Klokkestraat 1 Alphen

5.1 Ruimtelijke ontwikkeling p

De voorgenomen activiteit heeft tot doel het realiseren van een varkensbedrijf welke voldoet aan alle verplichtingen uit de Wet milieubeheer en de IPPC-richtlijn. Om voldoende bedrijfseconomisch perspectief voor de toekomst te behouden is schaalvergroting noodzakelijk.

Uiteraard worden in het voorgenomen plan de eisen voor dierwelzijn in acht genomen. Bij besluit van 20 april 2000 is door het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Alphen-Chaam een revisievergunning in het kader van de Wet milieubeheer verleend. Ten aanzien van deze rechtsgeldige vergunningssituatie vindt met de voorgenomen activiteit een uitbreiding plaats. De bedoelde uitbreiding behelst onder andere een oprichting van een nieuwe vleesvarkenstal voor het houden van 2968 vleesvarkens en de oprichting van een nieuwe zeugenstal voor het houden van 1680 gespeende biggen, 96 kraamzeugen, 320 guste- en dragende zeugen en 52 opfokzeugen.

De voorgenomen activiteit bestaat uit de volgende onderdelen:

- het realiseren en in gebruik nemen van een nieuwe stal 6 voor het huisvesten van vleesvarkens;

- het realiseren en in gebruik nemen van een nieuwe stal 7 voor het huisvesten van gespeende biggen, kraamzeugen, guste- en dragende zeugen en opfokzeugen;

- het aansluiten van de nieuwe stal 6 en 7 op een gecombineerde luchtwasser;

- gebouw 2 zal dienst gaan doen als opslagloods;

- gebouw 3 zal dienst gaan doen als werkplaats;

- Het bijplaatsen van een 2 gecombineerde luchtwassers van Uniqfill met bijbehorende opslag van zwavelzuur en spuiwater;

- het bijplaatsen van een mestsilo en sleufsilo's.

Het perceel is kadastraal bekend als gemeente Alphen-Chaam, sectie G nummer 531 en het plangebied heeft een totale oppervlakte van 2,2 ha.

Onderstaand zijn de geplande stalruimten op het perceel ingetekend.

Figuur: inrichting gebouwen een doorsnedes.

Onderstaande indeling heeft de voorkeur van initiatiefnemer. Bij deze indeling beslaat het bouwblok 2,2 ha, waarvan minimaal 0,33 ha in beslag wordt genomen door de landschappelijke inpassing. Per saldo zou het feitelijke bouwblok (op basis van de berekeningsmethode dat de landschappelijke inpassing niet binnen het bouwblok gesitueerd hoefde te zijn) dan ruim 1,8 ha bedragen.

De redenen van initiatiefnemer om voor bovenstaande perceelsindeling te kiezen zijn de navolgende:

1. Ontsluiting stallen optimaal

2. Praktische bedrijfsvoering (de meest efficiënte looplijnen);

3. Het gezondheidsaspect: Het RIVM heeft in 2008 een rapport gepubliceerd met betrekking tot intensieve veehouderij en volksgezondheid. (RIVM briefrapportnr. 215011002: Volksgezondheidsaspecten van veehouderij-megabedrijven in Nederland. Zoönosen en antibioticumresistentie.) Uit de strekking van dit rapport volgt dat de effecten van intensieve veehouderij-(mega)bedrijven op de volksgezondheid op verschillende manieren tot stand kunnen komen. Bijvoorbeeld via direct diercontact, via de lucht, via mest en via voedingsmiddelen van dierlijke oorsprong. In de wetenschappelijke literatuur die betrekking heeft op de effecten van (schaalvergroting in) de intensieve veehouderij op de volksgezondheid komen de volgende relevante onderwerpen naar voren: gassen (ammoniak), geur, fijn stof en bio-aerosolen (stofdeeltjes die endotoxinen, virussen, bacteriën of schimmels kunnen bevatten). Voor de verspreiding van micro-organismen is oa de verspreiding van micro organismen binnen een bedrijf van belang. Naast insleep kunnen micro-organismen ook binnen het bedrijf zelf 'ontstaan' zoals bij antibioticum resistente micro-organismen als MRSA en nieuwe griepvirus varianten. De verspreiding van micro-organismen binnen het bedrijf is afhankelijk van de opbouw en indeling van een bedrijf, waar de mate van direct of indirect contact tussen dieren aan gekoppeld is. De gekozen indeling van het bouwvlak is dusdanig van opzet dat de verschillende diercategorieën gescheiden worden gehuisvest waarmee deze opzet de verspreiding van micro-organismen het meest zal voorkomen.