direct naar inhoud van Artikel 4 Natuur
Plan: Ontsluiting Heeswijk-Dinther Zuid
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1721.BPHeeswDinthZuid-vg01

Artikel 4 Natuur

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud, bescherming en/of herstel van de aanwezige landschappelijke en ecologische waarden;
  • b. het behoud, bescherming en/of herstel van de aanwezige droge en natte natuurwaarden;
  • c. het behoud, bescherming en/of herstel van de aanwezige cultuurhistorische en archeologische waarden;
  • d. het behoud, bescherming en/of herstel van de aanwezige beken en andere waterlopen;
  • e. behoud van kleine bosgebieden;
  • f. behoud van landschapselementen;
  • g. agrarisch medegebruik;
  • h. onverharde wegen en paden;
  • i. water en waterhuishoudkundige doeleinden;
  • j. nutsvoorzieningen;
  • k. extensieve dagrecreatie.
4.2 Bouwregels

Op de voor "Natuur" aangewezen gronden mogen uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten dienste staan aan de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 meter.

4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
4.3.1 Algemeen

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het afgraven, ophogen, egaliseren, diepploegen en diepwoelen van de bodem tot meer dan 0,5 meter;
  • b. het aanleggen van een drainagestelsel;
  • c. het aanleggen, verbreden of verbeteren van sloten en greppels;
  • d. het dempen van sloten, greppels en poelen;
  • e. het aanbrengen van ondergrondse transport- energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet;
  • f. het aanleggen of verharden van wegen, voet-, fiets- en/of ruiterpaden of parkeergelegenheden alsmede het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen, met uitzondering van:
    • 1. het aanleggen en verharden van wegen en/of paden ter directe ontsluiting van agrarische bouwpercelen;
    • 2. het aanleggen van koe- of kavelpaden;
  • g. het vellen, rooien, zaaien of aanplanten van bomen en andere houtopstanden, voor zover het beplanting betreft die niet in de gemeentelijke kapverordening of de Boswet is geregeld, zoals deze regelingen luidden op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan;
  • h. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief medegebruik.
4.3.2 Uitzondering

Het in lid 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden welke:

  • a. die uitgevoerd worden binnen een op de verbeelding opgenomen bouwvlak;
  • b. het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit plan;
  • d. uitgevoerd worden in het kader van de dubbelbestemming Waterstaat - Waterstaatkundige functie ten behoeve van het beekherstel.
4.3.3 Voorwaarden

Een in 4.3.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien de werken en/of werkzaamheden dan wel de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen niet leiden tot onevenredige aantasting van de aan de gronden gegeven waarden.