Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van de bijzondere gebruiksverboden in artikel 3 voor het toestaan van het gebruik van een vrijstaand bijgebouw als afhankelijke woonruimte, met inachtneming van het volgende:
- een dergelijke bewoning noodzakelijk is vanuit een oogpunt van mantelzorg;
- de bedoelde omgevingsvergunning vervalt zodra de onder a bedoelde noodzaak is komen te vervallen;
- er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in het geding zijnde belangen waaronder die van omwonenden en (agrarische) bedrijven;
- de afhankelijke woonruimte binnen de vigerende regeling inzake bijgebouwen wordt ingepast met een maximale oppervlakte van 80 m².