direct naar inhoud van Regels
Plan: Landekensdijk 9A, Lage Zwaluwe
Status: concept
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1719.0wp19landekensdk9a-on01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 Plan

het wijzigingsplan 'Landekensdijk 9A, Lage Zwaluwe' van de gemeente Drimmelen.

1.2 Wijzigingsplan

de geometrische bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1719.0wp19landekensdk9a-on01 met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen.

1.3 Moederplan

de navolgende bestemmingsplannen van de gemeente Drimmelen:

  • 1. 'Buitengebied' als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1719.0bp12buitengebied-vg02;
  • 2. 'Buitengebied, Veegplan 1' als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1719.0bp16veegplanbg1-vg03.

De regels van het bestemmingsplan 'Buitengebied, Veegplan 1' zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing waarbij geldt dat artikel 1 wordt gewijzigd, in zoverre, dat daaraan wordt toegevoegd:

1.4 Toename van stikstofemissie

Er is sprake van een toename van stikemissie wanneer de stikstofdepositie (mol/ha/jaar), afkomstig van het bedrijf, op voor stikstof gevoelige habitats in een Natura 2000-gebied meer bedraagt dan de hoogste depositie ingevolge de stikstofdepositie (mol/ha/jaar) afkomstig van het ten tijde van de vaststelling van het plan aanwezige legale gebruik van de gronden en opstallen behorend tot het plangebied van het wijzigingsplan 'Landekensdijk 9A, Lage Zwaluwe'; danwel in een verleende vergunning zoals bedoeld in artikel 2.7, tweede lid van de Wet natuurbescherming.

Artikel 2 Wijze van meten

De regels bij artikel 2 van het moederplan zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Bedrijf

De regels bij artikel 8 van het moederplan zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing waarbij geldt dat artikel 8.4 en 8.5 wordt gewijzigd, in zoverre, dat daaraan wordt toegevoegd:

8.4.1 Strijdig gebruik

Onder het gebruiken van gronden of bouwwerken in strijd met het bestemmingsplan, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, wordt in ieder geval begrepen:

n. Tot een met de bestemming strijdig gebruik, wordt gerekend het gebruik van de gronden en opstallen anders dan het toegestane gebruik, wanneer het gebruik leidt tot een toename van stikstofdepositie.

8.4.2 Parkeren

Ten aanzien van bouwen en/of wijziging gebruik en parkeernormen geldt dat:

  • a. Parkeervoorzieningen in voldoende mate op eigen terrein dienen te worden gerealiseerd en in stand te worden gehouden om in de parkeerbehoefte te voorzien;
  • b. De op het tijdstip van aanvraag van de omgevingsvergunning geldende parkeernorm op basis van de CROW Parkeernormen (CROW, Toekomstbestendig parkeren, december 2018) moet worden gehanteerd.

8.5.4 Omgevingsvergunning hobbymatig houden van paarden en/of pony's

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 8.4.1 onder n toestaan dat er paarden en/of pony's gehouden worden, mits aangetoond wordt dat er geen sprake is van een toename van stikstofdepositie.

Artikel 4 Groen - Landschappelijke inpassing

De regels bij artikel 13 van het moederplan zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing waarbij geldt dat dat artikel 13.3 wordt gewijzigd, in zoverre, dat daaraan wordt toegevoegd:

13.3.2 Voorwaardelijke verplichting

Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken met de bestemming 'Bedrijf' is slechts toegestaan indien:

  • a. de benodigde landschappelijke inpassing van de gronden wordt gerealiseerd:
    • 1. overeenkomstig het landschappelijk inpassingsplan dat is opgenomen in bijlage 1;
    • 2. binnen twee jaar na verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen van het nieuwe bedrijfsgebouw en duurzaam in stand wordt gehouden op de wijze zoals is aangegeven in het landschappelijke inpassingsplan.

Artikel 5 Waarde - Archeologie 2

De regels bij artikel 29 van het moederplan zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing.

Artikel 6 Waterstaat - Waterkering

De regels bij artikel 32 van het moederplan zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Anti-dubbeltelregel

De regels bij artikel 34 van het moederplan zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing.

Artikel 8 Algemene bouwregels

De regels bij artikel 35 van het moederplan zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing.

Artikel 9 Algemene aanduidingsregels

De regels bij artikel 36 van het moederplan zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing.

Artikel 10 Algemene wijzigingsregels

De regels bij artikel 37 van het moederplan zijn op dit plan voor zover relevant overeenkomstig van toepassing.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 11 Overgangsrecht

11.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • c. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

11.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 12 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het wijzigingsplan 'Landekensdijk 9A, Lage Zwaluwe' van de gemeente Drimmelen