direct naar inhoud van 3.4 Gemeentelijk beleid
Plan: Ontsluiting Heeswijk-Dinther Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1721.BPHeeswDinthZuid-vg01

3.4 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Bernheze

In december 2003 heeft de gemeenteraad van Bernheze de Structuurvisie Plus 'Bernheze op koers' vastgesteld. Mede naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening in juli 2008, waardoor gemeenten verplicht zijn om te beschikken over een gemeentelijke structuurvisie, is besloten om een nieuwe structuurvisie voor het hele gemeentelijke grondgebied op te stellen. Enerzijds vormt de nieuwe structuurvisie een herijking van de bestaande StructuurvisiePlus. De grote lijnen die in deze structuurvisie zijn uitgezet, zijn tegen het licht gehouden en al dan niet overgenomen in de nieuwe Structuurvisie Bernheze. Doordat de beleidsvoornemens en ontwikkelingen die in de StructuurvisiePlus waren voorzien en in de tussenliggende periode tot uitvoering zijn gekomen of gewijzigd zijn, was een integrale actualisatie van het ruimtelijk beleid noodzakelijk. Anderzijds is de structuurvisie aangepast aan de eisen en mogelijkheden die in de Wro zijn opgenomen. Daarnaast verplicht de Wro, met daarin de Grondexploitatiewet, die op 1 juli 2008 in werking is getreden, dat iedere gemeente dient te beschikken over een grondgebieddekkende structuurvisie. De Structuurvisie Bernheze is vastgesteld op 11 februari 2010 en bestaat uit een ruimtelijk deel en een uitvoeringsprogramma.

De Structuurvisie moet helderheid verschaffen in het ruimtelijke beleid van de gemeente Bernheze en de wijze waarop zij deze tot uitvoering wil brengen. Deze helderheid is gewenst voor inwoners en ondernemers, als ook voor andere (semi-) overheden en maatschappelijke partners. De gemeente Bernheze beoogt met de actualisatie van de Structuurvisie meerdere doelen te bereiken:

  • integrale visievorming voor de lange termijn;
  • bijeenbrengen en afwegen van belangen (inhoudelijk en procesmatig);
  • toetsings- en inspiratiekader voor ruimtelijke beslissingen:
  • 'bottom up' voor regionale en provinciale planvorming;
  • 'top down' voor ruimtelijke initiatieven;
  • basis voor uitwerking in juridisch-planologische kaders (zoals bestemmingsplannen);
  • basis voor uitvoering: stellen van locatie-eisen, verhalen bovenplanse kosten en vestigen voorkeursrecht.

Om zo goed mogelijk bij bovenstaande doelstellingen aan te sluiten, worden deze in de Structuurvisie Bernheze onderscheiden in twee delen die qua globaliteit, flexibiliteit en planperiode sterk van elkaar verschillen.

Deel A, Ruimtelijk Casco: In deel A wordt vanuit een bondige analyse een visie geformuleerd op het plangebied. Het Ruimtelijk Casco beoogt de samenhangende structuren naar boven te halen en hieraan logische strategieën te koppelen, waarmee het een casco vormt voor concrete projecten en plannen. Het is een afwegingskader, maar tegelijkertijd ook een inspiratiekader voor ruimtelijke ontwikkeling. Het Ruimtelijk Casco geeft richting zonder te spreken over een programma. Het geeft de mogelijkheden weer en is flexibel wat betreft de exacte invulling op de korte termijn.

Deel B, Uitvoeringsprogramma: In deel B worden de ruimtelijke opgaven voor de korte en middellange termijn benoemd en de meest geschikte locaties hiervoor aangewezen. Daarnaast formuleert de gemeente welke concrete projecten en plannen op korte termijn richting uitvoering worden gebracht en hoe deze gerealiseerd gaan worden. Het uitvoeringsprogramma zal periodiek worden geactualiseerd (bestuurlijke afspraak is dat dit een maal per vier jaar plaatsvindt, synchroon met de vier jaarlijkse bestuursperioden).

De structuurvisie is voor het Deel A een actualisatieslag. Er worden in Deel A geen grote koerswijzigingen voorzien. Voor de omschrijving van de kernen is het veilig om aan te sluiten bij de oude structuurvisie 'Bernheze op koers'.

De visie: In de visiefase wordt de ruimtelijke koers op hoofdlijnen uitgezet, welke er voor zorgt dat de geanalyseerde ontwikkelingspotenties benut worden, maar tegelijkertijd voorkomt dat conflicten ontstaan tussen het ruimtegebruik en de duurzame gebiedskwaliteiten. Deze koers vormt het inspiratiekader en afwegingskader voor ruimtelijk ontwikkelingen in de gemeente Bernheze.

Verkeersstructuurplan Bernheze Verkeer op hoofdlijnen 2007-2020

Een goede verkeersstructuur faciliteert en verruimt ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden. Structuurkeuzes kunnen zodoende bovendien een bijdrage leveren aan het oplossen van bestaande verkeers(veiligheid)knelpunten. Dat is precies wat het Verkeersstructuurplan met het benoemen van een beoogde ontsluiting Heeswijk-Dinther Zuid beoogde.

Kansen voor verkeer en vervoer benutten

De gemeente Bernheze is met name extern georiënteerd (’s- Hertogenbosch, Oss, Uden en Veghel) en heeft grotendeels een landelijk karakter met een agrarische en recreatieve functie. Dit betekent:

  • voor het gemotoriseerd verkeer: vanuit de woonkernen, bedrijventerreinen en landbouwontwikkelingsgebieden duidelijke routes naar omliggende hoofdinfrastructuur; doorgaand verkeer of extern verkeer door het landelijk middengebied wordt zo min mogelijk gefaciliteerd;
  • voor het openbaar vervoer: aansluiten en meeliften op knooppunten in de omgeving en zoveel mogelijk handhaven van het huidige aanbod;
  • voor de fiets: optimale bereikbaarheid van recreatieve landelijk gebied; directe routes tussen de verschillende kernen op fietsafstand en binnen de verschillende kernen;
  • voor de voetganger: grote verblijfsgebieden (30 km/uur of erffunctie) binnen de kernen.

De hoofdwegenstructuur rond de gemeente (A59, A50 en N279) wordt zoveel mogelijk benut, waarbij autoverplaatsingen door het landelijk/recreatieve middengebied van de gemeente zoveel mogelijk worden voorkomen (minder logisch maken). Dit kan worden gerealiseerd door enerzijds daar meer prioriteit te geven aan recreatief en landbouwverkeer en anderzijds door goede verbindingen met de hoofdwegenstructuur (stimuleren van omrijden via hoofdwegenstructuur) te realiseren. Omrijden via de hoofdwegenstructuur, voor voornamelijk verplaatsingen over langere afstanden, is voor inwoners en bezoekers van Bernheze acceptabel om zo de landelijke en recreatieve kwaliteit van het middengebied te handhaven. Het omrijden is echter geen verplichting, dus verkeer tussen de kernen binnen de gemeente blijft mogelijk. Een heldere verkeersstructuur is voorwaarde voor een grotere verkeersveiligheid. Bij nieuwe aanleg, reconstructie of onderhoud van infrastructuur worden de Duurzaam Veilig richtlijnen direct toegepast. Hiervoor geldt dat binnen de Duurzaam Veilig wegcategorisering de functie, vorm en gebruik van de weg op elkaar zijn afgestemd. In de Duurzaam Veilig wegcategorisering wordt rekening gehouden met de ruimtelijke ontwikkelingen binnen en buiten de gemeentegrens. Daarnaast hebben de volgende ontwikkelingen een positieve invloed op de verkeersveiligheid binnen de gemeente Bernheze:

  • het omleiden van het autoverkeer over de hoofdwegenstructuur zorgt voor een verkeersluwer binnengebied. Hierdoor ontstaat een verkeersveiliger middengebied voor de ‘zwakkere verkeersdeelnemers’ als de voetgangers en de fietsers.
  • de aanleg van fietsvoorzieningen (minimaal suggestiestroken) op gecombineerde routes naar landbouwontwikkelingsgebieden en fietsroutes zorgen voor een veiligere positie van de fietser op deze routes.
  • door de aanleg van ‘langzame straten’ in dorpskernen of centrumgebieden krijgt de voetganger een hogere prioriteit in deze gebieden ten opzichte van de auto. De auto moet zich te gast voelen in deze gebieden.