt aangewezen;
b. zijdelingse bouwperceelsgrens: de grens van een bouwperceel die loodrecht of nagenoeg loodrecht staat op de voorste perceelsgrens;
c. achterste bouwperceelsgrens: de meest van de weg af gelegen bouwperceelsgrens, evenwijdig of nagenoeg evenwijdig aan de voorste bouwperceelsgrens;
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, alsmede anders dan voor verbruik ter plaatse;
een aan nader bepaalde maatvoeringeisen verbonden ondergeschikt aangebouwd gedeelte (aanbouw)handel van een woning aan een gevel in één bouwlaag, eventueel met een schuin kapje;
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
gebouw ten behoeve van een op het openbare net aangesloten nutsvoorziening, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer of het wegverkeer;
elke vorm van handel dat wil zeggen het bedrijfsmatig ten verkoop uitstallen, te koop aanbieden, verkopen of leveren van goederen;
een bouwperceel dat zowel aan de zijde van de voorgevel als aan één zijdelingse zijde grenst aan de weg of het openbaar groen;
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband;
-een buiten de gevel of dakvlakken uitstekend ondergeschikt deel van een bouwwerk met uitzondering van een uitgebouwd gedeelte van een gebouw dat dient ter uitbreiding van het oppervlak en/of;
-ondergeschikte delen van een ondergronds bouwwerk die zichtbaar zijn boven peil;
werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden die onder peil plaatsvinden;
een (gedeelte van een) bouwwerk, waarvan de vloer is gelegen op minimaal 1,75 m¹ onder peil;
voor verblijf geschikte, al dan niet aan hun bestemming onttrokken voer- of vaartuigen, arken, kampeermiddelen en soortgelijke verblijfsmiddelen, voor zover deze niet als bouwwerken zijn aan te merken;
het bedrijfsmatig opslaan van goederen, grondstoffen, andere stoffen en materialen;
elke al dan niet overdekte stallingsgelegenheid ten behoeve van gemotoriseerd verkeer:
a.openbare parkeerplaatsen:
parkeerplaatsen die in beginsel openbaar (voor iedereen) toegankelijk zijn;
b.particuliere parkeerplaatsen:
parkeerplaatsen die in beginsel niet (voor iedereen) openbaar toegankelijk zijn, zoals bijvoorbeeld parkeerplaatsen op eigen terrein, voor eigen werknemers;
het laten stilstaan van een voertuig anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van passagiers of voor het onmiddellijk laden en lossen van goederen;
grens van een perceel of bouwperceel;
een vrijstaand of aangebouwd bouwwerk, bestaande uit een constructie van verticaal geplaatste palen of kolommen, gekoppeld aan een bovenlegger met eventueel hierop onder een hoek van 90º geplaatste dwarsligger;
de pergola mag tot maximaal 1 m1 boven het maaiveld als een gesloten constructie worden uitgevoerd;
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, of een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar;
een bedrijfsmatige activiteit gericht op het verrichten van seksuele handelingen en/of het verrichten van erotisch/pornografische vertoningen;
een speeltoestel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Besluit veiligheid attractie- en speeltoestellen;
de op weg georiënteerde gevel van een hoofdgebouw dat maximaal één voorgevel heeft;
de op de plankaart als zodanig aangegeven lijn, waar de voorgevel van een hoofdgebouw op moet zijn georiënteerd, die niet door gebouwen mag worden overschreden, behoudens krachtens deze voorschriften toegelaten afwijkingen;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen;
a. denkbeeldige lijn die strak loopt langs de voorgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen en/of;
b. denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouw die naar de weg of het openbaar groen is gekeerd tot aan de perceelsgrenzen;
op het openbare net aangesloten werken en/of bouwwerken ten behoeve van het openbaar nut, het telecommunicatieverkeer, het openbaar vervoer en/of het wegverkeer;
een voor het openbaar verkeer openstaande weg of pad, met inbegrip van de daarin liggen bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten;
grondwerk, wegenbouwkundig werk, waterbouwkundig werk of bouwwerk;
alle door menselijk toedoen ontstane of te maken constructies of inrichtingen met toebehoren;
indien en voor zover in deze voorschriften wordt verwezen naar wettelijke regelingen c.q. verordeningen e.d., dienen deze regelingen te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerpplan, tenzij anders bepaald;
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de zelfstandige huisvesting van maximaal één huishouden;
een van weg afgekeerde gevel van een hoofdgebouw, niet zijnde de achtergevel of voorgevel;
denkbeeldige lijn die strak loopt langs de zijgevel van een gebouw tot aan de perceelsgrenzen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
een bouwwerk: vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;
tussen de grens van het bouwperceel en een bepaald punt van het bouwwerk, waar die afstand het kortst is;
de kortste afstand tussen de buitenwerkse gevelvlakken van de gebouwen;
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en/of harten van scheidsmuren;
de maten van het kadastrale perceel, dan wel, wanneer er geen sprake is van een gedeeld kadastraal perceel, de feitelijke oppervlakte van het perceel behorend bij het hoofdgebouw;
tussen de zijdelingse perceelsgrenzen van het bouwperceel in de naar de zijde van de weg gekeerde bestemmingsgrens;
de buitenmaats gemeten loodrechte projectie van de bebouwing op de ondergrond;
vanaf het bouwkundig peil tot het diepste punt van het bouwwerk, de fundering niet meegerekend.
De voor 'Tuin - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 3.1 bedoelde gronden bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen worden gebouwd ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving, met uitzondering van speeltoestellen, alsmede toegestaan zijn erkers behorende bij het op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouw.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 1 meter |
pergola's | 2,5 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Erkers moeten voldoen aan de maatvoerings- en situeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Erker | Eis |
diepte | niet meer dan 50% van de diepte van de tuin, gemeten ten opzichte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw, met een maximum van 1,5 meter |
bouwhoogte | één bouwlaag eventueel met schuin kapje |
breedte | ten hoogste 50% van de breedte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw |
maximaal oppervlak | 5 m² |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 3.4.1, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Tuin - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Maatvoering | Eis |
totale maximale oppervlakte aan bijgebouwen: bouwpercelen tot en met 300 m² bouwpercelen groter dan 300 m² |
- 50 m2 - 50 m2, vermeerderd met 10% van het aantal m2 dat het perceel groter is dan 300 m2 tot een maximum van 150 m2 |
maximale goothoogte aanbouwen en bijgebouwen | 3 meter |
maximale bouwhoogte aanbouwen en bijgebouwen | 5 meter |
maximale diepte aanbouw | 5 meter |
maximale diepte aanbouw aan de zijgevel | 5 meter (gemeten vanaf de achtergevel) |
Situering | Eis |
minimale afstand van een bijgebouw tot het hoofdgebouw | 2 meter |
minimale afstand van een aanbouw achter de voorgevellijn | 3 meter |
minimale afstand van aanbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens op hoekpercelen | 0 meter, met dien verstande dat minimaal 3 meter tot het openbaar gebied aangehouden dient te worden |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen bij niet-hoekpercelen | 2 meter |
terreinafscheidingen bij hoek-percelen, vóór de voorgevellijn en tot 3 meter achter de voorgevellijn | 1 meter |
terreinafscheidingen bij hoek-percelen, vanaf 3 meter achter de voorgevellijn | 2 meter |
pergola's | 2,5 meter |
speeltoestellen | 3 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen aan:
indien dit noodzakelijk is ter voorkoming van een onevenredige aantasting van:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 4.4.2, sub a en sub b is niet van toepassing voor zover het betreft:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1, sub c en sub d onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 4.4.1, sub e voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in de woning (hoofdgebouw en aanbouwen) en daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat:
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen geldt dat op de in 5.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de genoemde bestemmingsomschrijving mogen worden gebouwd.
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Gebouwen | Eis |
maximale bouwhoogte | 3 meter |
maximale oppervlakte | 15 m2 |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende maatvoeringseisen:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte | Maximale oppervlakte |
speeltoestellen | 3 meter | - |
afvalcontainers | 2 meter | 4 m2, indien bovengronds geplaatst |
openbare nutsvoorzieningen | 3,5 meter | - |
kunstobjecten | 5 meter | - |
overige bouwwerken | 1 meter | - |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen aan:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 5.4.2, sub b en sub c is niet van toepassing voor zover het betreft:
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen, aanbouwen en bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Maatvoeringseisen: hoofdgebouwen |
Type: halfvrijstaande woning |
maximale goothoogte | 7 meter |
maximale bouwhoogte | 10 meter |
maximale ondergrondse bouwdiepte | 3 meter |
verplichte kapafdekking | ja |
maximale dakhelling | 65° |
minimale dakhelling | 15° |
Maatvoeringseisen: bijgebouwen en aanbouwen |
|
maximale goothoogte | 3 meter |
maximale bouwhoogte | 5 meter |
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, moeten voldoen aan de maatvoeringseisen, zoals aangegeven in onderstaand schema:
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde | Maximale bouwhoogte |
terreinafscheidingen | 2 meter |
pergola's | 2,5 meter |
speeltoestellen | 3 meter |
overige bouwwerken | 1,5 meter |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen stellen aan:
Tot een strijdig gebruik van bouwwerken wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in ieder geval gerekend het gebruik voor:
Het bepaalde in 6.4.2, sub a en sub b is niet van toepassing voor zover het betreft:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1, sub c en sub d onder de voorwaarden dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 6.4.1, sub e voor de uitoefening van aan huis gebonden bedrijfsmatige activiteiten in het hoofd- of bijgebouw, met dien verstande dat:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden.
Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken worden gebouwd voor zover bij de bouw geen grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 40 cm -Mv.
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 7.2, voor de bouw van bouwwerken ten dienste van de andere geldende bestemming(en), mits:
Indien het bevoegd gezag niet beschikt over een voor de beoordeling van de aanvraag toereikend archeologisch onderzoek voor de gronden waarop een aanvraag om bouwvergunning wordt gedaan, dient de aanvrager ten behoeve van de beoordeling van archeologische waarden van de gronden een archeologisch rapport te overleggen dat voldoet aan de vigerende Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA).
Bij de beoordeling van het archeologisch onderzoek en het afwijkingsverzoek als bedoeld in 7.3.1, laat het bevoegd gezag zich adviseren door de regioarcheoloog.
Het is verboden op of in deze gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden te verrichten waarbij grondwerkzaamheden worden uitgevoerd dieper dan 40 cm -Mv.
Het verbod als bedoeld in 7.4.1 is niet van toepassing, indien:
De werken of werkzaamheden als bedoeld in 7.4.1 zijn slechts toelaatbaar, mits:
In afwijking van het bepaalde in 7.1, 7.2 en 7.3 kan er in het geval van werken of werkzaamheden ten behoeve van kabels en/of leidingen, dieper dan 40 cm, een verzoek om instemming gedaan worden aan het bevoegd gezag. Hiertoe dient een Klic-melding aan het verzoek toegevoegd te worden.
Indien uit de Klic-melding blijkt dat er nog geen kabels en/of leidingen dieper dan 40 cm in het gewenste traject aanwezig zijn dan dient een gecertificeerd archeologisch onderzoeksbureau een archeologisch vooronderzoek, bestaande uit een bureauonderzoek en een verkennend booronderzoek, uit te voeren. Het bevoegd gezag zal de regioarcheoloog om advies vragen. Hieruit kan blijken dat vervolgonderzoeken zoals proefsleuven onderzoek en/of definitieve opgravingen noodzakelijk zijn.
Wanneer naar oordeel van de gemeente de archeologische waarden voldoende zijn onderzocht dan kan via www.omgevingsloket.nl een omgevingsvergunning worden aangevraagd.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, geen beperkingen.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens in deze regels opgenomen afwijkingen, de volgende bepalingen:
De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk 2 uitsluitend worden overschreden door:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - munitie' nadere eisen te stellen aan gebouwen met vlies- of gordijngevelconstructies en gebouwen met zeer grote glasoppervlakten, waarin zich als regel een groot aantal personen bevindt.
Indien niet op grond van een andere bepaling van de regels kan worden afgewegen, kunnen burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor overschrijding van de in het plan voorgeschreven maatvoerings- en situeringseisen met ten hoogste 10% onder de voorwaarde dat de verhoging/overschrijding geen onevenredige aantasting tot gevolg mag hebben van:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in hoofdstuk 2 voor het oprichten van een antenne-installatie onder de volgende voorwaarden:
Indien niet op grond van de voorgaande regels kan worden afgeweken, kunnen burgemeester en wethouders met een omgevingsvergunning afwijken van de desbetreffende bepalingen van het plan voor:
indien er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten aanzien van:
Tenzij in Hoofdstuk 2 expliciet is voorzien in een andere regel ten aanzien van de aanwezigheid van voldoende parkeergelegenheid, geldt de volgende regeling:
dient tenminste voldaan te worden aan het gemeentelijke beleid ten aanzien van parkeernormen, zoals opgenomen in de 'Nota Parkeernormen Alphen-Chaam 2019', als vastgesteld op 14 maart 2019.
Bij toepassing van de nadere eisen regeling, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Bij toepassing van een omgevingsvergunning, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is op de voorbereiding van het besluit de procedure als bedoeld in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, van toepassing.
Bij toepassing van de intrekkingsbevoegdheid ten aanzien van een verleende omgevingsvergunning is de in de afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht opgenomen procedure van toepassing.
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning werken en werkzaamheden, die onderdeel uitmaakt van dit plan, is de procedure als vervat in artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing.
Voor zover toepassing van het overgangsrecht gebruik leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard voor een of meer natuurlijke personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan grond en opstallen gebruiken in strijd met het voordien geldende bestemmingsplan kunnen burgemeester en wethouders ten behoeve van die persoon of personen van dat overgangsrecht ontheffing verlenen.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Molenstraat - Chaamseweg te Alphen' van de gemeente Alphen-Chaam.