direct naar inhoud van 4.6 Waterhuishouding
Plan: Klokkestraat 1 Alphen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1723.BPKlokkestraat1-VS01

4.6 Waterhuishouding

4.6.1 Waterbeleid

Het plangebied ligt binnen het beheersgebied van het Waterschap Brabantse Delta. In het kader van het beleid van zowel de gemeente Alphen en Chaam als het waterschap dient binnen het projectgebied een duurzaam waterhuishoudkundig systeem gerealiseerd te worden. Concreet betekent dit dat er sprake moet zijn van gescheiden schoon- en vuilwaterstromen die afzonderlijk worden verwerkt. Vanuit het waterschap Brabantse Delta gelden daarbij de volgende uitgangspunten:

  • afkoppelen van 100% van het verhard oppervlak, waarbij de beslisboom verantwoord afkoppelen van toepassing is;
  • de trits vasthouden-bergen-afvoeren is van toepassing, waarbij hergebruik dan wel infiltratie van schoon regenwater de voorkeur heeft;
  • verontreiniging van het water dient door bronmaatregelen voorkomen te worden;
  • grondwateroverlast dient voorkomen te worden;
  • een gelimiteerde afvoer naar het oppervlaktewatersysteem is toegestaan.

Hergebruik

Hierbij kan gedacht worden aan de aanleg van gescheiden watercircuits door het hergebruik van bijvoorbeeld regenwater (drinkwater, grijswater, huishoudwater). De ervaringen met bestaande proefprojecten leert echter dat deze pas rendabel zijn bij projecten met 1000 of meer te bouwen woningen. Ook de recent aangescherpte regelgeving op dit vlak maakt het hergebruik van (regen)water niet snel haalbaar. Het onderhavige project is dan ook te kleinschalig om deze voorziening toe te passen.

Infiltratie, buffering en afvoer

Onderstaand is aangegeven hoe met deze aspecten wordt omgegaan.

4.6.2 Waterhuishoudkundige situatie

Afvoerend verhard oppervlak en riolering

Binnen het plangebied vindt een toename van het afvoerend verhard oppervlak plaats met circa 6900 m² aan dakoppervlak en daarnaast zal nog een mestopslag worden gerealiseerd, een sleufsilo en een zeugenuitloop ter grootte van totaal 1140 m². Het hemelwater dan hierop neerslaat, vermengt zich met de opgeslagen (afval-)stoffen welke afgevoerd zullen worden als bedrijfsafvalwater.

Kenmerken van het watersysteem

De kenmerken van de watersystemen, zoals die voorkomen in het plangebied (en omgeving), kunnen het beste beschreven worden door een onderverdeling te maken in de soorten van water die in het gebied aanwezig zijn. De belangrijkste zijn: grondwater, oppervlaktewater, ecosysteem, hemel- en afvalwater.

Grondwater

De omgeving wordt gekenmerkt door gronden behorend tot grondwatertrap VI. Voor deze grondwatertrap geldt de volgende grondwaterstand:

VI = H 40- 80 L >120

De bodem bestaat ter plaatse uit hoge zwarte enkeerdgronden en lemig fijn zand.

Ecosystemen

Het plangebied ligt niet in een bijzonder droog of nat ecosysteem in het kader van de Flora- en faunawet. Tevens is het niet gelegen in een hydrologisch gevoelig natuurgebied.

Oppervlaktewater

In het plangebied bevindt zich geen oppervlaktewater. In de toekomst wordt er ook niet voorzien in de aanleg van oppervlaktewater met een specifieke gebruikswaarde. In het plangebied bevinden zich ook geen zuiveringstechnische werken.

HemeI- en afval water

Binnen het projectgebied vindt een toename van het afvoerend verhard oppervlak plaats met circa 6900 m² (dakoppervlak). Door de initiatiefnemer is gekozen om het hemelwater afkomstig van de nieuw te realiseren stalruimte te laten infiltreren in een achter de nieuwbouw aan te leggen infiltratiepoel.

Bij de bepaling van de capaciteit/kwantiteit van de gekozen infiltratievoorziening wordt uitgegaan van een neerslaggebeurtenis T=10. Aangenomen wordt dat bij een dergelijke bui 32,6 mm neerslag valt in 1 uur en 42,9 (afgerond 43) mm in 4 uur. De te realiseren waterbergingsruimte kan dan berekend worden door de toename van het afvoerend verhard oppervlak (m2) te vermenigvuldigen met 0,043 m.

Verder voorziet het project in een voorziening bij een extreme neerslaggebeurtenis. Hierbij is een neerslaggebeurtenis van T= 100 maatgevend, waarbij uitgegaan wordt van een bui van 84 mm met een duur van 2 dagen, waarbij er niets kan infiltreren. De te realiseren waterbergingsruimte kan dan berekend worden door de toename van het afvoerend verhard oppervlak (m2) te vermenigvuldigen met 0,084 m.

Kwantiteitsberekening en infiltratietijd

Neerslag T=10 -> 43 mm neerslag/m2 Neerslag T=100 -> 84 mm neerslag/m2

Te infiltreren -> 6900m2 x 0,043 m ~ 297 m3 Te infiltreren -> 6900 m2 x 0,084 m ˜ 580 m3

De te realiseren infiltratiepoel heeft een oppervlakte van circa 450 m² en zal een gemiddelde diepte hebben van 1 meter. Gelet op de gemiddelde grondwaterstand is deze poel ruim voldoende om een bui van T=10 te bergen. De poel zal zodanig worden aangelegd dat bij een bui van T=100 het hemelwater in geval van verzadiging van de poel, van de bebouwing weg zal stromen naar het omliggende grasland.

Voor de afvoer van bedrijfsafvalwater gelden de eisen op basis van te verlenen milieuvergunning; infiltratie hiervan is niet toegestaan.

Bouwmaterialen

De gemeente Alphen-Chaam streeft naar het terugdringen van het gebruik van uitlogende bouwmaterialen. Dit aspect is als aanbeveling opgenomen in het pakket duurzaam bouwen. Van de initiatiefnemer wordt daarom gevraagd geen gebruik te maken van uitlogende bouwmaterialen.

Concluderend kan gesteld worden dat door onderhavig plan geen knelpunten ontstaan tussen grondgebruik en de waterhuishouding.

4.6.3 Wateradvies

Vooroverleg met het waterschap is niet noodzakelijk in geval een project door middel van een bestemmingsplan wordt gerealiseerd en het project een toename van het nieuw afvoerend verhard oppervlak beslaat van minder dan 2000 m2 en waarbij het projectgebied niet is gelegen in specifieke aandachtsgebieden. In casu is het verharde oppervlak groter en dient vooroverleg met het watertoetsloket plaats te vinden.