direct naar inhoud van Artikel 3 Wonen
Plan: Woning Prinsenpolderstraat 65
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1719.1bp11prinsenpolder-vg01

Artikel 3 Wonen

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen met aan-huis-gebonden beroepen;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen, toegangs- en achterpaden en water.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Toelaatbaarheid van bouwwerken

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden worden gebouwd:
    • 1. hoofgebouwen;
    • 2. aan-, uit- en bijgebouwen;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
  • b. als woningtype zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan;
  • c. van het hoofdgebouw bedraagt de afstand tot de voorste perceelsgrens ten minste 5 m;
  • d. van het hoofdgebouw bedraagt de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens ten minste 3 m;
  • e. van aan- uit- bijgebouwen en overkappingen bedraagt de afstand tot de voorste perceelsgrens ten minste 7 m.

3.2.2 Maatvoering

De goothoogte, bouwhoogte, de oppervlakte en / of de inhoud van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, bedragen ten hoogste de volgende aangegeven maten:

  bouwwerk   goothoogte   bouwhoogte   oppervlakte / inhoud  
a.   hoofdgebouwen   4 m   9 m   600 m3  
b.   aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen   3 m   5,5 m   70 m²  
c.   bouwwerken, geen gebouwen zijnde   -   2 m   -  
d.   erfafscheidingen in het voorerfgebied     1 m    
e.   erfafscheidingen binnen het achtererfgebied   -   2 m   -  

3.3 Specifieke gebruiksregel

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. op de gronden met de bestemming Wonen is – in samenhang daarmee – ook het gebruik toegestaan van gedeelten van hoofdgebouwen, inclusief aan- en uitbouwen, voor aan-huis-gebonden beroepen voor zover:
    • 1. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft;
    • 2. het gebruik de woonfunctie ondersteunt, dat wil zeggen dat degene die de activiteiten in de woning of het bijgebouw uitvoert, tevens de gebruiker van de woning is;
    • 3. het geen zodanig verkeersaantrekkende activiteiten betreffen dat deze kunnen leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte;
    • 4. er geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop die verband houdt met de beroeps- of bedrijfsmatige activiteiten;
    • 5. ten hoogste 30% van het vloeroppervlak, met een maximum van 50 m², van de woning inclusief bijgebouwen ten behoeve van de beroepsmatige activiteiten in gebruik zal zijn;
    • 6. het bedrijvigheid betreft die niet onder de werking van de Wet milieubeheer valt.
  • b. het zelfstandig bewonen van bijgebouwen is niet toegestaan.