Plan: | Golfbaan De Hooge Vorssel Bernheze |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1721.BPHoogeVorssel-oh01 |
Uit het uitgevoerde archeologisch vooronderzoek7 (figuur 6.1) (bijlage 12) bestaande uit een bureauonderzoek en een veldinspectie, blijkt - gezien de vele vindplaatsen uit de periode Bronstijd t/m Nieuwe tijd - dat de omgeving van golfbaan De Vorssel een rijke bewoningsgeschiedenis kent. De veldinspectie toont aan dat het gebied alle historische kenmerken van 100 tot 200 jaar geleden nog bezit. In veel boringen is onder een esdek een oude akkerlaag aangetroffen, hetgeen duidt op een lange landbouwkundige geschiedenis. Op basis van deze gegevens is aan het plangebied een hoge archeologische verwachting toegekend voor vindplaatsen van landbouwers. (Neolithicum t/m Nieuwe tijd) In de noord-oosthoek van het uitbreidingsgebied is een terrein aangewezen als archeologisch monument (AMK-terrein 1036). Het is een terrein met een oude akkerlaag uit de Romeinse tijd en bewoningssporen.
![]() |
Figuur 6.1 Resultaten archeologisch onderzoek |
![]() |
Figuur 6.2 Resultaten archeologisch onderzoek |
De aanleg van de golfbaan biedt kansen om de verwachte en reeds bekende archeologische resten in het plangebied duurzaam te beschermen. Aangezien de golfbaan aangelegd kan worden zonder diepe bodemingrepen en eerst wordt opgehoogd, worden archeologische waarden niet direct bedreigd. Binnen het plangebied komen gronden voor met een middelhoge tot zeer hoge verwachtingswaarde archeologie. In de regels en op de verbeelding bij dit bestemmingsplan worden deze gronden beschermd via een dubbelbestemming Waarde-Archeologie.
In aanvulling op het uitgevoerde archeologische vooronderzoek is een archeologisch vooronderzoek (bijlage 12) uitgevoerd voor de twee percelen gelegen aan de oostzijde van de Berghemseweg (zie figuur 6.2). Uit het onderzoek blijkt dat voor deelgebied A een hoge archeologisch verwachting geldt voor vindplaatsen van landbouwers. Het gebied is onderdeel van een archeologisch monument (AMK 4701). Op de verbeelding is het gebied aangeduid als gebied met de archeologische waarden. Bodemingrepen dienen beperkt te blijven tot een diepte van de huidige bouwvoor van 30 cm. Deelgebied B is geheel afgegraven voor de winning van zand en grind. Eventuele archeologische vindplaatsen zijn hierdoor vernietigd of verstoord. Er gelden geen restricties ten aanzien van de verdere planvorming in deelgebied B.
Voor de uitbreiding van het plangebied met het MOB-complex en het vatenopslagterrein heeft ook archeologisch vooronderzoek plaatsgevonden (bijlage 12), zie figuur 6.3. Uit het onderzoek blijkt dat de bodem van het grootste deel van het plangebied verstoord is. Er zijn geen of geen intacte archeologische resten meer te verwachten. Uitzondering hierop vormt de noordgrens van het plangebied en een kleine zone in het oostelijk deel.
Figuur 6.3: Resultaten onderzoek |
Op basis van het onderzoek en de daaruit voorkomende zonering zijn aanbevelingen gedaan of er restricties gelden voor de geplande ontwikkeling. De aanbevelingen zijn vertaald op de verbeelding van dit bestemmingsplan.